Overgang (naar een walbaan)

Een gezellig, leuk en informatief Scheepvaartforum
Gebruikersavatar
Cor Leliard
Berichten: 3418
Lid geworden op: 20 sep 2004 17:57
Locatie: Breda

Re: Overgang

Bericht door Cor Leliard »

Hallo V&D,

Klopt helemaal. ook ik, ga zo gauw ik ergens ben eerst kijken bij een leuk haventje
of langs het strand lopen,met vakantie altijd in de buurt van de zee.
Schepen kijken.
Ja, een maal gevaren altijd gevaren,het was de mooiste tijd in mijn leven.
gr en all the best for 2013
Cor
Il parle Il a parle

Gebruikersavatar
rspeur
Berichten: 3111
Lid geworden op: 11 dec 2009 17:41
Locatie: Almere
Contacteer:

Re: Overgang

Bericht door rspeur »

Een inbreng van een voormalig civiele dienstman. Deels herhaling van zetten, ik heb al wat afgeouwehoerd op vooral het SMN topic en daarnaast heb ik al de nodige tekst in “Mijn vaartijd in plaatjes en praatjes” verwerkt. Ik laat het verschil tussen technici en nautici dat Theo aanhaalt liggen, ik heb alleen “ex-zeelui” ervaren.

Over de beroepskeuze destijds: het zit in het bloed. Denk ik. Opa van moeders kant was al “reizend”, een oom (van vaders kant nu) had gevaren, zoonlief is piloot, ik heb dus wat zeemansdna denk ik. Het kan natuurlijk ook zomaar zijn dat ik de diagnose ADHD zou hebben gekregen i.p.v. “een joch met weinig rust in zijn kont”, maar dat terzijde. Na de Mulo de Banketbakkersschool aan de Wibautstraat in Amsterdam gedaan, ik wilde vanaf mijn vijfde al “koekiesbakker” worden, schoolbaantjes speelden zich altijd af in brood- en banketbakkerijen. In de roemruchte winter van 1963 liep ik nog een broodwijk op zaterdag…. Maar toch geen zin om door te gaan in het mooie banketbakkersvak (en een mooi vak is het), dus naar “het hofmeesterschooltje”, de Vakschool voor Civiel Personeel ter Koopvaardij. Theo refereert daaraan als “een gedegen basis” voor een verder bestaan in de voedsel- en drankverstrekkende business, en dat klopt waar het gaat om warenkennis, menu- en serveerkunde, maar de (slechts vijf maanden durende) cursus ging zo goed als volledig voorbij aan de mogelijkheid dat je terecht kwam op een vrachtschip, waar een bediende ook hutten schoonhield, kooien verschoonde en gangen dweilde. Niks mis mee, ik was er wel op voorbereid, maar ik weet van figuren die dachten dat ze gelijk hofmeester waren en zich wild schrokken van de “bijkomende werkzaamheden”.

Of ik geluk had dat we uit Lissabon vertrokken over spiegelglad water of dat ik gewoon van nature geen aanleg heb, van zeeziekte heb ik nooit last gehad. Later kwam ik erachter dat ik dus geen aanleg heb: zwaar weer bij het ronden van Kaap de Goede Hoop, slecht weer op een Iers meer tijdens een vakantie, korte of soms wat meer dan normale golfslag op het IJsselmeer, Speur zat goed.

Gevaren als bediende (maart 1965 – oktober 1967), toen militaire dienst. Opgeleid tot sergeant menagemeester, ik runde als vredesfunctie een korporaalsmess van 200 man en op oefening de keuken van mijn eigen tankverkenningseskadron (41 ZVE, Seedorf) van zo’n 140 man. Vooral tijdens de schietseries bij Hohne was het vaak dikke pret, er bleef meestal genoeg eten over om te ruilen tegen leuke dingen bij de boeren of bij Onkel Nickel in Ostenholz (drank dus, mogelijk weet Jos zich ook nog wat te herinneren uit die periode), mooie tijd. Maar toch, ook al was het vooral tijdens oefeningen een beetje zeemansleven, was ik blij dat het voorbij was, de zee trok. Ook achteraf bezien geen overdreven gedachte, ik had bijna geen geduld om te monsteren. Weer als bediende, het werd de Camerounkust. Na nog twee schepen (tijdens verlof schoolde ik mezelf wat bij bij onze eigen slager en achter de kachel van wat restaurants in de buurt, ik leerde een tikijzer redelijk bedienen, het brood en banket beheerste ik al) vond ik dat ik lang genoeg als bediende had gevaren. Ik kon assistent hofmeester worden (een KRL functie, de fusie was inmiddels een feit) en werd dat onder Jan Grofsmit, een VNS man. Vervolgens ook naar de Marne Lloyd als “stent”; doordat mijn baas, Ben van der Ham, in Mombasa plotseling naar huis moest mocht ik – na overleg met kantoor uiteraard – de toko overnemen. Ik heb zo’n drie maanden als hofmeester gewerkt, maar de volgende reis moest ik weer als assistent weg. Mogelijk terecht, mijn promotie was niet gepland en kennelijk was ik ondanks een goede conduite nog niet aan de beurt. Ik kreeg daar echter op het volgende schip wat bedenkingen over toen ik een hofmeester trof die er niks van bakte. De chef kok en ik (de assistent dus) moesten hem coachen. Overigens was het een hartstikke aardige vent. Terug thuis vond ik dat ik definitief promotie had verdiend, de man op de wal vond van niet. Ik heb dus de zak genomen.

En dan rijst natuurlijk de vraag “Wat als???” Geen idee.
Mogelijk zou ik, als me een promotie was gegund, nog een aantal jaren hebben gevaren (hofmeester? kok-hofmeester?), maar ik ken ook iemand die in 1970 de hofmeestersapplicatiecursus deed en vervolgens de pijp aan Maarten gaf. Ik weet in ieder geval dat ik toch altijd met wat kwijl in de mond vanaf de kant het zeemansgebeuren ben blijven volgen.
Wat ik overigens zeker weet is dat de relatieve vrijheid (stappen, maar ook excursies en een korte safari in 1965) met daartegenover de duidelijke discipline op een zeeschip (zeven dagen per week minimaal acht uur per dag) me hebben geholpen bij invulling van werkzaamheden na mijn vaartijd. Eerst in de horeca (kelner, barbeheerder, bedrijfsleider restaurant), en na wat bijleren ook als personeelsfunctionaris en arbeidsdeskundige.
Een pre bij beide laatste functies: een zo breed mogelijk geschakeerd arbeidsverleden, de koopvaardij stond bij beide clubs waar ik werkte hoog aangeschreven. En dan kom je ex-zeelui tegen. Stap binnen bij een verbrandingsinstallatie van een gemeentelijk reinigingsbedrijf (toen dat, in 1985, nog bestond) en je waant je op een zeeschip. Diploma’s van A tot volledig B, allemaal ex-wtk’s dus. En stapte je in 1987 (toen ik daar begon) een kantoor van de toenmalige GMD binnen in de regio Rotterdam (Dordrecht, Rotterdam, Vlaardingen) en je kon een volledige midscheeps bemannen. Allemaal voormalige stuurlui en wtk’s, we hadden zelfs een sparks en (jawel, beetje kapsones) een hofmeester. Glimoogjes bij de meesten als havens als Yokohama, Kobe, Mombasa, Kaapstad, New York, San Francisco, Punta Cardon of Puerto Barrios ter sprake kwamen….
Functie-eis: personele achtergrond en technisch inzicht of techneut met personele affiniteiten. Een voormalig 2e wtk of 3e stuurman pasten in het plaatje, en gezien mijn laatste functie (personeelsboer) mocht ik – na een goed uitgevallen test – ook aan het werk in de branche.

Ik heb mijn laatste functie met plezier uitgeoefend, maar de laatste tijd vond ik het beleid wat minder; zoiets als het gemis aan vrijheid om bepaalde producten te storen terwijl het hoofdkantoor zaken voorschrijft waarvan ze totaal geen verstand hebben. Ik ben gaan rekenen of ik een vervroegd pensioen kon betalen, en dat kon. Begin 2007 ben ik gestopt.

Wat mee heeft gewerkt aan lekker functioneren gedurende de periode 1987 - 2007: ik bemoeide me met veel arbeidsongeschiktheidszaken in en rond de Rotterdamse haven. Van re-integratie tot WAO, al dan niet gedeeltelijk. En van toeleveringsbedrijven tot sleepbootbemanningen. Ik krijg nog steeds af en toe een uitnodiging van de roeiers om mee te varen als er wat bobo’s vanuit de haven meegaan.
Ik heb dus lang kunnen genieten van zeemanszaken (ik zwerf nog steeds graag in met name het Rotterdamse havengebied), ook al staat er in mijn monsterboekje na maart 1972 niets meer ingevuld.

Ik weet zeker dat het zeemansleven me nog steeds trekt, ook al besef ik dat de tijd zoals ik die meemaakte van 1965 tot 1972 al lang is vervlogen. Tegenwoordig is het (ik chargeer) maximaal 24 uur tegen de kant in een deel van een havenplaats dat 50 kilometer van de stad ligt en is het op zee “heel lang de ene kant zee en de andere kant water”. Daarom droom ik met alle andere kombuizers mee, en geniet van alles wat er nog wordt geschreven en aan foto’s wordt gepresenteerd.
Of mijn keuze destijds een foute of een goede is geweest: ik denk nog steeds de enig juiste op dat moment. Een ADHD jochie dat in het gareel moest worden gebracht/gehouden, iets dat al heel snel lukte. Datzelfde jochie had, volgens mij mede door de discipline aan boord, voldoende verantwoordelijkheidsbesef opgedaan om de rest van zijn arbeidsleven redelijk te kunnen functioneren.
Ik voel me nog steeds zeeman. De beleving was relatief kort maar memorabel….

Mag ik tot slot Dick (en dus Darwin) nog even citeren:
“It is not the strongest of the species that survives, nor the most intelligent, but the one most responsive to change.”

René
Ik leit m'n tong hier altoid foin ofskrape
Gebruikersavatar
lp
Berichten: 2965
Lid geworden op: 30 sep 2007 13:53
Contacteer:

Re: Overgang

Bericht door lp »

:wink: Hallo René met overgang denk je vaak aan wat anders. Mooi verhaal (ook van de anderen trouwens). T.z.t. zal ik ook eens wat aan dit topic toevertrouwen. Maar een maal gevaren, blijft gevaren. (semper mare navigandem)

Voor onder de douche:
http://youtu.be/6YePfoQGZ6A
quo vadis
v+d
Berichten: 7164
Lid geworden op: 20 jun 2011 19:56

Re: Overgang

Bericht door v+d »

De "overgang" ik blijf het een naar woord vinden. Maar goed, ben je als zeeman geboren of kies je daar echt bewust voor?
Als je uit een familie van varensgasten komt kan ik mij voorstellen dat je er voor kiest, of juist helemaal niet!
In mijn familie zaten slechts waaghalzen die zich met Fokkertjes richting Indie en Australie begaven, de meeste zijn tenslotte uit de lucht komen vallen.
Bij ons thuis was vliegen dus geen bespreekbaar onderwerp, hoewel ik talloze malen op het oude Schiphol op en in Dakota's mocht klimmen en klauteren.
Ik ging op een doortrapfietsje van een dorp onder de rook van Utrecht naar een Oom die op Schiphol werkte, daar rondsjouwen en de volgende dag weer terug.
Zijdelings maakte ik er kennis met varen, een vage kennis van die oom had een oude bakdekker met een A-ford motor die startte op benzine en daarna overschakelde op Peut.
Het ding vloog in de brand en we kregen een nat pak, dus dat heeft vast geen kiem gelegd.

Wij verhuisden naar Scheveningen toen ik tien jaar oud was, en wat een veranderingen!
Van een mooi huis in een dorp, met een grote tuin, kwam ik te wonen in een ander dorp waar een tram gierend door de straat ragde.
Tegen over ons nieuwe huis was nog een echte stalhouderij met koetsen en paarden en een Fraser-Nash automobiel.
In Scheveningen sjouwde ik altijd in de haven rond, waar de haring nog in vaatjes ging en nog netten geboet werden.
Ook daar sloeg het varensvirus echt hiet toe , ik vond het mooi en spannend meer ook niet.
We zwommen achter de loggers aan het havenhoofd uit en landen op het strand naast de strekdam, als je gesnapt werd kreeg je ongenadig op je donder, dat weet ik nog wel.

Maar goed, de overgang, school boeide mij nooit erg en er kwam dan ook niet veel van terecht.
Met hangen en wurgen mocht ik Mulo A doen, waar ik aleen Geschiedenis, Natuurkunde, Frans, Engels en Werktuigkunde(beperkt) leuk vond en de rest geloofde ik wel.
Na schooltijd werkte ik bij een slager , een groenteboer en bloemist(bestellingen wegbrengen), ze betaalden alle drie en als ik mazzel had kon ik de ritjes mooi combineren.
In de derde klas van de Mulo begon het(bij iedereen) te dagen dat het zo niets werd en mijn vader, die van zijn rust hield, opperde het idee wat bijlessen te nemen om toegelaten te worden tot de School voor Scheepswerktuigkundigen te Scheveningen.
Omdat ik een moeilijke en humeurige stiefmoeder had, was dat een goed idee en ik heb vreselijk mijn best gedaan om op die school te komen, wat lukte.

Op de "Machinistenschool" ging het natuurlijk weer mis, motoren en stoommachines uit boekjes leren en huisschakelingen aanleggen voor electriciteitsleer het boeide niet echt!
Smeden en draaien vond ik prachtig en ook machinemontage mocht ik graag doen, dus met de handjes wapperen .
Maar ik was nog steeds geen zeeman, met de hakken over de sloot het diploma gehaald en door stom geluk bij de SMN terecht gekomen.
Dat was voor mij feest, met de trein naar Amsterdam en dan achter het station op die mooie sleper Java stappen om op de kop bij de SMN een havendienst te gaan lopen op de Tarakan of de Tabinta, dat weet ik even niet meer.

Toen ik met de koperen ploeg van ome Ko mee mocht naar het NDSM om iets onduidelijks te doen in het carter van een Hotlo van een schip in dat dok, was ik verkocht.
Heerlijke oliewalm, een bult herrie en de hele dag geinmaken onder het werk, prachtige tijd ondanks het feit dat je ook wel eens onder uit de zak kreeg voor een of ander stommiteit.
Mijn eerste reisje met zo'n mooi HWAL jachtje, met een speelgoed Hotlo, naar West-Afrika was een feest en een belevenis toen sloeg het virus toe.

Maar als ik aan varen denk , denk ik aan een paaltjes pikkende Koningswaard met een zwoegende Hotlo , waar het expansiestuk in de kippenloop zichtbaar in beweging was en de hut van de derde Wtk in een klap vol met water stond omdat zijn patrijspoort niet goed dicht was :wink:

Zo, dit was de inleiding tot de overgang, de overgang is een verhaal op zichzelf dat volgt nog :)
Jos Komen (R.I.P)

Re: Overgang

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Prachtige verhalen komen er boven water waar heel goed de drijfveer om te gaan varen te lezen is waar velen van ons mee te maken gehad hebben. :-D
de overgang is een verhaal op zichzelf dat volgt nog
Daar ben ik na deze mooie intro ook heel benieuwd naar, Jan :)
v+d
Berichten: 7164
Lid geworden op: 20 jun 2011 19:56

Re: Overgang

Bericht door v+d »

Jos,wij zijn op een zuidelijke koers de zwaluwen achterna.
Helaas hebben we averij met onze aanhanger en moet ik ergens een band opscharrelen met een maat waarvan de Fransen, hoofdschuddend, zeggen wij zullen eens rondbellen en maandag hoor je hoe het afgelopen is.
Dat zijn we natuurlijk niet van plan dus trekken we op een schoen en een slof verder, met 80 km/uur schiet je ook nog aardig op.
Dus weinig pikheet en lange dagen, het lijkt wel werk! Internet is een beetje moeilijk en afhankelijk van Wifi of hoe die gein ook mag heten, maar nu is er even een goed signaal.

Het ging over varen en de overgang, nu ja eerst nog even wat iemand in varen aan kan trekken.
Voor mij was dat hoe gek het ook klinkt(in zo'n kleine gemeenschap) verantwoording en absolute vrijheid!
Daarbij kwam goed te eten en goede accomodatie, thuis was dat ondanks alle goede wil toch even anders.
Met vrijheid bedoel ik, dat je zelfs als vijfde wtk toch een beetje eigen baas was, immers je chef(je) stond voor de kar als aan de grond genageld en jij kon de schoorsteen in klimmen en de sterren gaan bekijken of de schroefastunnel gaan bezichtigen en de stuurmachine vervelen. Pas als jou ronde er op zat ging de chef als een haas even om de kar heen en daarna mocht je weer iets gaan sleutelen.
In ieder geval werd je erg met rust gelaten als je een beetje in de pas liep.

Bij de SMN heerste toch een zekere vanzelfsprekende orde en dat had ik kennelijk wel even nodig .
Ik heb er later veel aan gehad, dat ik leerde niet altijd direct mijn klep open te trekken.
Van oliemannen en handlangers, vooral de oudere, leerde je spelenderwijs hoe alles ging en werkte , ook daar heb ik veel mazzel mee gehad.
Ik heb altijd met relatief jonge tweedes gevaren en ook dat was een voordeel, die gingen nog wel eens mee stappen.
Omdat ik sleutelen wel mooi vond en altijd in de technische documentatie zat te spitten van de firma STORK, wist ik al heel snel veel van de Hotlo en ook hoe het nioet moest.
Een vierde wtk zei eens tegen mij, zo'n vreemde derde heb ik nog nooit gezien. Op mijn vraag waarom dan niet, was het antwoord: "Jij loopt met grote voorhamers te zwaaien en doet met de hanlangers een wedstrijd wie de meeste bouten kan los slaan zonder pauze te houden, dat hoort niet!" Ook stappen met de olieman of magazijnmeester hoorde niet, maar wat een feesten hebben we gehad.
Dus varen betekent voor iedereen iets anders, maar voor mij was het vrijheid en de weg naar eigen baas zijn.

Dat laatste was tevens de inleiding tot het stoppen met varen, omdat het leven van een Hwtk op een koopvaardijschip mij tamelijk eenzaam en saai toe leek. Aan de hoge druk tafel werd weinig gelachen, omdat bij de SMN de heren van de hoge druk tamelijk op leeftijd waren(dat vond ik). Als hwtk ging je ook niet helpen met zuigertrekken en had je eigenlijk een bureau baantje(nou trap ik op een paar tenen, sorry , ik wist niet beter).
Ik ging dus naar school voor b1, deed wederom geen moer en kreeg halverwege het examen bericht dat ik niet terug hoefde te komen het leven is soms niet eenvoudig!.

Ik ging dus iets anders bedenken, omdat ik niet in dienst hoefde, heb ik daar nog even over gedaan maar de centen raakten op en niets motiveert beter dan honger.

De werkelijke overgang vangt aan in deel drie van dit relaas, dat volgt z.s.m.
Jan Dikker

Re: Overgang

Bericht door Jan Dikker »

Hallo allemaal,

De vraag: Waarom hebben we, mijn broer en ik, een beroep aan boord van zeeschepen geko-zen, heeft heel vaak door mijn hoofd gespookt en ik heb daar veel over nagedacht.
Zover ik weet, zijn er geen zeelui in mijn familie. Ik ken ze althans niet. Bovendien woonden we een heel eind van de zee af; in Almelo. Veel binding met de zee was er dus pertinent niet aan-wezig. Eigenlijk zou ik aan mijn broer moeten vragen, hoe hij de keuze naar de zeevaartschool te gaan heeft gemaakt maar dat kan helaas niet meer. Toch stond zijn keus vast, zover ik me kan herinneren. Hij koos zelfs voor de HBS-A afdeling omdat het op de koopvaardij een voor-deel kon betekenen als je de talen kon beheersen.

In 1943 slaagde hij voor zijn BS diploma op de Abel Tasman die toen gevestigd was in Enkhui-zen. Maar hij moest wachten tot 1946 voor hij kon gaan varen en dan nog als matroos o/g op de Boissevain. Via de blauwpijpers kwam hij bij de KPM en verliet in 1957, na zijn trouwen, die maatschappij. Hij kreeg een job bij de vliegtuigfabriek van Fokker en ging later naar de Ge-meente Giro en dus ook de Posterijen.
Ik ken zijn ervaringen met deze overgang niet, want ik ging weer voor langere perioden naar zee en later hebben we vele malen onze ervaringen met ons leven op zee uitgewisseld maar nooit gepraat over onze gemaakte keuzes. En dus weet ik van hem ook niet hoe hij de over-gang naar het leven aan de wal heeft beleefd.

Als er een zeevarende broer is, dan is de keuze niet zo moeilijk, maar ik koos wel voor massi-nis. En wat is dat nou, dat een jongen die nog nooit de zee heeft gezien wil gaan varen? Ik was op twee schepen geweest om mijn broer af te halen, de reeds genoemde Boissevain en de Po-lydorus, toen ik in 1951 naar de zeevaartschool ging in Vlissingen. En ik was er daarna toch he-lemaal van overtuigd dat ik zou gaan varen.

In februari 1954 stapte ik als passagier aan boord van de Willem Ruys met het vooruitzicht van het pas over ruim vier jaar later in Nederland terug te keren. Dat was mijn eerste schip afgezien van een meerdaagse tocht op een politieboot door en over de Zeeuwse wateren. En ondanks het gedurende mijn hele varenstijd lijden aan zeeziekte wanneer het kojangen een beetje fors begon te worden, heb ik nooit enige spijt gehad van mijn eerste beroepskeuze. En wat moet het voor mijn ouders toch ook zwaar zijn geweest zo lang hun beide kinderen niet te zien.

In mijn vorige bijdrage waar in ik kort een opsomming heb gegeven van mijn werkzaam leven, was het duidelijk dat ik twee keer overgegaan ben van de zee naar de wal. Achteraf bekeken was de keus om in 1961 de zee vaarwel te zeggen heel erg fout. Ik wist veel te weinig af van wat het betekende om een baantje aan de wal te hebben. Ik was het min of meer vrije leven op zee gewoon en stond veel te ver van het haantjesgedrag van collega’s af. Zolang het nog een cursus was en ook daarna in de kennismakingsfase met voor mij onbekende technische instal-laties en fabrieken ging het allemaal nog wel goed. Ik kwam in de strokartonfabrieken in het Noorden, de weverijen, spinnerijen en blekerijen in het Oosten van het land.

Maar allengs trad de sleur toe en het na elk bezoek weer een rapportje schrijven werd een op-gave en allengs een last. Als field engineer werkte je in een tandem met de sales engineer. Ik kan niet zeggen dat ik dit als een opsteker tot succes ervoer.

En dan spreek ik nog niet van de meer dan halvering van de inkomsten.

Maar net getrouwd en het dus weer met elkaar optrekken was natuurlijk een flinke stimulans die de beslissing aan de wal de kost te gaan verdienen erg logisch maakte. Ik kreeg het echter steeds minder naar mijn zin. Het weekendhuwelijk en de te grote teruggang van de inkomsten, - mijn vrouw moest zelfs voor aanvulling daarvan zorgen -, maakte dat ik me, zelfs diep, ongeluk-kig voelde. Ik had me dat allemaal anders voorgesteld. Tenslotte, na ampel beraad, werd beslo-ten er mee te stoppen en weer naar zee te gaan

Tot zover het eerste deel van mijn verhaal over mijn overgang. Ik maak het niet te lang want dan ga ik de lezers (en lezeressen) misschien vervelen. Er volgt nog een stukje met het ver-volg.

Good goan

Jan
v+d
Berichten: 7164
Lid geworden op: 20 jun 2011 19:56

Re: Overgang

Bericht door v+d »

Jan, niets vervelend maar heel herkenbaar, kijk uit naar het vervolg.
Ik zal op een regenachtige dag met goede ontvangst mijn bijdrage ook even afmaken.
Gebruikersavatar
gerard tenerife
Berichten: 6491
Lid geworden op: 22 mei 2009 21:01
Locatie: valle san lorenzo,tenerife,spanje

Re: Overgang

Bericht door gerard tenerife »

Overgang Is het de titel of dat ik op 28 December op vacantie in Engeland was toen Jan met dit Topic aanving?
Maar ik moet tot mijn schaamte zeggen dat ik het topic over het hoofd gezien had tot gisteren avond.
Ik ben het toen maar helemaal door gaan lezen en ik moet toegeven dat in overeenkomst met sommigen andere forum bezoekers, de titel me niet zo aanspreekt, maar “Het doet wat het zegt op het etieket” (reklame op de Engelse TV) Al in al lijkt het me een interesant topic en ik hoop er ter zijner tijd wat aan bij te dragen.
Groeten van Tenerife, Gerard
een pessimist is een optimist met veel ervaring.
Jos Komen (R.I.P)

Re: Overgang (naar een walbaan)

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Er waren hierover al eerder opmerkingen Gerard, dus ik heb de titel maar aangepast als Jan Dikker er geen bezwaar tegen heeft. :)


Plaats reactie