Toch is er één ding dat ik heel zeker weet en dat is dit: als iemand 109 jaar vanaf nu – dus in het jaar 2120 – een e-book dat in 2011 werd uitgegeven op zijn dan gangbare leesapparaat opent en doorbladert en leest, dan kan hij nooit en te nimmer hetzelfde gevoel krijgen als dat wat ik krijg als ik een prachtig papieren boek met blauw-linnen band met goudopdruk dat 109 jaar geleden – in het jaar 1902 – werd uitgegeven in mijn handen neem en open en doorblader en weer eens dichtdoe en betast en bekijk en er vaak ook aan ruik. Dat zal zo iemand zélfs niet krijgen als hij dat e-book opent op een antieke Sony e-reader uit 2011. Dat kan niet. Gevoelens kun je nu eenmaal niet digitaliseren.
Daar moest ik aan denken toen ik het boek dat ik HIER noemde ontving en uitpakte en bekeek en doorbladerde. Ik had een uitgave uit 1910 willen bestellen – het boek verscheen in 1898 – maar besloot toch maar op een mooi bandje uit 1902, de tiende druk van het boek...

Kijk, dat is een BOEK. Daar kan natuurlijk geen enkel e-book aan tippen. Alleen met die titelpagina en die handtekening daar rechts bovenaan kan ik al uren bezig zijn. Wie was die eerste eigenaar? Kocht hij dat boek Kerstmis 1902 voor zichzelf of was het een cadeau van iemand anders. Hij schrijft zo mooi en toch kan ik zijn achternaam niet lezen...

I - of J - Lionel Str.... Meer kan ik er niet van maken. Hoe oud was Lionel toen? Hoe oud is hij uiteindelijk geworden? En wie heeft dat boek daarna in bezit gehad? Ik geloof dat als je iets lang in je bezit hebt en je hebt het vaak in handen gehad - of je hebt het zelf gemaakt - dat je er dan iets van jezelf in achterlaat dat soms voor anderen herkenbaar is. Ik ben daarin niet de enige, maar dit geheel terzijde. Misschien dat ik, als ik dit boek nu maar lang genoeg in handen heb en doorblader, ik op den duur een glimp van Lionel opvang. Het is daarbij net zo als wanneer je pogingen doet om met dieren te communiceren - wat iets is dat je kunt leren -: neem alles wat je meent op te vangen serieus en doe niets af als "flauwekul". Maar ik dwaal af.
Het was het eerste boek dat Frank Thomas Bullen schreef en het was al direct een groot succes.


Stel je eens even voor dat je in 1898 als debutant een brief kreeg van Rudyard Kipling, toen al een gevierd schrijver met een hele reeks boeken op zijn naam zoals het Jungle Book (1 en 2) en Captains Courageous, de eerste Brit die de Nobelprijs voor literatuur won, in 1907. Een dergelijke brief krijgen van deze schrijver, moet iets geweldigs zijn geweest voor Frank T. Bullen, die in 1857 in Londen geboren werd als kind van arme ouders, een jongen die op straat opgroeide. Hij had wel een jaar of wat op school gezeten, op een zogeheten dame school, wat in de meeste gevallen weinig meer was dan een kinderdagverblijf, gerund door een vrouw die geacht werd de kinderen dan ook nog het een en ander te leren. Wat ze dan werd geleerd en hoe goed dat onderwijs was, lag helemaal aan het opleidingsniveau en de interesse van diezelfde vrouw. Hoe het ook zij, Frank Bullen ging al op zijn negende jaar van school en moest het daarna verder maar bekijken. Toch denk ik dat de vrouw die hem het een en ander leerde en waarmee hij ook daarna nog contact moet hebben gehouden, een zekere Emily Hensley was, want aan haar draagt hij zijn eerste boek op...

... maar wie ze precies was en welke rol ze in Bullen's leven heeft gespeeld, weet ik dan weer niet en dat vind ik jammer. Maar ja, een mens kan niet alles hebben.
Bullen was nog maar twaalf jaar oud toen hij naar zee ging, als "cabin boy". In de daaropvolgende veertien jaar bracht hij het tot 1ste stuurman. In 1883 ging hij aan de wal werken, bij het Metereological Office in Bracknel. Hij begon te schrijven en brak in 1897 in een keer door met het autobiografische boek The Cruise of the “Cachalot”. Daarna produceerde hij elk jaar een boek tot hij in 1915 op Madeira door een ongeval om het leven kwam.
Wat een boek... En over sterke openingen gesproken:


Is het niet geweldig wat daar in die eerste twee pagina's wordt neergezet? Het boek werd in 1946 door de Boer in het Nederlands uitgegeven, vertaald door niemand minder dat Piet Verhoog. Zoals ik elders al vertelde, ben ik dat boek in mijn vorige leven kwijtgeraakt. Ik heb het zojuist opnieuw besteld omdat ik wil weten hoe Verhoog dat stukje op pagina 2 in 1946 vertaalde:
- "Wall, I should surmise that I want between fifty and sixty hands, ef yew kin lay me onto 'em; but kem along, every dreep's a drop, an' yew seem likely enough."
Ga er maar even aan staan... Je zit dan met hetzelfde probleem als waartegenover ik me in 1978 zag gesteld bij de vertaling van Kipling's Captains Courageous, waarin de dialogen voor een groot deel in het dialect van de visserlui van New England waren geschreven. Als je daar keurig Nederlands van maakt, doe je de schrijver onrecht. Maar wat maak je er dan wél van? Ik ben nog altijd een beetje trots op mijn vertaling van Kipling en daarom wil ik weten hoe Piet Verhoog dit heeft gedaan. Ik had het voordien nooit in het Engels gelezen, dus toen ik het in het Nederlands las, heb ik niet op de vertaling gelet. Dat wil zeggen: niet speciaal.
In oude boeken wordt vaak niet vermeld van wie de illustraties zijn en bij de “Cachalot” is dat al niet anders. Er staan acht illustraties in, plus een uitvouwbare kaart van de reis – om de wereld. Die acht illustraties zijn, voor zover ik het kan bekijken, van drie verschillende tekenaars en ze lopen wat kwaliteit betreft uiteen van zeer matig tot heel mooi.


Hierboven twee voorbeelden, geen van beide gesigneerd. De linkse, van de "Cachalot" vind ik maar matig, terwijl de tweede aanmerkelijk beter is. Let eens op de uitdrukkingen op de gezichten van die lieden.
Maar dan de twee volgende...


Dat is heel iets anders en die zijn ook duidelijk gesigneerd. Tekeningen van Arthur Twidle (1865-1936), een Brits illustrator die vooral bekend is geworden door zijn illustraties in de Sherlock Holmes boeken van Arthur Conan Doyle, maar die daarnaast ook tientallen andere boeken illustreerde. Toch merkwaardig dat voor zo'n boek als dat van Frank T. Bullen verschillende illustratoren werden gebruikt. Als Twidle ze allemaal zou hebben verzorgd, zou dat vast nog mooier zijn geweest.
Maar het blijft een mooi oud boek...
Voor de volledigheid ook de rest van de illustraties, te beginnen met de kaart van de reis.




... en nog een laatste van Twidle...

Tot slot: ik heb de titel van het topic met opzet zo gekozen om het mogelijk te maken naadloos over te gaan op andere oude boeken, zoals bijvoorbeeld dit...

Daarmee kan ik verschillende kanten op: naar Axel Munthe, naar andere oude boeken, maar ook naar wat je soms in oude boeken tegen kunt komen, want dat is soms verrassend. En dan zit ik daar ook weer mee in mijn handen en vraag me af wie dat dan wel was die dat, lang geleden, in dat boek legde.
