Platzak

Een gezellig, leuk en informatief Scheepvaartforum
Jos Komen (R.I.P)

Platzak

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Platzak

Gedurende mijn hele vrijgezellenleven kwam dit maar al te vaak voor.
In het begin, toen ik op tankers voer viel het nogal mee, maar tijdens studieverlof ging het altijd snel bergafwaarts met de inhoud van de knip.
Om aan deze situatie iets te verbeteren ging ik dan naar een studentenuitzendbureau en kwam o.a. terecht bij een Sherrybottelarij aan een Amsterdamse gracht, Mahler en Besse heette die geloof ik. De meeste studenten hielden het daar niet lang vol, de hele dag flessen sherry en muscatel voor je neus voorbij zien gaan. 's Middags waren mijn meeste collega's al als een hoeretoeter. En dan nog studeren in de avonduren, dit viel niet te combineren.
Ik werkte daar 's ochtends een paar uur en kwam dan 's middags terug om die ladderzatte figuren af te lossen.
De boekhouder kwam 's ochtends stilletjes binnengeslopen en ging 's avonds vrolijk zingend naar huis. Dat ging zo al jaren.
Ik heb ook wel eens 9 maanden op een schip gezeten en "Rood"

Gebruikersavatar
Willem Visser
Berichten: 764
Lid geworden op: 21 jul 2004 22:16
Locatie: Amsterdam

Bericht door Willem Visser »

hoi Jos.

Vroeger had ik daar nooit geen problemen mee, maar sinds de komst van de euro, hoor je iedereen zeggen "ik ben platzak"
Old sailors never died.

Gr Willem V.
Gebruikersavatar
Henk van der Moolen
Berichten: 1214
Lid geworden op: 04 aug 2004 13:11
Locatie: Amsterdam

Bericht door Henk van der Moolen »

Gled maakt niet gelukkig zei mijn moeder,
daarom maak ik het zo snel mogelijk op.
vr gr Henk
Gebruikersavatar
Willem Visser
Berichten: 764
Lid geworden op: 21 jul 2004 22:16
Locatie: Amsterdam

Bericht door Willem Visser »

Hoi Henk.

Mijn vader zei altijd " Je leeft maar een keer, dus geniet ervan"
Old sailors never died.

Gr Willem V.
Theo Horsten (R.I.P.)

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

We lagen met de Jan Kreumer in Rendsburg, halverwege het Kielerkanaal. We hadden daar vastgemaakt in verband met dichte mist, maar toen het opklaarde, had neef Jaap geen zin meer om verder te gaan en dus bleven wij liggen. Dat gebeurde in die jaren wel vaker. Het tempo lag toen een stuk lager dan tegenwoordig.

Wij lagen daar wel, maar er kwam geen agent meer en geld opnemen was er niet bij. Nu hadden we een machinist - na meer dan 50 jaar zal ik zijn naam nog steeds niet noemen, maar hij heette Oene - en die kon lullen als Brugman. In elke willekeurige Nederlandse kroeg waar hij nog nooit was geweest, lulde hij zich zonder enig probleem 25 gulden krediet bij elkaar, in die tijd een aardig bedrag waar je een lekker potje bier van kon kopen en desgewenst ook nog even naar de hoeren.
Het was een talent dat hem meerdere malen in de problemen heeft gebracht. Ik zie nog hoe Red Smid, de baas van café Rijndam en een beetje - nou ja, beetje - penozefiguur, hem bij zijn lurven had en boven de machinekamer liet bungelen en dreigde hem te laten vallen als hij niet onmiddellijk met geld over de brug kwam. Nou was de machinekamer van de Jan Kreumer dan wel niet zo diep, maar het zou toch nog een aardige smak zijn geweest als Red Smit Oene op die 200 pk Deutz had laten vallen, dus toen lulde Oene voor zijn leven en ook dat lukte weer.
Oene had hem verteld van die tante van hem die overleden was en hem als enige erfgenaam had aangewezen. Red Smid was behalve kroegbaas ook nog handelaar in tweede- en meerderehands auto's en Oene dronk zich niet alleen op de pof in stuk in zijn reet, maar bestelde en passant ook nog een auto bij Red Smit, allemaal in het vooruitzicht van de centen van die niet bestaande dooie tante. Dat pakte dus verkeerd uit.

Maar goed, we lagen dus in Rendsburg en hadden wel dorst maar geen centen. "Geen probleem," zei Oene. "Wij gaan de wal op."
Ik was behalve matroos o/g ook assistent-machinist op de Jan Kreumer, een taak waarvan ik me met veel enthousiasme kweet. Om de twee uur ging ik de machinekamer in en smeerde de 200 Deutz.Twee kannetjes: een met pure smeerolie en voor de uitlaatkleppen een kannetje half smeerolie, half gasolie. Olieglaasjes bijvullen even aan de keerkoppeling voelen, twee slagen aan de schroefassmering, lucht op druk pompen, nog lekker een poosje omlummelen en dan weer naar boven, naar dat onverwarmde stuurhuis. Als we binnen lagen en het was echt smerig rotweer, koud en akelig, dan ging Oene vaak naar de stuurman en zei dan dat hij mijn assistentie dringend nodig had en aangezien ook die stuurman zich door Oene om liet lullen, zat ik dan lekker warm in de machinekamer. Oene had geen diploma, maar was wel verdomde handig en ik heb daar in twee jaar toch heel wat opgepikt waar ik later veel plezier van had.

Maar goed, zoals ik al zei: we lagen dus in Rendsburg en hadden wel dorst maar geen centen, maar Oene zei dat het allemaal goed zou komen en dus gingen we de wal op. Oene en ik en Klaas uit Ruischerbrug die matroos was. Met z'n drieën hadden we net genoeg voor elk twee potjes bier en Oene lulde daar voor ons elk nog twee potjes bier bij die hij de volgende dag zou komen betalen. Nu, ruim vijftig jaar later, zit die kroegbaas dus nog steeds op zijn centen te wachten, dat spreekt.
Wij hadden dus elk vier potjes bier op en hadden daar tevreden mee moeten zijn en waren ook al onderweg terug naar de kaai, toen Oene zei: "Jongens, ik weet hier in Rendsburg een groot bordeel, dus kom op, we gaan naar de hoeren."
Zo gezegd zo gedaan. Wij lieten ons door Oene naar een villa leiden die in een grote tuin stond met een muur er omheen en bij het hek een fraaie lantaarn met een grote, rode 7. Het bordeel heette dan ook "Die Roter Sieben", ik zal het nooit vergeten. Vergeef me als het "Der Roter Sieben" is, mijn Duits is nooit zo perfect geweest. Dat van Oene wel want die begon, toen de madam de statige deur voor ons opende, gelijk te lullen als de bekende Herr Brügmann en lulde ons zo een aardige salon in waar we plaatsnamen op een fraaie bank. We zagen er gelukkig netjes uit, daar stond Oene altijd op als we met hem de wal op gingen, want in een net pakkie krijg je nu eenmaal eerder krediet dan in vodden. Ik was zeventien, misschien net achttien en had geen enkel verstand van bordelen, maar dat dit geen goedkoop hoerenkot was, kon zelfs ik nog wel zien.
Madam wilde onmiddellijk de champagne opentrekken, maar daar wilde Oene niet van horen. We hadden al een paar biertjes op, zei hij en daarom bleven we maar liever bij het bier en dus werden er drie pilsjes uit flessen met een gouden kraag geserveerd. Ook kwamen er drie lieftallige dames die beleefd vroegen of ze ons gezelschap mochten komen houden.
Dat mocht van Oene, maar ook die kregen geen champagne van hem. Hij zei rechtuit dat champagne in hoerenkasten alleen maar bedoeld was om je onnodig geld uit de zak te kloppen en dat hij gaarne bereid was om ze een glas wijn te offreren, maar géén champagne.
Kijk, dat noem ik nou eerlijkheid.
De hoerenmadam had er alle begrip voor. Wist zij veel dat er bij Oene niks uit de zak te kloppen viel! Geen stuiver! Geen Pfennig!
Ja, hoe harder ze klopte, hoe harder Oene begon te lullen, dat wel.
Maar goed, er kwam dus een fles wijn in een koeler en daar zaten we dan, met zijn zessen in dat salonnetje. Ik zweette peentjes. Ik ben niet zo flink en dit kon dus nooit goed aflopen. Maar Oene lulde honderduit en zat aan die meiden te friemelen terwijl Klaas uit Ruischerbrug zo'n beetje meedeed. Die was waarschinlijk net zo benauwd als ik.

We hebben dat toch minstens een uur en nog een potje bier uitgehouden, maar toen kwam de madam informeren of alles naar wens was en of de Heren zich langzamerhand niet met de dames terug wilden trekken.
Oene weer kletsen en hoe hij het voor elkaar kreeg weet alleen hij, maar zonder ruzie gingen de drie dames weg en werden vervangen door drie andere. Met een ander kleur haar of dikkere tieten of mooiere benen, God mag het weten. Ik durfde ze niet eens meer áán te kijken, zo benauwd had ik het. Zonder centen in een luxe bordeel zitten zuipen, dat kón immers nooit goed aflopen?
Dat wist Oene natuurlijk ook en die zei: "Jongens, als ik zeg lopen, dan lopen we. Ik ga zo even pissen en dan zal ik zorgen dat die voordeur niet op slot zit, dus dat is straks de deur uit, tuin door, hek uit en dan linksom en direct weer linksom, dan komt het allemaal goed."
Mij kon het niet gerust stellen, maar ik schoof wel wat dichter naar de deur.
Toen de madam terugkwam en op iets dringender toon vroeg of er soms iets niet in orde was, zei Oene met een stralend gezicht in zijn mooie, rappe Duits: "Madame, het is allemaal uitstekend. Het bier is goed en de dames zeggen dat de wijn heerlijk is en het zijn ook heel mooie dames, maar we hebben één probleem."
"En dat is?" wilde de hoerenmadam weten.
"Wir haben kein geld," zei Oene. "Lopen, jongens!"

Mijn god, wat heb ik gelopen. Voorop, als een vos met een meute honden op de hielen. Achter me hoorde ik de madam een rauwe kreet slaken, omhoog, de trap op, de naam van een man en ik stelde me een enorme uitsmijter voor waarbij ik alleen maar kon hopen dat madam zou brullen dat hij allereerst Oene moest grijpen. Ik zou hem zonder meer in de steek hebben gelaten, zou hem door weet ik wie als een rotte haring uit elkaar hebben laten trekken. Had hij zich daar ook maar uit moeten lullen.
Maar, wonder boven wonder kwamen we heelhuids de deur uit en de tuin uit en linksom en nog een keer linksom. Oene moet de weg hebben geweten in Rendsburg, want we werden niet gevolgd en kwamen veilig aan boord waar alles al in diepe rust was.
Ik heb erg onrustig geslapen, verwachtte elk moment dat er een enorme kerel en een krijsende hoerenmadam ons viermanshutje binnen zouden komen stuiven en ik was doodblij toen we 's morgens al vrij vroeg van de kant gingen, richting Brunsbüttel. Maar ik was pas echt gerust toen we de sluis uit en op de Elbe waren.

Rendsburg, "Die Roter Sieben". Ik zal het nooit vergeten.
Die Oene.
Wat kon die lullen.

[:)]
Jos Komen (R.I.P)

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Platzak zijnde moest je ook altijd inventief zijn.
Ik frequenteerde in Haarlem een destijds al "Echte Bruine Kroeg" waar ik ook kon poffen, café "Het Hartje" in de Paarlaarsteeg.
Er hing wel een bordje wat iets leuks voorstelde ten aanzien van het poffen, maar Ome Piet met zijn glazen oog kneep af en toe een oogje toe.
Maar als mijn rekening een beetje te hoog was opgelopen moest ik een beetje voorzichtig zijn.
Mijn broer Hans kwam ook regelmatig in deze tapperij en Ome Piet zag het verschil wel tussen ons als we samen aan de toog stonden, maar als ik alleen binnenkwam vroeg hij: "Ben je nou Jos of Hans?"
Toen ik een keer echt platzak was en de rekening al opgelopen was tot het niveau dat ik niet meer "getapt" zou worden, antwoordde ik dus maar:
"Ik ben Hans".
Het is later allemaal goed gekomen, want toen ik weer op een Gulftanker ging varen kon ik een voorschot lospeuteren van de jongens van Vinke met het smoessie dat de uniformtoelage bij Nedgulftankers niet toereikend was om mijn gardarobe aan de nieuwe uniform eisen aan te passen.
Maar dat in uniform lopen is weer een HEEL ander verhaal.
All the best
Jos
Kees Bloemkool

Bericht door Kees Bloemkool »

Hallo Manne
Mooie verhale manne, maar Kees had vroeger Snuitjeswerk.
In Hamburg zat een temeier die op me ore viel.
Het sprokie van Roodkappie.
Kees was haben Sie grosze Ohren.
Maar Kees had nog meer in de aanbieding.
As Kees weer es platzak in Hamburg aankwam hoefde ik bij de portier aan de poort alleen maar effe te belle en er kwam een tax die me bij SchmutziePutzie afleverde.

De Ballluuuuhhhhhh
Jos Komen (R.I.P)

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Ik was een keer in een casino en zat tegen beter weten in aan een gokkast in de hoop dat ik in één klap miljonair zou worden.
Raakte in gesprek met een dame naast mij die vroeg op een goed moment:
Was ist ihre nahme?
Ik zei toen:
"Ich bin Tsjech und meine name ist: Joseph Platzack".
All the best
Jos
Kees Bloemkool

Bericht door Kees Bloemkool »

Hallo Manne,
Kees is back in Town, nog niet in me echte Town, maar in Amsteldam!
Ook wel leuk, maar mot niet te lang dure.
Zit in een keilewinkel waar ze ook internet hebbe, dus maar effe de groete doen.
Hep in Gdansk zelf maar een reunietje geregeld, maar hep nu geen stuiver meer te makke. Alleen weet de kastelein dat nog niet en ik zit hier wel lekker te keile en de wijffies zitten ook lekker op koste van Kees te keilebakke.
Maar Kees hept wel eerder met dit bijltje gehak hoor!
Ik pakt nog even een Amsterdammetje en effe danse met Rooie Sjaan.
De Ballluuuuhhhhhhhh
Gebruikersavatar
frans52
Berichten: 252
Lid geworden op: 05 nov 2004 09:57
Locatie: Betekom

Bericht door frans52 »

Ja jongens platzak was ik bijna altijd als ik thuis kwam van een reis.
Ik nam alles mee wat het leven te bieden had,en zag op geen cent.
Als je dan in Antwerpen aankwam met het schip konden wij van de ouwe een voorschotje krijgen op ons loon als er nog iets over bleef natuurlijk,maar dikwijls was dat zo niet.
De dag erna gingen wij naar de rederij om ons afrekening op te halen,maar al vlug bleek dat het de moeite niet meer was.
Ja platzak zijn is wel erg en soms moest je dan wel zorgen dat je zovlug mogelijk terug aan het varen was.
Thuis was ik niet welkom en verbleef meestal in het zeemanshuis te Antwerpen.
Op een dag zat ik in een caféétje aan de haven en kwam in kontact met een dokwerker.
Hij had ook gevaren en was ook altijd platzak en wist dus wat het is om zonder centjes te zitten.
Maar hij had voor mij de ideale oplossing hoe ik snel aan veel geld kon komen.
S'morgens melde ik mij op het kot voor de dokwerkers met mijn paspoort en had onmiddelijk werk op de dok om schepen te gaan lossen.
Met het paspoort werken was in het zwart werken en niemand controleerde dat in die tijd.
Dus ik deed in de voormiddag een schift en in de nammidag,bij het einde van de schift kreeg je dan een bonnetje van de foreman.
Nou op het einde van de week had ik zo'n 8 bonnetjes bij elkaar en daarmee ging is dus naar CEPA mijn centjes halen.
Wat bleek als ik de bonnetjes inleverde bij CEPA dat zo'n bonnetje 4000fr waard was,dus 100 euro.
Man dat was vlug veel geld verdienen,soms haalde ik tot 1000 euro de week binnen dat alles in het zwart,dat kon ik op geen enkel schip verdienen wat ik hier binnen haalde.
Dus nu wist ik hoe de steel aan de vork zat en telkens ik van een reis thuis kwam,nam ik mijn compensatie dagen op en ging op de dok in het zwart werken.
En weet je op het einde had ik nog niets en het beursje bleef plat.

frans


Plaats reactie