STERK VERHAAL
Het was in 1963 en we waren net uit Hong Kong vertrokken, toen het begon. Bij wat ik dacht een plaagstoot te zijn, bracht aspirine nog verlichting, maar na dagen van tien uur in die wit-verziekend-hete machinekamer dreunde m’n kop als de kathedraal-hoge dieselmotoren die ons in tien dagen naar Australië moesten brengen.
Bier, jenever, whisky, kruidnagels, niets hielp meer. Varend door de Indonesische wateren vervloekte ik de messroomverhalen over Bali en dacht maar aan één ding: een tandarts.
De agent van de rederij bracht me in Brisbane naar de tandheelkundige faculteit van de Universiteit van Queensland. Je laten behandelen door een student werd gezien als een dienst aan de wetenschap en was gratis.
Toen ik de zaal, die eruit zag als een immense kapperszaak met wel twintig scheerstoelen op een rij, binnen ging, voelde ik me als een zeeman die na dagen op zee een relaxhuis bezoekt.
Ik mocht in een van de aftandse stoelen plaatsnemen. De boormachine leek op iets dat ik in Bombay had gezien, maar deze werd electrisch aangedreven.
Geen gravure van Escher tegen het plafond om de aandacht van het martelwerk af te leiden en geen koptelefoon met rustgevende muziek.
‘’My name is Sarah’’, zei de jonge vrouw die bij me naast de stoel kwam staan en nadat ik haar mijn grootste probleem kenbaar had gemaakt, zei ze:’’Doe maar eens open.’’
Ze boog zich met haar prachtige boezem over mij heen en mijn handen grepen zich vast aan de leuningen van de stoel. Het was een wonder: alle hoofd-van-romp-scheidende-pijn vloeide uit mij weg.
Lang grasduinde ze met haak en spiegel door mijn schots en scheve oorlogsgebit. Ze had zó iets interessants nog nooit gezien.
Ze zou afstuderen met een tien voor trekken, want hij lag eruit voor ik het wist. Heerlijk ontspannen huppelde ik de zonnige straat op.
Zestien jaar later werkte ik in Engeland en voor een klein mankement aan een tand moest ik naar de tandarts, de enige in ons idyllische dorpje Pyrford bij Woking in Surrey. Een mooie, maar er zakelijk uitziende vrouw van pak weg veertig, verzocht me in de super-de-luxe stoel plaats te nemen en nadat ik haar verteld had wat er aan de “tand” was, werd ik zacht zoemend, in de voor haar aangenaamste positie geplaatst.
“Relax and open up, please!” sprak ze.
Ze maakte een uitgebreide inspectietocht door de mondholte, mompelde af en toe iets, kwam overeind en vroeg:
“Bent u vroeger wel eens in Brisbane geweest?”
Henk Bouwman
HIER nog veel meer prachtige verhalen op de site van John Papenhuyzen. ("Puntenel")