Hallo Beata,
Kapitein M.L. Berveling was gezagvoerder op de
BOELONGAN van de KPM.
Dit schip was in 1915 gebouwd bij de scheepswerf Gebroeders Pot in Bolnes als bouwnummer 698
Het schip was 1053 bruto registerton.
De hoofdafmetingen waren: 72,60 meter lang, 11,60 meter breed en een holte van 3,70.
Het werd voortbewogen door een 6-cilinder Werkspoor diesel van 750 pk, goed voor een snelheid van ruim 8 knopen.
De
Boelongan was inderdaad nauw betrokken bij het geval van de
Van Imhoff. Dat is echter zo'n uitgebreid relaas dat het te veel wordt om het hier in zijn geheel weer te geven.
K.W.L. Bezemer besteedt er in zijn
Geschiedenis van Nederlandse Koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog zeer ruime aandacht aan. Dat is in deel 1, pagina 643 tot en met 680. Ik zou je dan ook aanraden om dit boek uit de bibliotheek te halen en het op je gemak na te lezen en eventueel te kopiëren.
Het is een uitgave van Elsevier, 1986 - ISBN 90 10 06040 3
Het volledige werk bestaat uit twee delen plus een derde, aanvullende deel.
Pas in 1966 werd er naar aanleiding van vragen in de Tweede Kamer volledige opening van zaken over de affaire
Van Imhoff gegeven.
De
Boelongan - en daarmee kapitein Berveling - speelde een belangrijke rol in het geval bij dit geval en om je nieuwsgierigheid op zondag alvast enigszins te bevredigen, geef ik hier weer wat Bezemer op de pagina's 655 t/m 657 over de
Boelongan schrijft.
De Boelongan (1053 ton) lag, onder kapitein M. L. Berveling, in Sibolga en werd op de 19de januari om ca. 09.00 uur plotseling uit de lucht aangevallen. Door direct anker op te gaan en zigzagkoersen te varen, konden de bommen worden ontweken. In de loop van dezelfde dag ontving Berveling voorlopige orders zich naar de plaats te begeven vanwaar de Van Imhoff om hulp had geseind. Tijdens de reis zouden via de NIROM alsnog volledige instructies door CZM worden verstrekt. Orders en mededelingen van CZM voor de koopvaardijschepen werden als regel na de nieuwsberichten uitgezonden en wel in code. De Boelongan had geen radiozender, maar wel een ontvangtoestel. Het voor dat schip bestemde codebericht werd 's avonds door kapitein Berveling zelf opgenomen. Het luidde als volgt:
'Eerst de bemanning van het stoomschip Van Imhoff oppikken, d.i. Europese en inlandse scheepsbemanning benevens de militairen die voor bewaking aan boord waren - daarna op aanwijzing van de militaire commandant betrouwbare elementen onder de Duitse geïnterneerden (die met s. s. Van Imhoff werden vervoerd) aan boord nemen - overige Duitsers beletten te landen.'
Deze uiterst ongelukkige instructie vroeg als het ware om moeilijkheden. Hoe kon de militaire commandant (van het bewakingsdetachement op de Van Imhoff) ooit weten welke geïnterneerden 'betrouwbaar' waren, mensen die hij zelfs niet bij naam kende? Nog daargelaten dat de Boelongan die militairen en hun commandant eerst nog moest oppikken. Geen wonder dat kapitein Berveling door deze instructie in ernstige moeilijkheden zou geraken. De volgende morgen zag men op de Boelongan een Nederlandse vliegboot, die kwam assisteren bij het opsporen van drenkelingen. De rapporten van kapitein Berveling en luitenant-ter-zee Ditmar vullen elkaar aan voor wat betreft het verslag van de reddingspogingen. Wij beginnen met Ditmars uitvoerige relaas.
De Y 63 had 's ochtends eerst de omgeving van 0°10' Z.Br.-97° O.L. afgezocht en, naar vermeld, om 07.35 de Boelongan verkend. Om even 09.00 uur werd een sloep gezien, 'waarin zich voor zover waarneembaar geïnterneerden bevonden. Te 09.20 kwam het m.s. Boelongan langszij van de sloep, stopte even, maar nam geen mensen uit de sloep over.' De Catalina cirkelde toen boven het schip om het tegen onderzeeboten te beschermen. Om 09.25 ontving de Y 63 een telegram om mede te delen dat het KPM-schip Boelongan zou assisteren bij het reddingswerk van de Van Imhoff. Voor commandant Ditmar dus een wat overbodige mededeling. Drie minuten later werden door de Catalina een andere sloep en twee vlotten verkend, waaraan zich in het water hangende mensen vastklampten. Daar landen door de hoge deining onmogelijk was, dirigeerde de vliegboot de Boelongan naar die sloep en vlotten, op slechts enkele mijlen zuidelijk van de plaats waar de Van Imhoff was ondergegaan. Om 10.40 was de Boelongan ter plaatse, stopte, maar nam geen mensen over. Het schip hees twee seinen van drie vlaggen, die echter niet te ontcijferen waren. De Y 63 seinde daarop met de morselamp naar het schip: 'spellen', waarop het sein 'geen' werd gehesen. Maar ineens begon de Boelongan vaart te lopen en te zigzaggen en even later zag de Y 63 op een 150 m aan bakboord van het schip een hoge waterzuil, hoewel verder noch in de lucht, noch in het water iets te bekennen viel. Enkele minuten daarna verscheen echter plotseling een tweemotorige Japanse bommenwerper uit de wolken en dook op de Boelongan af. Het vliegtuig wierp echter geen tweede bom en was spoedig weer in de wolken verdwenen.
'Dit vliegtuig aan te vallen was onmogelijk.'
Wat vermeldt kapitein Berveling over het zojuist beschrevene en waarom werden geen drenkelingen opgepikt? De Boelongan was eerst bij een 'sloep' gekomen, waarin naar Berveling schatte ca. 60 Duitsers zaten (dat was dus de reddingboot met 53 geïnterneerden). Zij vertelden hem dat de Hollanders verderop lagen. Het verslag gaat dan als volgt verder (letterlijk citaat):
'Vonden ca. 10 mijl westelijker ca. 20 Duitsers die zich drijvende hielden middels een vlot, matrassen, stoelen, tafels enz. Deze mensen deelden mede dat de gehele Hollandse en inlandse bemanning zich in de sloepen had begeven en zich door de scheepsmotorboot in oostelijke richting liet opslepen.'
Terwijl Berveling zich afvroeg of het verantwoord was deze mensen aan boord te nemen, 'hetgeen in strijd zou zijn met de instructies', verscheen een Japans vliegtuig en begon een aanval. Nadat de eerste bom was gevallen, verdween de vliegboot. De drenkelingen moesten aan hun lot worden overgelaten en al zigzaggend zag de Boelongan kans de bommen naast het schip te krijgen en na een kwartier in een regenbui te verdwijnen, onzichtbaar voor de vijand, die men nog 20 minuten boven zich hoorde.
* Berveling vermeldt uitdrukkelijk dat hij een paar keer werd aangevallen, terwijl de Y 63 rapporteerde dat het Japanse vliegtuig na één bom te hebben afgeworpen verdween. Aangenomen kan worden dat de kapitein van de Boelongan gelijk had, daar zijn lezing wordt bevestigd door Duitse getuigen uit de werkboot (zie noot 80).
Intussen waren, volgens de kapitein van de Boelongan, wind en zee zo toegenomen dat de Duitsers die zich drijvende hadden weten te houden, wel verdronken zouden zijn. Verwacht mocht worden dat de 60 Duitsers in de sloep voor 40 personen ook weinig kans zouden hebben te landen (hetgeen immers moest worden belet). Waaraan Berveling toevoegt: 'achteraf is gebleken dat zich onder deze mensen enige zeelieden bevonden, die de sloep op kundige wijze door deze bui heen hebben genavigeerd.'
Indien de vier sloepen en de motorboot van de Van Imhoff zeil op hadden, koersten zij thans - in verband met de heersende wind - waarschijnlijk om de noord. Daarom werd door de Boelongan nog tot de avond in deze richting gezocht, echter zonder succes. Later op de avond kreeg men van CZM order naar Padang op te stomen, waar de Boelongan de volgende dag binnenliep.
Over het niet-aan-boord-nemen van de Duitsers schreef Berveling in zijn verslag het volgende.
'Tot slot zij nog vermeld, dat officieren en inlandse beman¬ning van het m.s. Boelongan zich ontevreden toonden omtrent het weigeren de Duitsers uit de sloep over te nemen en het talmen van de gezagvoerder om het twintigtal half verdronken mensen uit het water op te pikken. Waarna ondergetekende de oudste van de officieren, namelijk de heer O. Maaskant, hoofdwerktuigkundige van het m.s. Boelongan[, in vertrouwen heeft genomen en hem zijn orders heeft laten lezen. De heer Maaskant heeft daarna verklaard, dat het niet de gezagvoerder was die zich zo onmenselijk gedroeg, doch dat de kapitein met veel tegenzin zijn orders moest opvolgen.'
Kapitein Berveling bracht in Padang verslag uit aan luitenant-ter-zee Mulder, die in zijn dagboek, onder 21 januari, aantekende: 'Boelongan en Pief kwamen beide binnen. Pief had niets ontdekt. Boelongan had ongeveer 80 Duitsers ontmoet. maar in verband met het niet aan boord hebben van bewaking deze niet aan boord genomen.'
Terwijl aan Duitse zijde steeds is volgehouden dat er meer had moeten en kunnen worden gedaan voor de geïnterneerden op de Van Imhoff, gold de heftigste kritiek het optreden van de Boelongan. Dat zal niemand verbazen, aangezien de kapitein van dat schip zelf van 'onmenselijk' gedrag sprak. Maar wat wisten de drenkelingen van speciale orders en instructies voor het redden van de opvarenden van de Van Imhoff? Wij komen vanzelf terug op deze punten, maar zullen eerst kort de verdere lotgevallen beschrijven van zowel de Nederlandse bemanning en militairen na hun landing op Poelau Simoek, als van de geïnterneerden die de Van Imhoff wisten te verlaten.
Om de leesbaarheid te verhogen, heb ik wat cursivering en wat extra witregels aangebracht die in het origineel van Bezemer niet voorkomen. Ik zou je zeker aanraden om het volledige verslag van het geval
Van Imhoff bij je onderzoek te betrekken. Behalve in Bezemer is dat uiteraard in allerlei andere verslagen en officiële rapporten te vinden. Als het in mijn familie was voorgekomen, zou ik ervan smullen.
Als je meer wilt weten over de schepen waarop kapitein Berveling tijdens de Tweede Wereldoorlog voer, stel je dan in verbinding met
Henk Meurs. Hij zal je graag verder helpen.