Bij dit sterke verhaal zijn er 2 problemen. Ten eerste is het eigenlijk geen sterk verhaal, want elke letter is waar gebeurd. En ten tweede komt er maar zijdelings iets drijvends in voor en dat kan nog geeneens zelf varen ook.
In 1978 heb ik een paar maanden in de Perzische Golf doorgebracht, omdat mijn werkgever zo slim was geweest om 3 grote cutterzuigers met een (ongebruikelijke) produktiegarantie te verkopen aan het baggerclubje van de Sjeik van Abu Dhabi. Hij moest wel, want zijn Sjeikvriendje in Dubai had ook een grote zuiger besteld en hij was rijker, dus vandaar 3. Daarna was het ineens geen baggerclubje meer maar een baggerclub.
Eén van de 3 cutterzuigers de Umm Elzemoul. Op de VHF: Zemoel, zemoel
Als ik zo terugkijk op die tijd aan de PG zat die best vol met bijzondere gebeurtenissen. Een paar die opwellen.
Na een dag werken (ja echt) op de net onder garantie afgeleverde cutterzuigers, stond onze Japanner (zal wel een Coyota Torolla zijn geweest) in de volle zon te wachten op de kade om ons naar het hotel en de kouwe klets terug te brengen. Het gezelschap bestond uit gekneisde baggerschippers en machinisten en die wisten wel raad met zo’n vers kantoorpikkie. Als gunst mocht ik de eerste keer de Coyota naar het hotel rijden, want zij waren te moe. Het instappen duurde erg kort en het kontaktslot heb ik nooit bereikt. De routine was namelijk als volgt: het portier openen, voorzichtig reiken met de sleutel naar het kontaktslot, starten en dan de AC vol aan. Vervolgens een paar minuten in de schaduw wachten tot je geen brandwonden meer kreeg van de kunststof stoelen.
Ons verblijf, de Ramada Inn, was best wel lux, zeker voor die tijd. Achter het hotel was het oude vliegveld, gescheiden door de Creek, uiteraard gebaggerd door een van de kleine cutterzuigertje van de Sjeik. De allereerste klus daarvan was een mooie ruime zwaaikom maken voor het Sjeikpaleis. Daardoor kon hij met een elegante boog zijn Sjeikspeedboot afmeren voor de Sjeiksteiger.
Ik volgde een collega op in Abu Dhabi, die mij bij onze werkoverdracht trots zijn koffer liet zien. Hij had elke dag de kleine hotelzeepjes verzameld en die lagen rijen dik in zijn koffer. Ik geloof dat ik gezegd heb: dat is mooi.
De SABENA station-manager was gestationeerd in de Inn in een king-size hotelkamer. Het was een gezellige vent en na een paar borrels klapte hij wel eens uit de school. In die tijd was er nog een strikte scheiding tussen luchtgastvrouwen voor de eerste klasse en de klootjesvolk-klasse. Eén zo'n eerste klasser hield zich meestal wat afzijdig van haar collega's en na enige tijd werd duidelijk waarom. Waarschijnlijk tegen goede Dirhams of goede Dollars, dook zij regelmatig de koffer in van zo'n rijke soepjurk.
Om het rijtijdenbesluit (sorry vliegtijdenbesluit) te kunnen aanhouden verbleven er regelmatig overblijfbemanningen in de Ramada Inn, soms wel voor enige dagen. Op een goede dag was er een Lufthansa bemanning van een Boeing 707, die werd aangevoerd door een Nederlandse piloot. Die had in een moeilijke KLM-tijd zijn dure opleiding te gelde gemaakt bij onze oosterburen. Het was gelijk dolle pret, vooral toen bleek dat van zijn meegebrachte surfplank onderin de 707, helaas de giek was thuisgebleven in de Heimat. Gelukkig had het hotel een paar eigen zeilplanken te leen. In de hotelbar kwamen er allerlei verhalen los. Zo vertelden ze dat bijna alle piloten en stewardessen min of meer gebroken of moeilijke relaties hadden. Het probleem: teveel tijd en teveel geld, oh ja en teveel verleiding. Verder keken ze neer op de toen net geïntroduceerd wide-body's. In hun Boeing 707 was het veel gezelliger.
De verhouding was zo goed geworden dat ik een geslaagde poging deed om mijn terugvlucht om te boeken naar Lufthansa. Uiteraard werd ik na de start uitgenodigd op de bok. En als zweefvlieger vertrouwden ze mij de stuurknuppel toe voor een stukje stijgvlucht, levellen op kruishoogte en daarna een flauwe S-bocht boven Jubail. De passagiers hebben er niets van gemerkt, dus het was best goed gegaan. Maar toen ging de Duitse co-piloot steeds zuurder kijken en ben ik maar een poosje naar achteren gegaan voor een uitgebreide eerste-klasbehandeling.
De Boeing 707 (en ook andere kisten) had een ingebouwd probleem met de stabiliteit om de top- en de langsas, ook wel bekend als de "Dutch roll mode". Die maakt dat er een gelijktijdige rol- en gieroscillatie ontstaat. Om dat tegen te gaan is er een yaw-damper ingebouwd, die voortdurend aktief is. De gezagvoerder vond dat elke passagier recht had op enige opwinding tijdens de vlucht, dus hij schakelde dan de yaw-damper uit en was altijd benieuwd of dat voldoende onrust achterin veroorzaakte.
De aanvlieg en landing heb ik ook voorin meegemaakt. Bij de aankondiging na touch-down, vertelde onze opperluchtheld aan de opperstewardess dat ze het volgende moest zeggen over de PA: "Ladies and Gentleman, please keep your fucking ass down, until we come to a complete standstill". Hij beweerde dat er ooit een vliegmeisje was geweest die die zin inderdaad had uitgesproken.
De metingen voor de produktiegarantie zijn succesvol verlopen. De in- en uitsurvey van het gebaggerde materiaal werd opgenomen door een Engels Geodesie-bedrijf. Ik dacht altijd dat Engelsen onkreukbaar waren, maar dat viel gelukkig mee.
Adri