Sterke verhalen.

Een gezellig, leuk en informatief Scheepvaartforum
bolletje

Wel een beetje vreemd, maar hartstikke leuk.

Bericht door bolletje »

In de loop van de jaren kom je aan boord in aanraking met een mengelmoes van collega's. De overgrote meerderheid ben je helaas al lang weer vergeten, maar een aantal van hen zal je altijd bijblijven. Zij staan zelfs na vele tientallen jaren niet alleen in je geheugen, maar ook ongetwijfeld in je hart gegrift. Het is alsof je gisteren pas afscheid heb genomen, terwijl de meesten immers al lang op die reis zijn vertrokken waarvan geen zeeman meer terugkomt. Ik wil graag hier in de kombuis van de gelegenheid gebruik maken om over die soms iets vreemde, maar bijzonder aardige scheepsmaats te vertellen. Natuurlijk moet het wel onder ons blijven! Ik hoop van harte dat ook mijn mede kombuizenaars hieraan een bijdrage kunnen en willen leveren.

Mvrgr.

Bolletje

bolletje

Wel een beetje vreemd, maar hartstikke leuk.

Bericht door bolletje »

Bootsman Dirkie.

Landlubbers zien een bootsman als een grote vent met handen als kolenschoppen, die met kracht de scepter over zijn matrozen zwaait. Maar niet Dirkie! Dirkie, ome dirk voor mij, was een kleine tanige man; een telg van een bekend geslacht, van een bekend eiland gelegen in onze voormalige Zuiderzee. Het gezag van Dirkie als bootsman vloeide voort uit het respect die hij van ons mocht ontvangen. Ik heb ruim een jaar met deze bootsman gevaren en hem in die tijd slechts een keer echt kwaad gezien.

Dirkie, Dolfie en ondergetekende liepen in de wacht van de eerste stuurman, een buitengewoon vakkundige en gemotiveerde zeeman. Helaas ontbrak het deze stuurman, door ons buiten zijn gehoor lange Arie genoemd, aan gevoel voor humor. Zeker een noodzakelijk ingredient om in het gezelschap Dirkie en Dolfie, maar dat gold ook in meer en mindere mate voor de rest van de bemanning, te kunnen vertoeven.

Op ons ship was het toilet voor de lagere rangen een hok met een wc-pot, die kon worden afgesloten met een zware ijzeren deur. Zeelui die in de oorlog hadden gevaren dachten er niet aan om deze deur af te sluiten. Het risico van klemmen als het schip op een zeemijn liep speelde daarbij een grote rol. Ook Dirkie liet de deur altijd wijd open staan en matroos Dolfie kwam dan tegenover hem staan, beide ellebogen op het potdeksel en geschilderde tropenhelm op het hoofd, en dan stonden en zaten ze daar, laten we maar zeggen, lekker te keutelen. Het was bij ons gouden regel om dan maar even uit de buurt te blijven. Maar lange Arie hield zich natuurlijk niet aan die regels; hij maakte ze alleen maar.

Ik zat op een kist de verschansing te schilderen toen ik de stuurman over bakboord naar achteren zag komen. Dat zou voor jullie kombuizenaars volop reden zijn geweest om een noodsein richting keutelaars af te geven. Helaas ontbrak mij de nodige doortastendheid om de komende confrontatie met de stuurman te voorkomen. En toen lange Arie van achter het dekhuis verscheen om zijn ronde aan stuurboord voort te zetten, viel zijn blik ogenblikkelijk op de aan het potdeksel hangende figuur van Dolfie en de uitstekende knietjes van Dirkie. Wat zijn we aan doen bootsman, hoorde ik de stuurman zeggen. Wel stuurman, ik weet niet wat u aan doen bent maar bij mij is dat toch wel duidelijk. Deze opmerking was al olie op het vuur gooien, maar het giegelen van Dirkie en Dolfie, mij kon hij gelukkig niet horen, deed de vlam in de pan slaan. Precies, snauwde de stuurman: jij bent de bootsman op dit schip. Je hoort een voorbeeld te geven en dan zit je niet op de pot met de deur wijd open. Maar niemand kan mij toch zien. We zitten midden op zee. Ik kan je zien, de stem van de stuurman klonk rauw van woede. En hij kan je zien. Hij richtte zich tot Dolfie, maar bedacht zich onmiddellijk. Die jongen daar kan je zien. Bolletje!, repliceerde Dirkie. Hij zei het op een manier die me gelukkig iets minder schuldig deed voelen. Ja, Bolletje! Hij haalde vervolgens de deur los van de haak en draaide hem dicht. Dirkie had gelukkig nog tijd om zijn knietjes naar binnen te trekken. En wat sta jij weer te lummelen? Ik had net werkoverleg met de bootsman, antwoordde Dolfie. Maar nu zal ik moeten wachten tot hij klaar is. De stuurman realiseerde zich dat het vechten tegen de bierkaai was en baande zich met lange stappen naar het middenschip. Andere krijgen een schip met matrozen maar mij geven ze een schip met malloten, hoorde ik hem moppelen.

Het was ongeveer een week later, toen wij vanuit Fowey richting Amsterdam voerden. Er stond een flinke bries uit het zuid-oosten, maar dat was voor ons schip wel gunstig. Ik stond aan het roer en Dolfie had uitkijk op de vleugel. De stuurman stond bij de kaartentafel. Plotseling kwam Dirkie als een wervelwind de stuurhut binnen stuiven. Gekleed in een dikke schipperstrui, een lange witte onderbroek en op pantoffels. En een drijf en drijf natte Dirkie. Jij, en hij wees met zijn vingertje naar de lange stuurman, met je gezeik van deur dicht. Kijk nu eens wat er gebeurd is, en hij wees naar de groeiende bult op zijn voorhoofd. Vervolgens draaide hij zich om en verdween weer snel van de brug. We stonden zeker 5 minuten verbijsterd. Toen gaf de stuurman Dolfie opdracht om maar eens uit te zoeken wat er had plaatsgevonden. Twintig minuten later verschenen beide heren weer op de brug. Dirkie in schone en droge werkkleding. Zonder enige nadere uitleg kwam hij achter mij staan om het wiel over te nemen. Natuurlijk trokken de stuurman en ik Dolfie onmiddellijk naar de vleugel van de brug om buiten het gehoor van Dirkie te vernemen wat de ongebruikelijke woede van de bootsman had opgewekt. Niks aan de hand hoor, verklaarde Dolfie op aandringen van de stuurman, ik heb er wat zalf op gedaan en Dirkie voelt er al bijna niets meer van. Luister idioot, gromde lange Arie, ik wil niets weten over je kwakzalverij. Vertel nu maar even snel hoe hij die bult op zijn voorhoofd heeft gekregen. Dolfie ging er even gemakkelijk bij staan. Wel, zo verklaarde hij ons, Dirkie zat op de wc-pot, met de deur dicht natuurlijk, toen het zeewater met grote kracht door het loosgat weer naar binnen stroomde. Waarschijnlijk is de klep blijven hangen. Maar Dirkie werd door het water omhooggetild en met zijn kop tegen de deur gekwakt. Dolfie haalde de schouders op. Op dit rot schip kunnen we zelfs niet meer rustig onze behoefte doen.

Natuurlijk werd het open deur beleid van Dirkie in ere hersteld, tot groot genoegen van Dolfie. Wij bleven zoals gewoonlijk buiten dit werkoverleg. Een overleg waaraan zelfs onze eerste stuurman niet wilde deelnemen.

Mvrgr.

Bolletje
Gebruikersavatar
Compass
Berichten: 3062
Lid geworden op: 22 jul 2004 11:11
Locatie: Groningen

Bericht door Compass »

Een goed verhaal Bolletje; we laten de deur open voor méér.

Bert de Boer
bolletje

Bericht door bolletje »

Stuurman Arie.

Als iemand wel een prachtig nieuw schip met een model dekbemanning verdiende, dan was het onze eerste stuurman. Helaas had de voorzienigheid hem op een oude klomp geplaatst, met een bemanning waaraan het woord ongeregeld en vreemd een zeer ondergewaardeerde omschrijving gaf. Toch moet ik eerlijk toegeven dat deze stuurman desondanks met de grootste inzet bleef streven naar perfectie. Lange Arie leefde nu eenmaal voor zijn vak. En wat dat betreft kon niemand ontkennen dat hij het zeemansvak in al zijn finesses volledig beheerste. Had de man dan geen fouten? Natuurlijk wel! Onze stuurman was hopeloos verslaaft aan chocolade melk; cacao. Daar kon hij gedurende de wacht liters van opslobberen. Geregeld kwam hij met zijn blikje cacaopoeder en dan moet de vrije wacht vier bakken cacao maken. Hij vroeg dan ook wel eens aan die ouwe: ook een lekker bakkie cacao kapitein ? Als door een bij gestoken keek de kapitein hem dan aan. Heb je zo'n een hekel aan mij dat je de smaak van mijn borrel wil verzieken. En hij verdween dan maar als de klappers van de brug. Om die cacoa klaar te maken moesten we naar de kombuis op het achterschip. Onder normale omstandigheden natuurlijk niet al te lastig. Maar de omstandigheden waren bij ons aan boord zelden normaal. En dan moest je maar proberen om met vier mokken dampende cacao over deklading en tussen overkomende golfjes het stuurhuis weer te bereiken. Gelukkig raakten we daar wel naar verloop van tijd zeer bedreven in.

Op een gegeven moment lagen we al drie dagen te stampen in bar slecht weer. Als het tij mee liep dan gingen we drie zeemijlen vooruit en als het tij tegen was dan gingen we weer drie zeemijlen achteruit. Dat zijn dan van die ogenblikken dat de weerstand in je lichaam beduidend terugloopt. Maar niet bij lange Arie. Keurig in het pak met zijn drie welverdiende gouden strepen en krul verscheen hij op de brug. Het duurde dan ook niet lang of we hoorden het overbekende: Dolfie ga eens vier bakkies cacoa maken. Vier bakkies slurp was wel ongeveer het laatste wat Dolfie wilde maken, maar als een matroos bevel krijgt van de eerste stuurman om vier bakken cacoa te produceren dan zit er niets anders op dan de opdracht prompt uit te voeren. Ongeveer een half uur later verscheen Dolfie met vier dampende mokken in het stuurhuis. Toen hij mij een mok aanreikte bedankte ik toch maar. Ik stond achter het wiel en had al moeite genoeg om het schip in dit slechte weer en geringe snelheid op koers te houden. Geeft niet Dolfie, hoorde ik de stuurman zeggen, zet maar bij mij neer. Ik heb wel trek in een extra bakkie. Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik naast het vechten met het roer van het schip, angstige voorgevoelens had over een Dolfie die cacoa klaarmaakte in de kombuis. Je kon Leen de kok best wel eens iets verwijten over zijn kookkunst, maar hij was een op en top zeeman. Bij slecht weer rolde er bij hem nimmer potten en pannen of andere attributen over de vloer van de kombuis. Alles werd door hem zeevast weggezet. Maar Dolfie was een sloddervos. En als Leen ontdekte dat een gebruikte pan niet keurig en zeevast was terug gezet, dan waren de rapen gaar.

Toen ze alle drie hun cacoa hadden opgedronken en schip zich in wat rustiger vaarwater bevond, was het tijd om wat nader op het onderwerp in te gaan. Heb je die pan wel weer goed teruggezet? Dolfie keek mij verbaasd aan. Welke pan Bolletje? Ik wist toen onmiddellijk dat er iets goed fout zat. Het pannetje waarin je die cacoa hebt klaargemaakt. Oh, je bedoeld dat grijze steelpannetje dat bij Leen op het fornuis staat. Ik hield mijn mond maar verder dicht, maar voelde de spanning al stijgen. Toen Dolfie even naar buiten liep kwam lange Arie naast mij staan. Wat is er met het grijze steelpannetje van Leen? Niks hoor stuurman! Hij keek mij ongelovig aan. Is er iets bijzonders aan dat pannetje? Natuurlijk kon ik hem de waarheid niet langer onthouden. Dat pannetje wordt exclusief door Leen gebruikt. Als hij zijn kooi induikt, dan bergt hij zijn kunstgebit in dat pannetje op. Nou ik moet eerlijk bekennen, ik heb die lange stuurman nog nooit zo snel naar de verschansing zien rennen. Als hij aan de Olympische Spelen had meegedaan, dan had hij beslist gewonnen. Dolfie hield altijd vol dat hij slechts een kwartier heeft staan kotsen en vloeken, maar ik weet zeker dat het minstens een half uur is geweest. De eer om cacoa te maken werd ons natuurlijk permanent ontnomen.
bolletje

Bericht door bolletje »

Matroos Dolfie.

Zelfs zijn beste vrienden, waaronder ik zeker behoorde, vonden dat Dolfie van tijd tot tijd wel een beetje vreemd deed. Er waren er natuurlijk ook aan boord die dachten dat hij stapelgek was. Maar als dat werkelijk het geval was, dan was hij ongetwijfeld de meest aardige gek die ik ooit ben tegen gekomen. Dolfie zou beslist niemand met opzet kwaad doen. Bij hem gebeurden nu eenmaal wat vreemde, maar niet kwaad bedoelde dingen. Ik had natuurlijk wel het voordeel dat ik Dolfie kende als geen ander. We waren namelijk min of meer samen opgegroeit in dezelfde Amsterdamse buurt; in dezelfde straat, twee portieken van elkaar verwijderd. Ik kan me nog wel herinneren dat Dolfie nooit doktertje wilde spelen met de buurmeisjes. Niet dat hij niet op meisjes viel, maar misschien had hij wel een voorgevoel dat hij zijn talenten op medisch gebied beter tot een later tijdstip kon bewaren.

Dit tijdstip brak aan toen in het verre oosten op het schip van Dolfie een vreemde epidemie uitbrak. Meer dan de helft van de bemanning lag ziek in de kooi en de ziekenpa, zelf niet helemaal lekker, kon het niet meer bijbenen. Als één van de weinigen, misschien wel de enige, was hij totaal niet besmet door het vreemde virus dat de rest van de bemanning had gedecimeerd. Integendeel, Dolfie zorgde voor de neergeslagen bemanningsleden als een moeder hen voor zijn kuikentjes. Het ging pas fout toen de kapitein, misschien wel in een vlaag van verstandsverbijstering, Dolfie benoemde tot assistent-ziekenpa. Gekleed in een geleend wit jasje van de hofmeester en gewapend met een thermometer deed "dokter" Dolfie de ronde langs zijn zieke scheepsmaten. Zijn van alle weerstand beroofde kameraden waren vooral het slachtoffer van zijn veelvuldige rectale temperatuur metingen. Toen schele Arie daartegen bezwaar maakte, probeerde Dolfie de net bij dikke Willem gebruikte thermometer onder zijn tong te duwen. Nu was de maat vol! Ziek als ze waren ging een delegatie naar de kapitein om hem te smeken Dolfie van zijn taak te ontheffen. Terloops werd geopperd, dat een rectale behandeling van Dolfie met behulp van een houten vit zeker niet tot de onmogelijkheden behoorde. De kapitein had natuurlijk geen andere mogelijkheid dan de pseudo dokter te bedanken voor de bewezen diensten en hem te ontheffen van zijn zware taak.

Dolfie was door hetgeen had plaatsgevonden geenzins ontmoedigd. Hij had de smaak van de medische hulpverlening te pakken en besloot, na een gesprek met de chinese wasbaas, zijn talenten te verleggen van het physieke naar het mystieke. Voor een aanzienlijk gedeelte van zijn maandgage kocht hij in Singapore een grote pot zalf, waarvan niemand de ingredienten ooit heeft kunnen vaststellen, en bood een ieder aan hun medische klachten met behulp van de zalf te verlichten. Natuurlijk was er een acuut gebrek aan klanten, maar het verdiende hem toch wel de naam Dolfie Zalfie. Toch moet ik eerlijk bekennen dat de zalf van Dolfie niet geheel zonder herstellende krachten was: ik heb het immers aan de lijven ondervonden.

Wat ik jullie nu ga vertellen is zeer persoonlijk. Zo beste kombuizenaars, ga even dichter bij het scherm zitten want wat ik nu ga schrijven is alleen voor jullie ogen bestemd. Om onverklaarbare reden kreeg ik op een gegeven moment een joekel van een steenpuist. Precies op mijn achterwerk! Er was geen middeltje in de medicijnkast van de stuurman dat mij kon helpen en een injectie met anti-biotica was om medische redenen niet mogelijk. Al drie dagen liep ik met pijn in mijn achterschip en liep bijna op mijn wenkbrouwen van vermoeidheid, want slapen was er niet bij. Uiteindelijk ben ik van pure uitputting en na het innemen van wat asperine toch in slaap gevallen. Ik weet niet hoe lang ik heb geslapen. Maar toen ik wakker werd en het bewustzijn terugkeerde, realiseerde ik mij dat de pijn was verdwenen. Ik sprong onmiddellijk uit mijn kooi; klom op een stoel en zag in muurspiegel dat de steenpuist was verdwenen. Er was alleen nog een rode plek te zien. Onmiddellijk rende ik naar de messroom om de wonderlijke genezing aan de anderen kenbaar te maken. Alleen Dirkie de bootsman zat daar een bakkie te drinken. Plotseling realiseerde ik mij, dat Dolfie schitterde door zijn afwezigheid. Hij was niet in de hut, terwijl we hem gewoonlijk uit zijn kooi moesten trekken. En ik kon hem ook in de mess nergens zien. Waar is Dolfie vroeg ik Dirkie, terwijl het licht langzaam begon te branden. Die is al naar boven om de roerganger af te lossen. Ga jij ook maar vast naar boven. Ik moet even met de eerste stuurman wat dingen bekijken. Die ouwe neemt zijn wacht even waar. Toen ik boven kwam vroeg de kapitein hoe het met mijn steenpuist ging. Hij is weg kapitien, maar ik kan u niet vertellen hoe dat heeft kunnen gebeuren. Het gegiegel vanuit de richting van het stuurwiel dat we toen hoorde was voldoende om licht in de zaak te brengen. Heb jij mij soms een behandeling met die rotzalf gegeven. Dolfie knikte. Ja natuurlijk, ik kon dat gekreun en gesteun niet langer aanhoren. Dus ik heb er maar wat zalf opgedaan. Het werkte onmiddellijk. Natuurlijk barstte ik bijna van woede. Jij hebt met je tengels aan mijn kont gezeten terwijl ik sliep? Jakkes, nee hoor! Ik heb met de achterkant van een lepel de zalf op je puist gesmeerd. Gelukkig stelde die ouwe zich strategies op tussen de Dolfie en mij, anders had ik nu misschien nog in de bak gezeten; voor moord en doodslag. Stront voor dank, dat is alles wat je krijgt aan boord van dit schip, hoorde ik hem zeggen. We stonden daar op de brug zonder verder een woord te wisselen. Plotseling doorbrak de stem van de zalige zalver de stilte. Het heeft wel geholpen, he. Ik heb het al vaker gezegd, dat spul werkt uitstekend. Het is alleen de bijwerking die nog onbekend is. Welke bijwerking? Ik schreeuwde het bijna uit. Wel je denkt toch niet dat die steenpuist in de dunne lucht is verdwenen. Nee hoor, die is gewoon op de vlucht geslagen. Maar die komt straks gewoon weer terug, maar dan wel op je jongeheer. Ik zag uit mijn ooghoeken dat die ouwe paars begon aan te lopen. Op mijn jongeheer? Je lult natuurlijk maar wat. Zou ik tegen jouw liegen. Je bent haast een broer voor me. We zijn samen opgegroeit. Nee echt hoor, die puist komt geheit weer terug maar dan wel iets groter. Maar dan kun je er toch weer wat zalf op doen! Ik niet hoor, ik kom niet aan jouw piemeltje. Trouwens die puist is inmiddels resistent tegen de zalf geworden. Het werkt niet meer. Ik hoorde de kapitein buiten op de vleugel naar lucht happen. Maar er is toch wel iets tegen te doen, vroeg ik. Je moet er juist niets aan doen. Denk aan de wijffies die in elke haven op je staan te wachten. Je wordt een beroemdheid man! Val jij maar dood! Ik wist eigenlijk niets anders te zeggen.

Inmiddels was de stuurman en Dirkie op de brug aangekomen. Alles in orde hoor stuurman, hoorde ik de kapitein zeggen, ik moet even gauw naar mijn hut. De ouwe verdween met een sneltrein vaart van de brug. Ga eens even vier bakkies chocolade maken, Bolletje. Ik was blij dat ik even van de brug weg kon komen. In de kombuis zaten Leen en Toon aardappelen te schillen. Hé, die bolletje! Het klonk mij allemaal te vrolijk. Ongetwijfeld had de scheepstelegraaf zijn snelle werk weer gedaan. Wat is er met jullie? Wat bedoel je vroeg Leen verbaasd; we zijn gewoon reuze blij voor je. Al die vrouwtjes. Denk af en toe wel even aan je ome Toon en Leen en laat ons soms ook meedelen. Jullie kunnen mooi doodvallen! Terwijl ik wegliep hoorde ik ze achter mij brullen van het lachen.

Mvrgr.

Bolletje.
Gebruikersavatar
Gerrit
Berichten: 3368
Lid geworden op: 21 jul 2004 23:23
Locatie: IJmuiden

Bericht door Gerrit »

Bolletje,

In een woord, schiterend. :lol: :lol:

Gr. Gerrit.
Jef Pijnenburg

Die eerste reis

Bericht door Jef Pijnenburg »

Is iets wat een zeeman nooit vergeet,
het is zijn eerste liefde.

Ik schreef dit verhaal eigenlijk om de mensen aan de wal wat inzicht te geven over het zeemansleven.
Maar eigenlijk is het een verhaal van hoe een jonge knaap tot zeeman wordt.

Het zijn 10 korte stukjes geworden, ik zal dus dagelijks één of twee stuksjes posten.

Het voorspel
We zijn begin de jaren zeventig.
Ik ben een jong ventje van 19 jaar en wil een stukske van de wereld zien.
Ik bied mij aan op de pool der zeelui in de Olijftakstraat in Antwerpen en zeg : ik wil gaan varen.
Das heel goe manneke, we kunnen nog volk gebruiken, vult die papierkes hier maar in en biedt u aan bij meneer doktoor.
Meneer doktoor zegt : manneke gij ziet zo scheel als nen otter, das te gevaarlijk op een schip.
Ik zeg : ik wil gaan varen.
OK zegt hem, maar niet aan dek. Maar in de kombuis is er geen probleem.
Ik zeg, ik wil varen en ik kan een ei bakken want ik kom uit een familie van twaalf kinderen.
OK zegt hem, we sturen u naar de zeevaartschool voor een opleiding voor 2de Kok-bakker.
Ik zeg : als ik maar kan gaan varen.
In de zeevaartschool in Oostende worden officieren opgeleid.
Een militaire sfeer.
Wij, we zijn met vijf, hebben daar minder last van omdat we goedkoop keukenpersoneel zijn dat tussendoor op drie maanden opgeleid moet worden tot 2de Kok-bakker voor de langen omvaart.
Na drie maanden slagen we allemaal in de examens, behalve éne want die wordt betrapt. Hij heeft een foto in zijn persoonlijke valies van een vrouw met blote borsten.
In de examencommissie zitten vertegenwoordigers van de verschillende rederijen.
De man van UBEM spreekt mij na het examen aan en vraagt of ik een vast contract wil tekenen voor zijn rederij.
Ik zeg nee want ik wil ongebonden blijven.

En ik voel me wat onzeker want op drie maanden tijd maken ze van den eerste beste pipo nen tweede kok-bakker omdat ze toevallig volk nodig hebben.
Die tweede kok-bakker heeft aan boord dan wel de verantwoordelijkheid voor zo'n 35 man wat betreft voedsel.

Ik heb dus mijn certificaat en moet mij terug aanbieden bij meneer doktoor om mijn pietje te laten nazien op vuile ziektes en in het Tropisch Instituut wat spuitjes krijgen tegen yellow fever en andere vieze dingens.
Ik ga ook mijn zeemansboek afhalen bij de waterschout.
Daarna moet ik mij dagelijks aanmelden in het aanwervingslokaal der zeelieden.
Dat noemde toen het rattenkot en was gelegen op de Italielei.
Den eerste dag heb ik al prijs.
Voor de rederij UBEM, een reis naar Noord-Amerika.
Bestemmingshavens zijn o.a. Houston, New-Orleans, Tampa en Galveston.
Terugvaart bestemmingen staan dan nog niet vast.
Ik teken mijn aanmonstering, en ga een pint pakken.
Die pint ga ik pakken vlak naast het rattenkot, in cafe Blue-Tax.
Daar zit een kleine rondborstige vrouw en die vraagt aan mij : wat ist zeeman, is uw geld oep ? Ik ontken.
Aan den toog krijg ik te horen dat Klein Mariake een sexuele afwijking heeft.
Zij spreekt af met gestrande zeemannen en tegen betaling doet zij rare dingen met een plexi potteke om aan haar gerief te geraken.
Ik ga naar de kroeg aan de andere kant van het rattenkot.
Daar zit Dikke Mit.
De moeder van alle zeemannen.
Dikke Mit begrijpt het leven van een zeeman.
Dikke Mit zit de hele dag achter haar toog op twee krukken want Mit weegt 145 Kg.
Dikke Mit geeft mij wijze raad om mij als kersverse zeeman niet te laten vangen tijdens mijn zeemansdoop.
Ik denk het wel te snappen.

De dag erna moet ik om 16H00 aanmonsteren op kaai 408 in Antwerpen.
Vanaf toen zat het spel op de wagen.
Jef Pijnenburg

Bericht door Jef Pijnenburg »

Eerste kennismaking
Thuis pak ik mijn valies en neem afscheid van moeder.
Ik moet haar beloven om regelmatig te schrijven.
Dat beloof ik maar ik weet dat daar op zee de fakteur niet alle dagen langskomt.
Aan kaai 408 zie ik mijn schip.
De Chertal is een modern schip zegt de derde stuurman mij met een waals accent.
"Diet skip ies één multi-purpose-bulk-carrier en makt selfs 24 knopen."
Theo Horsten (R.I.P.)

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

:D Ga vooral verder, Sjef! :wink:
Jos Komen (R.I.P)

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Prima Sjef! Je verhalen zijn een aanwinst voor het Forum.
All the best
Jos


Plaats reactie