---------------
Ho, ho, ho! Wacht even, Nicolette
Ik heb me daar totaal niet aan geërgerd, hoor. Dat was Pascal die er zelfs kippenvel van kreeg.
Lees maar even een eindje terug.
Ik leef - a) - bij de stelregel: "Wie zich niet ergert doch slechts verwondert, wordt zeker tachtig, misschien wel honderd!"
en ben - b) - dagelijks met taal bezig. Zodoende volg ik de ontwikkeling van het Nederlands niet alleen op de voet maar ook met grote belangstelling. Ik verkondig al heel lang dat het toenemende gebruik van Engelse woorden en uitdrukking een heel normale zaak is. Je hoeft daar zelf niet aan mee te doen als het je niet bevalt, maar elke poging om daar iets tegen te doen is bij voorbaat gedoemd te mislukken.
Zelf zou ik een woord als flabbergasted nooit gebruiken. Niet omdat ik er iets op tegen heb, maar simpelweg omdat het niet in mijn persoonlijke taalgebruik past. Schrijvend niet en sprekend al helemaal niet. Het zou een tikje belachelijk klinken als ik dat ging gebruiken. Maar voor anderen is het een heel normaal woord en als het zo ingeburgerd is dat het in Van Dale en in het Groene Boekje wordt opgenomen, dan moet je een dergelijk woord natuurlijk wel van anderen accepteren en daar geen aanmerkingen op maken.
De taal leeft en de taal ontwikkelt zich. Gelukkig maar. Het zou een saaie boel worden als we bij het taalgebruik van - pakweg - 1947 waren blijven hangen. Woorden en uitdrukkingen die afkomstig zijn uit andere talen komen en gaan. Iemand die vandaag de dag vroeger heel normale uitdrukkingen zou gebruiken zoals
à bout portant of
sans rancune, amice!, zou niet of nauwelijks worden begrepen en waarschijnlijk als nogal bekakt worden beschouwd. Toch maken die woorden en uitdrukkingen nog steeds deel uit van de Nederlandse taal. Alleen is dat in het tegenwoordige taalgebruik:"Recht voor zi'n raap. No hard feelings, buddy!"
No hard feelings, buddy is nu een Nederlandse zin die je in Van Dale terug kan vinden. Dat is toch prachtig?
Ik ben verzot op dit soort discussies omdat ik die veranderingen en ontwikkelingen allemaal bij moet houden, wil ik mijn werk als vertaler goed blijven doen. Vandaar dat ik ook rekening moet houden met de doelgroep waarvoor een boek dat ik moet vertalen bestemd is en vandaar dat ik die vrouwen van achttien tot vijfendertig noemde. Dat bepaalt of ik bepaalde nieuwe woorden en uitdrukkingen wel of niet gebruik en of ik bepaalde dingen wel of niet vertaal. Dat is elke keer weer afwegen. Wie gaat dit lezen? Wat maak ik bijvoorbeeld van "gym" in de betekenis van sportschool? Dat staat direct in de allereerste zin van het eerste hoofdstuk...
Amber Patterson was tired of being invisible. She’d been coming to this gym every day for three months — three long months of watching these women of leisure working at the only thing they cared about.
Ik kan het gewoon laten staan omdat het in dat verband vier jaar geleden, in 2013, in Van Dale is opgenomen. Toch maak ik er voor dit boek liever
fitnesscenter van. Gewoon Nederlands
fitnesscentrum mag ook, maar voor dit boek is het Engelse woord net even geschikter. Een
fundraiser speelt in het verhaal een belangrijke rol en ook dat woord is samen met
fundraising en het werkwoord
fundraisen in de afgelopen vijf jaar officieel aan de Nederlandse woordenlijst toegevoegd. Net als
crowdfunden en
crowdfunding, crowdsourcen en
crowdsourcing.
En ik beweer dus óók niet dat vooral mensen tussen de 18 en 35 jaar vooral veel Engelse woorden en uitdrukkingen gebruiken. Ik noemde dat alleen maar in verband met de doelgroep van het boek. Misschien het ik er beter van achttien tot achtendertig van kunnen maken, dat bekt net effe beter.
Maar dat is verder niet belangrijk en het is van mijn kant ook alleen maar een gedachte over wie dit verhaal zal aanspreken. Ik kan me niet voorstellen dat veel mannen dit met rooie oortjes zullen lezen. Vrouwen wel; zeker weten. Vrouwen in de leeftijdsgroep die ik noemde. Toen ik het boek las, werd ik er aanvankelijk een beetje moe van omdat het me niet bijster kon boeien, maar dat veranderde gaandeweg. Het is een boek in twee delen. Aan het eind van het eerste deel had ik er eigenlijk wel genoeg van; te voorspelbaar, veel te veel voor de hand liggend. Maar dat veranderde op slag toen ik aan het tweede deel begon. Toen bleek het een verdomd knap bedacht en gecomponeerd verhaal te zijn. Heel verrassend. Nu ik het zit te vertalen, krijg ik opnieuw schoon genoeg van dat eerste deel, maar ik weet dat het straks gaat veranderen en ik ga dapper door. De doelgroep zal dit verschil veel minder voelen en het van het begin tot eind geboeid lezen. Voor mij is het gewoon werk; het maakt niet uit of ik een boek als dit, een Clive Cussler, een deeltje uit de Bouquetreeks of een jeugdboek vertaal. Het moet allemaal even zorgvuldig en nauwkeurig gebeuren, maar telkens voor wat betreft woordkeuze en taalgebruik vooral gericht op de doelgroep. Uiteraard ligt het voor de hand dat het prettiger werkt als het boek je zelf ook boeit.
Zo zat dat dus, Nicolette. Wat die foto van jouw overgrootvader allemaal los kan maken.
------------------------