Geparfumeerd trutnichtenproza...
Geplaatst: 15 jun 2015 15:29
-----------------------------------------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------------------------------------Sylvia Witteman-----------------------------Louis Couperus (1863-1923)
------------------------------------------------------------------------------
ogelijk zijn er onder onze geachte leden mensen die vroeger, op school, verplicht Louis Couperus hebben moeten lezen. Ik hoor niet bij die groep. Ik ben nooit verder gekomen dan de Camera Obscura van Hildebrand, en dat vond ik toen al erg genoeg. De waardering voor het werk van Nicolaas Beets kwam, zoals zoveel dingen, pas vele jaren later. Toch was in die, vooral voor mijn ouders, zo deprimerende en weinig vruchtbare periode van mijn leven, Nederlands een van de weinige vakken waar ik plezier in had, en dus ook goed in was. Maar voordat we aan Couperus toekwamen, was ik van pure ellende en lammenadigheid al naar zee gevlucht. Op het Potje van Mijn Tante las ik in de daaropvolgende ruim twee jaar weinig anders dan Lord Lister, genaamd Raffles, de grote onbekende. Daar was overigens niks mis mee. Wie de geschiedenis van deze fameuze pulpserie erop naleest, kan dit alleen maar beamen.
Wel las ik in de zomer van 1953, net voordat ik naar school zou gaan voor mijn 3de rang, mijn eerste boek in het Engels. Dat was Knock on Any Door, de debuutroman van de Amerikaanse schrijver Willard Motley. Het verhaal van Nick Romano, een jongen uit een achterstandswijk van Chicago waarvan van begin af aan duidelijk was dat het zeer slecht met hem zou aflopen. Hij leefde dan ook bij de stelregel: "Live fast, die young, and have a good-looking corpse", oftewel "Leef snel, sterf jong, dan ben je een mooi lijk." Ik wees HIER al eens op dat boek. Dat was, vooral in 1953, andere koek dan verplicht Couperus lezen. Bij het verschijnen van dit boek in 1947, schokte het Amerika en later ook de rest van de wereld. Willard Motley was zwart en homoseksueel. Daar kon hij in die tijd niet openlijk voor uitkomen, maar het was wel bekend en sommige critici spraken er schande van dat een zwarte homo durfde te schrijven over de heteroseksuele begeerten van blanken. Voor zijn tijd was het een zeer gewaagd boek. Ik vond het toen goed en las het in één adem uit, wat voor een achttienjarige, niet Engelstalige geen slechte prestatie was. Hoe ik het nu zou vinden, weet ik niet. De boeken die Motley daarna schreef, werden minder goed ontvangen. Knock on Any Door werd verfilmd en het vervolg dat Motley tien jaar later schreef, Let No Man Write My Epitaph, eveneens.
-----------------------------------------------------------------------------------------
ntussen zijn we meer dan zestig jaar verder en tot mijn schande moet ik bekennen dat ik in al die jaren nooit iets van Couperus las. En dat "tot mijn schande", meen ik werkelijk. Couperus is een van de grootste Nederlandse schrijvers, volgens sommigen zelfs dé grootste. Als je durft te beweren over een brede algemene ontwikkeling te beschikken, hoef je echt niet alles van al onze grote schrijvers te hebben gelezen, maar van elk toch wel iets. Hetzelfde geldt voor de Bijbel. Die hoef je niet uit pure vroomheid van voor tot achter te hebben gespeld, maar je zult er toch op zijn minst íéts van moeten weten. En hoe meer je ervan weet, hoe minder je ervan gelooft, maar dit geheel terzijde. Zo had ik in die zestig jaar natuurlijk op zijn minst één van Couperus' werken moeten lezen, maar dat kwam er nooit van. Tot onze grote Nederlandse regisseur Paul Verhoeven in 2010 in het televisieprogramma Zomergasten van de VPRO aankondigde De stille kracht van Couperus opnieuw te gaan verfilmen. De televisieserie van 1974 was een enorm succes, zo'n tv-evenement waardoor het stil op straat was. Bekijk je hem nu, of liever: probéér je hem nu te bekijken, dan begrijp je waarom Verhoeven het boek graag opnieuw wil verfilmen. Voor mij was het reden om het boek nu dan toch eindelijk eens te lezen. Het pakte me onmiddellijk en ik las het in een ruk uit. In een oude uitgave, in de oude spelling. Dat is even wennen. De lange zinnen van Couperus, het taalgebruik dat aanvankelijk nogal gezwollen aandoet, maar dat niet is. De soms merkwaardige zinsbouw en nog merkwaardiger interpunctie of het ontbreken daarvan. En bovenal: woorden en woordcombinaties die Couperus zomaar verzint, die je tevergeefs in welk woordenboek dan ook zult zoeken. Nou ja, "zomaar" verzint? Hij verzint ze, nee, introduceert ze omdat in het bestaande Nederlands uit zijn tijd geen woorden waren die exact weergaven wat hij wilde zeggen. Dat is knap, zou je dan zeggen. Dat is het ook, maar nog knapper is dat je die oude spelling, dat merkwaardige taalgebruik en die onbekende woorden meer dan een eeuw nadat het boek voor het eerst werd uitgegeven, nog altijd met veel plezier leest. En dat ervaart niet alleen een ouwe zak als ik ben, maar zo oordelen ook heel jonge mensen van vandaag erover, leerlingen van 4 of 5 vwo die de boeken van Couperus voor hun lijst lezen. Niet voor het eerst lees ik op scholieren.com met veel plezier de boekverslagen van deze jonge mensen. Daar schrijft een leerling van 6 vwo over Couperus' debuutroman Eline Vere uit 1889(!):
oe kwam ik zo op deze overpeinzing en ontboezeming over Louis Couperus? Dat kwam door een prachtige stuk van Sylvia Witteman in de Volkskrant van zaterdag j.l, 13 juni 2015. Net zomin als ik tot voor enige jaren ooit iets van Couperus had gelezen, had ik nooit eerder iets van Sylvia Witteman gelezen. Er wordt over deze columniste verschillend geoordeeld. Ik heb geen oordeel, behalve dan over deze ene column. Die vind ik zonder meer schitterend. Hier het begin en het einde...
--------------------------------------------------------------------------------------
...
--------------------------------------------------------------------------------------
De woorden en woordcombinaties van Couperus waren van hém. Als je die zou overnemen en in je eigen proza gebruiken, zou dat pronken met andermans veren zijn. Of niet? Ik weet dat eigenlijk niet. Als ik een uitdrukking zoals een "donzende geluideloosheid" overneem als "een donzende stilte", pleeg ik dan plagiaat? Het werkwoord "donzen" komt ook vandaag nog voor in Van Dale, maar dan in de betekenis van "bonzen". Het zal nauwelijks nog worden gebruikt, denk ik. Bedacht Couperus dat? Het is in de context waarin hij het gebruikt, een prachtig woord. Zélfs als je er de betekenis "bonzen" aan zou toekennen. Een stilte als van dons. Maar soms kan het ook zo stil zijn dat je je eigen hart hoort bonzen. Zomaar een voorbeeld van een mooi "Couperuswoord". Couperus schildert niet alleen met woorden, hij componeert zijn zinnen ook als muziek. En dat maakt, naar mijn mening, dat je hem na meer dan een eeuw niet alleen met plezier, maar ook moeiteloos leest. zoals je met plezier naar Mozart luistert of naar een schilderij van een oude meester kijkt. Pure Kunst met de grote "K".
Zoals ik ook een tikje jaloers ben op de vondst van Sylvia Witteman...
--------------------------------------------------------------------------------------Geparfumeerd trutnichtenproza.
--------------------------------------------------------------------------------------Ik wou dat ik het bedacht had.
Wie Couperus nog nooit heeft gelezen, raad ik aan dat toch eens te doen. Zijn boeken zijn overal gratis te downloaden, hoewel je ze als bibliofiel natuurlijk zou moeten verzamelen. Eerste drukken met de prachtige omslagafbeeldingen van Jan Toorop. Net als de columns van Sylvia Witteman. Ook een aanrader. Die zijn niet gratis te downloaden. Die moet je in de Volkskrant lezen, of gebundeld kopen. Maar, ja, zonder meer een aanrader.
----------------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------------------------------------Sylvia Witteman-----------------------------Louis Couperus (1863-1923)
------------------------------------------------------------------------------
ogelijk zijn er onder onze geachte leden mensen die vroeger, op school, verplicht Louis Couperus hebben moeten lezen. Ik hoor niet bij die groep. Ik ben nooit verder gekomen dan de Camera Obscura van Hildebrand, en dat vond ik toen al erg genoeg. De waardering voor het werk van Nicolaas Beets kwam, zoals zoveel dingen, pas vele jaren later. Toch was in die, vooral voor mijn ouders, zo deprimerende en weinig vruchtbare periode van mijn leven, Nederlands een van de weinige vakken waar ik plezier in had, en dus ook goed in was. Maar voordat we aan Couperus toekwamen, was ik van pure ellende en lammenadigheid al naar zee gevlucht. Op het Potje van Mijn Tante las ik in de daaropvolgende ruim twee jaar weinig anders dan Lord Lister, genaamd Raffles, de grote onbekende. Daar was overigens niks mis mee. Wie de geschiedenis van deze fameuze pulpserie erop naleest, kan dit alleen maar beamen.
Wel las ik in de zomer van 1953, net voordat ik naar school zou gaan voor mijn 3de rang, mijn eerste boek in het Engels. Dat was Knock on Any Door, de debuutroman van de Amerikaanse schrijver Willard Motley. Het verhaal van Nick Romano, een jongen uit een achterstandswijk van Chicago waarvan van begin af aan duidelijk was dat het zeer slecht met hem zou aflopen. Hij leefde dan ook bij de stelregel: "Live fast, die young, and have a good-looking corpse", oftewel "Leef snel, sterf jong, dan ben je een mooi lijk." Ik wees HIER al eens op dat boek. Dat was, vooral in 1953, andere koek dan verplicht Couperus lezen. Bij het verschijnen van dit boek in 1947, schokte het Amerika en later ook de rest van de wereld. Willard Motley was zwart en homoseksueel. Daar kon hij in die tijd niet openlijk voor uitkomen, maar het was wel bekend en sommige critici spraken er schande van dat een zwarte homo durfde te schrijven over de heteroseksuele begeerten van blanken. Voor zijn tijd was het een zeer gewaagd boek. Ik vond het toen goed en las het in één adem uit, wat voor een achttienjarige, niet Engelstalige geen slechte prestatie was. Hoe ik het nu zou vinden, weet ik niet. De boeken die Motley daarna schreef, werden minder goed ontvangen. Knock on Any Door werd verfilmd en het vervolg dat Motley tien jaar later schreef, Let No Man Write My Epitaph, eveneens.
-----------------------------------------------------------------------------------------
ntussen zijn we meer dan zestig jaar verder en tot mijn schande moet ik bekennen dat ik in al die jaren nooit iets van Couperus las. En dat "tot mijn schande", meen ik werkelijk. Couperus is een van de grootste Nederlandse schrijvers, volgens sommigen zelfs dé grootste. Als je durft te beweren over een brede algemene ontwikkeling te beschikken, hoef je echt niet alles van al onze grote schrijvers te hebben gelezen, maar van elk toch wel iets. Hetzelfde geldt voor de Bijbel. Die hoef je niet uit pure vroomheid van voor tot achter te hebben gespeld, maar je zult er toch op zijn minst íéts van moeten weten. En hoe meer je ervan weet, hoe minder je ervan gelooft, maar dit geheel terzijde. Zo had ik in die zestig jaar natuurlijk op zijn minst één van Couperus' werken moeten lezen, maar dat kwam er nooit van. Tot onze grote Nederlandse regisseur Paul Verhoeven in 2010 in het televisieprogramma Zomergasten van de VPRO aankondigde De stille kracht van Couperus opnieuw te gaan verfilmen. De televisieserie van 1974 was een enorm succes, zo'n tv-evenement waardoor het stil op straat was. Bekijk je hem nu, of liever: probéér je hem nu te bekijken, dan begrijp je waarom Verhoeven het boek graag opnieuw wil verfilmen. Voor mij was het reden om het boek nu dan toch eindelijk eens te lezen. Het pakte me onmiddellijk en ik las het in een ruk uit. In een oude uitgave, in de oude spelling. Dat is even wennen. De lange zinnen van Couperus, het taalgebruik dat aanvankelijk nogal gezwollen aandoet, maar dat niet is. De soms merkwaardige zinsbouw en nog merkwaardiger interpunctie of het ontbreken daarvan. En bovenal: woorden en woordcombinaties die Couperus zomaar verzint, die je tevergeefs in welk woordenboek dan ook zult zoeken. Nou ja, "zomaar" verzint? Hij verzint ze, nee, introduceert ze omdat in het bestaande Nederlands uit zijn tijd geen woorden waren die exact weergaven wat hij wilde zeggen. Dat is knap, zou je dan zeggen. Dat is het ook, maar nog knapper is dat je die oude spelling, dat merkwaardige taalgebruik en die onbekende woorden meer dan een eeuw nadat het boek voor het eerst werd uitgegeven, nog altijd met veel plezier leest. En dat ervaart niet alleen een ouwe zak als ik ben, maar zo oordelen ook heel jonge mensen van vandaag erover, leerlingen van 4 of 5 vwo die de boeken van Couperus voor hun lijst lezen. Niet voor het eerst lees ik op scholieren.com met veel plezier de boekverslagen van deze jonge mensen. Daar schrijft een leerling van 6 vwo over Couperus' debuutroman Eline Vere uit 1889(!):
- De eerste paar bladzijden vond ik best even zwaar om door te komen. Ik vond het even wennen aan het ‘klimaat’ in het boek en je wordt zo midden in de gebeurtenissen gezet, zonder dat je weet wie al die personen zijn en wat er gebeurt. Na het lezen was ik vooral verrast door het einde en de prachtige uitwerking van de personages in het boek. Ook de stijl sprak mij uiteindelijk erg aan, met de lange, sierlijke zinnen en vele beeldspraken.
- De stijl van dit boek is voor vele jongeren een reden om het niet te lezen. ‘Langdradig, saai, niet door te komen’, zo wordt er vaak geoordeeld. In eerste instantie kwam ik er ook even moeilijk door, maar uiteindelijk vond ik de stijl juist erg mooi, lange zinnen, veel beeldspraak en soms wat moeilijke, maar begrijpelijke, woorden er tussen, dat vind ik juist erg mooi om te lezen.
Soms vond ik de roman echter wel wat te lang worden en leek het niet echt ergens naar toe te werken. De spanning ontbreekt soms ook een beetje. Dat zijn de belangrijkste negatieve punten voor mij.
Ik stoor mij niet aan de deterministische inslag van de roman. Misschien werd het in de 19de eeuw als gevaarlijk geacht, maar ik kan me nauwelijks voorstellen, ondanks dat je je goed in Eline kan inleven, dat iemand om dezelfde redenen zelfmoord zou plegen, of dat de roman aanzet tot het geloof in determinisme, het is niet zozeer een aansporend filosofisch boek.
Mijn eindoordeel is dus zeer positief. Voor klasgenoten die van lezen houden en geen probleem hebben met een wat sierlijkere stijl, kan ik dit boek zeker aanraden. De roman is ook verfilmd en er is een toneelstuk van gemaakt, ik heb deze niet gezien, maar kan mij goed voorstellen, dat, zoals gezegd wordt, zij de Haagse society en rijkdom wel goed schetsen, maar de psychologische diepgang niet.
- De stijl van dit boek is voor vele jongeren een reden om het niet te lezen. ‘Langdradig, saai, niet door te komen’, zo wordt er vaak geoordeeld. In eerste instantie kwam ik er ook even moeilijk door, maar uiteindelijk vond ik de stijl juist erg mooi, lange zinnen, veel beeldspraak en soms wat moeilijke, maar begrijpelijke, woorden er tussen, dat vind ik juist erg mooi om te lezen.
- Hoofdstuk 1
1
De volle maan, tragisch dien avond, was reeds vroeg, nog in den laatsten dagschemer opgerezen als een immense, bloedroze bol, vlamde als een zonsondergang laag achter de tamarindeboomen der Lange Laan en steeg, langzaam zich louterende van hare tragische tint, in een vagen hemel op. Een doodsche stilte spande alom als een sluier van zwijgen, of, na de lange middagsiësta, de avondrust zonder overgang van leven begon. Over de stad, wier wit gepilaarde villa-huizen laag wegscholen in het geboomte der lanen en tuinen, hing een donzende geluideloosheid, in de windstille benauwdheid der avondlucht, als was de matte avond moê van den zonneblakenden dag der Oostmoesson. De huizen, zonder geluid, doken weg, doodstil, in het loover van hunne tuinen, met de regelmatig opblankende rissen der groote gekalkte bloempotten. Hier en daar werd een licht al ontstoken. Plotseling blafte een hond, en antwoordde een andere hond en verscheurde de donsende stilte in lange, ruwe flarden; de nijdige hondekelen, heesch, ademloos, schor vijandig; plotseling ook zwegen zij stil.
Aan het einde der Lange Laan lag diep in zijn voortuin het Rezidentie-huis. Laag, dadelijk in den nacht der waringinboomen, zigzagde het zijne pannendaken, het eene achter het andere, naar de schaduw van den achtertuin toe, met een primitieve lijn van dakteekening, over iedere galerij een dak, over iedere kamer een dak, tot éene lange daksilhouet. Vóor echter, rezen de witte zuilen der voorgalerij, met de witte zuilen der portiek, hoog blank en aanzienlijk op, met breede tusschenruimten, met groote openheid van ontvangst, met eene uitbreiding van indrukwekkend paleisportaal. Door de open deuren verschoot de middengalerij vaag naar achteren toe, met een enkel licht opgeglimd.
- Hoofdstuk 1
oe kwam ik zo op deze overpeinzing en ontboezeming over Louis Couperus? Dat kwam door een prachtige stuk van Sylvia Witteman in de Volkskrant van zaterdag j.l, 13 juni 2015. Net zomin als ik tot voor enige jaren ooit iets van Couperus had gelezen, had ik nooit eerder iets van Sylvia Witteman gelezen. Er wordt over deze columniste verschillend geoordeeld. Ik heb geen oordeel, behalve dan over deze ene column. Die vind ik zonder meer schitterend. Hier het begin en het einde...
--------------------------------------------------------------------------------------
...
--------------------------------------------------------------------------------------
De woorden en woordcombinaties van Couperus waren van hém. Als je die zou overnemen en in je eigen proza gebruiken, zou dat pronken met andermans veren zijn. Of niet? Ik weet dat eigenlijk niet. Als ik een uitdrukking zoals een "donzende geluideloosheid" overneem als "een donzende stilte", pleeg ik dan plagiaat? Het werkwoord "donzen" komt ook vandaag nog voor in Van Dale, maar dan in de betekenis van "bonzen". Het zal nauwelijks nog worden gebruikt, denk ik. Bedacht Couperus dat? Het is in de context waarin hij het gebruikt, een prachtig woord. Zélfs als je er de betekenis "bonzen" aan zou toekennen. Een stilte als van dons. Maar soms kan het ook zo stil zijn dat je je eigen hart hoort bonzen. Zomaar een voorbeeld van een mooi "Couperuswoord". Couperus schildert niet alleen met woorden, hij componeert zijn zinnen ook als muziek. En dat maakt, naar mijn mening, dat je hem na meer dan een eeuw niet alleen met plezier, maar ook moeiteloos leest. zoals je met plezier naar Mozart luistert of naar een schilderij van een oude meester kijkt. Pure Kunst met de grote "K".
- "... de regelmatig opblankende rissen der groote gekalkte bloempotten ..."
"... een primitieve lijn van dakteekening, over iedere galerij een dak .."
"... Door de open deuren verschoot de middengalerij vaag naar achteren toe, met een enkel licht opgeglimd. ..."
- "... de regelmatig opblankende rissen der groote gekalkte bloempotten ..."
Zoals ik ook een tikje jaloers ben op de vondst van Sylvia Witteman...
--------------------------------------------------------------------------------------Geparfumeerd trutnichtenproza.
--------------------------------------------------------------------------------------Ik wou dat ik het bedacht had.
Wie Couperus nog nooit heeft gelezen, raad ik aan dat toch eens te doen. Zijn boeken zijn overal gratis te downloaden, hoewel je ze als bibliofiel natuurlijk zou moeten verzamelen. Eerste drukken met de prachtige omslagafbeeldingen van Jan Toorop. Net als de columns van Sylvia Witteman. Ook een aanrader. Die zijn niet gratis te downloaden. Die moet je in de Volkskrant lezen, of gebundeld kopen. Maar, ja, zonder meer een aanrader.
----------------------------------------------------------------