Een verrassing ...
Geplaatst: 16 jul 2016 15:54
-----------------------------------------------------------
-----------------------------------------------------------Een aangename verrassing
-------------------------------------------------------------------------------Inleiding
Veel mensen schrijven graag. Vertel me wat; ik denk dat ik nog geen zestien jaar oud was toen ik serieus begon met pogingen om mijn gedachten en fantasieën op papier te zetten. Hoe dat daarna verderging, is een verhaal apart. Daar zal ik nu niet op doorgaan omdat ik me niet op al te veel zijpaden wil begeven. Dat zou afbreuk doen aan datgene wat de aanleiding vormde voor dit stukkie – ik blijf het maar stukkies noemen omdat ik eigenlijk geen ander goed woord weet – maar die aanleiding dus: dat was die aangename verrassing en dat meen ik en daar gaat dit over. Dat neemt niet weg dat we het voor een goed begrip eerst even over schrijven moeten hebben, een onderwerp dat nogal eens gauw een beetje wil uitlopen. Dit bij wijze van waarschuwing dat dit wel weer eens een lang verhaal zou kunnen worden. Ik kan het ook niet helpen. Schrijven, dus. Daarbij rijzen onmiddellijk drie vragen. Waarom? Voor wie? Waarover?
Waarom schrijf je? En voor wie schrijf je? Misschien schrijf je puur voor jezelf. Misschien heb je geen andere bedoeling dan bepaalde zaken eens op papier te zetten. Dat is een heel goede reden. Schrijven dwingt je om je gedachten te ordenen, de zaken op een rijtje te zetten, wat buitengewoon verhelderend kan werken. Je kunt iets ook, zoals dat heet, "van je af schrijven". Ook dat is een goede reden om te schrijven.
Misschien – en dat zal meestal het geval zijn – schrijf je voor anderen; om anderen iets te vertellen. Ook prima, vooropgesteld dat je ook echt iets te melden hebt dat voor anderen de moeite waard is. Ik kom daar straks, aan het eind van deze inleiding, op terug.
Het beste is een combinatie van de twee redenen om te schrijven die ik hierboven aanhaalde: schrijf voor jezelf, maar dan zo dat het ook voor anderen interessant is – of gewoon leuk. Wie wil leren schrijven, moet vooral veel lezen en proberen anderen de kunst af te kijken. Zo probeer ik telkens weer te leren van Elmore Leonard, de beste misdaadschrijver van Amerika. Ik vertaalde verschillende boeken van hem en heb hem nooit op een fout kunnen betrappen. Zijn dialogen zijn weergaloos, evenals zijn stijl. Zelf spreekt hij niet van stijl, maar van zijn "sound". De klank van zijn verhalen. Dat is een prima uitdrukking. Hij schrijft zo beeldend dat er voor de verfilming van zijn boeken nauwelijks een script hoeft te worden geschreven. Zijn Ten Rules of Writing moet iedere beginnende schrijver lezen. Klik op het plaatje voor meer informatie.
----------------------------------------------------------------------
Op de vraag hoe het volgens hem kwam dat zijn boeken zo'n succes waren, antwoordde Elmore Leonard …
Nu we de vragen waarom je schrijft en voor wie je schrijft even hebben aangeroerd – niet behandeld, laat staan beantwoord, dat vergt iets meer tijd en woorden – rijst onmiddellijk de bepaald niet onbelangrijke vraag waarover je dan wel gaat schrijven. Dat is natuurlijk wel een voorwaarde als je een nieuwe pagina in je tekstverwerker opent en je vingers boven het toetsenbord zweven. Schrijf je fictie – dus een verzonnen verhaal – dan is het zeer wel mogelijk dat je niet meer dan de openingszin in je hoofd hebt en daarnaast een vage voorstelling van hoe de rest van het verhaal gaat lopen. Dat kán; al schrijvend verzin je maar wat. De resultaten kunnen zeer verrassend zijn. Een goede openingszin is goud waard en een goed verhaal vertelt zichzelf. Zo speel ik – en nu ga ik een groot geheim verklappen – toch al minsten veertig jaar, als het niet langer is, met de volgende, pakkende openingszin van een zeer spannend verhaal: Doeran haatte Chinezen.
That's it. Drie woorden en verder niks. Als iemand hiermee verder wil gaan, dan heeft hij - of zij - mijn zegen. Mij staan de locatie, de figuur Doeran en het verloop van het verdere verhaal vrij aardig voor de geest. Toch betwijfel ik sterk of ik die thriller - want dat zou het moeten worden - ooit nog eens zal schrijven. Een onverbiddelijke bestseller zoals Jan Cremer dat noemde. De mannen in Hollywood zouden vechten om de filmrechten en ik zou in één klap binnen zijn. Ik vrees echter dat het veertig jaar geleden niks zou zijn geworden en nu nog steeds niet, maar wie weet. Nee, ik zou dat puur voor mezelf doen, want ik denk niet dat het iemand ook maar een zak interesseert wie Doeran dan wel was en waarom hij Chinezen haatte. Ik bedoel alleen maar te zeggen dat bij het schrijven van fictie alles mogelijk is. De vraag waar het over gaat, is van secundair belang. Schrijf je echter non-fictie – je doet in een of andere vorm verslag van ware gebeurtenissen – dan wordt het een heel andere zaak. Dan is de vraag waar het over gaat uiterst belangrijk en schrijf je met de bedoeling je schrijfsel te publiceren, dan is de vraag of anderen geïnteresseerd zijn in wat jij te vertellen hebt, van het grootste belang. En nu kom ik waar ik wezen wil; zoals gewoonlijk heeft dat even geduurd.
Zoals wij, oud varensgezellen, mannen van de lang- en de korte omvaart, jongens van de gestampte pot, hier bij elkaar zijn, hebben wij allemaal wel een verhaal te vertellen. Dat dénken wij in elk geval. We vertellen ook telkens een stukje van ons verhaal hier op dit forum - en soms zelfs meerdere malen hetzelfde stukje. Dat wil echter niet zeggen dat wij ons hele verhaal achter elkaar moeten gaan vertellen. Je "memoires" schrijven is géén goed idee. Doe dat gerust, als je dat graag wilt; geneer je niet, ga er voor zitten en rammel het hele verhaal uit de tekstverwerker. Maar verwacht niet dat, als je dat in druk publiceert, ook maar iemand daarin is geïnteresseerd. Ik heb er veertig plus jaren scheepvaart op zitten, maar denk niet dat er ook maar iemand zit te wachten op een boek als: Van potjeschipper tot tankerkapitein - het verslag van een zeemansloopbaan in de 20ste Eeuw, of een andere fraaie titel. Dat interesseert echt geen hond. En zo vergaat ons dat allemaal. Onze verhalen zijn allemaal hetzelfde.
Iets anders is dat je uit die vaartijd, uit alles wat je hebt beleefd en gezien, de mensen die je hebt ontmoet en de landen die je hebt bezocht, als je daar talent voor hebt, vrijwel eindeloos inspiratie kunt putten voor prachtige verhalen, maakt niet uit of dat waar gebeurde zaken zijn of dat je je fantasie de vrije loop laat. Wat had Jan de Hartog nou helemaal gevaren? Helemaal niks. Op zijn vijftiende een vakantiereisje met een schip van Vinke en heel even als lichtmatroos op het hospitaal-kerkschip De Hoop. Daarna ging hij naar de Kweekschool voor de Zeevaart in Amsterdam, maar na drie maanden had hij het bekeken; dat was niks voor hem. Maar dat was alle vaartijd van Jan de Hartog, wat hem niet belette om een van onze beste, zo niet de beste Nederlandse zeeschrijver te worden. Daar zit het hem dus niet in. Als je kunt schrijven, kun je overal inspiratie uit putten.
Onze memoires: nee dus. Wel putten uit onze ervaringen en belevenissen en die op papier proberen te zetten. Één enkele belevenis, een week, vier maanden of misschien maar een uur uit een lange loopbaan, kan stof opleveren voor een lang verhaal of zelfs voor een heel boek. Maar dan moet je wel kunnen schrijven
Wat dat betreft, werd ik een paar weken geleden bijzonder aangenaam verrast. Na deze korte inleiding wil ik daar in een volgend stukkie graag uitgebreid op ingaan, want het is de moeite waard. Even geduld, dus.
-----------------------------------------------------------Een aangename verrassing
-------------------------------------------------------------------------------Inleiding
Veel mensen schrijven graag. Vertel me wat; ik denk dat ik nog geen zestien jaar oud was toen ik serieus begon met pogingen om mijn gedachten en fantasieën op papier te zetten. Hoe dat daarna verderging, is een verhaal apart. Daar zal ik nu niet op doorgaan omdat ik me niet op al te veel zijpaden wil begeven. Dat zou afbreuk doen aan datgene wat de aanleiding vormde voor dit stukkie – ik blijf het maar stukkies noemen omdat ik eigenlijk geen ander goed woord weet – maar die aanleiding dus: dat was die aangename verrassing en dat meen ik en daar gaat dit over. Dat neemt niet weg dat we het voor een goed begrip eerst even over schrijven moeten hebben, een onderwerp dat nogal eens gauw een beetje wil uitlopen. Dit bij wijze van waarschuwing dat dit wel weer eens een lang verhaal zou kunnen worden. Ik kan het ook niet helpen. Schrijven, dus. Daarbij rijzen onmiddellijk drie vragen. Waarom? Voor wie? Waarover?
Waarom schrijf je? En voor wie schrijf je? Misschien schrijf je puur voor jezelf. Misschien heb je geen andere bedoeling dan bepaalde zaken eens op papier te zetten. Dat is een heel goede reden. Schrijven dwingt je om je gedachten te ordenen, de zaken op een rijtje te zetten, wat buitengewoon verhelderend kan werken. Je kunt iets ook, zoals dat heet, "van je af schrijven". Ook dat is een goede reden om te schrijven.
Misschien – en dat zal meestal het geval zijn – schrijf je voor anderen; om anderen iets te vertellen. Ook prima, vooropgesteld dat je ook echt iets te melden hebt dat voor anderen de moeite waard is. Ik kom daar straks, aan het eind van deze inleiding, op terug.
Het beste is een combinatie van de twee redenen om te schrijven die ik hierboven aanhaalde: schrijf voor jezelf, maar dan zo dat het ook voor anderen interessant is – of gewoon leuk. Wie wil leren schrijven, moet vooral veel lezen en proberen anderen de kunst af te kijken. Zo probeer ik telkens weer te leren van Elmore Leonard, de beste misdaadschrijver van Amerika. Ik vertaalde verschillende boeken van hem en heb hem nooit op een fout kunnen betrappen. Zijn dialogen zijn weergaloos, evenals zijn stijl. Zelf spreekt hij niet van stijl, maar van zijn "sound". De klank van zijn verhalen. Dat is een prima uitdrukking. Hij schrijft zo beeldend dat er voor de verfilming van zijn boeken nauwelijks een script hoeft te worden geschreven. Zijn Ten Rules of Writing moet iedere beginnende schrijver lezen. Klik op het plaatje voor meer informatie.
----------------------------------------------------------------------
Op de vraag hoe het volgens hem kwam dat zijn boeken zo'n succes waren, antwoordde Elmore Leonard …
- My purpose is to entertain and please myself. I feel that if I am entertained, then there will be enough other readers who will be entertained too.
Nu we de vragen waarom je schrijft en voor wie je schrijft even hebben aangeroerd – niet behandeld, laat staan beantwoord, dat vergt iets meer tijd en woorden – rijst onmiddellijk de bepaald niet onbelangrijke vraag waarover je dan wel gaat schrijven. Dat is natuurlijk wel een voorwaarde als je een nieuwe pagina in je tekstverwerker opent en je vingers boven het toetsenbord zweven. Schrijf je fictie – dus een verzonnen verhaal – dan is het zeer wel mogelijk dat je niet meer dan de openingszin in je hoofd hebt en daarnaast een vage voorstelling van hoe de rest van het verhaal gaat lopen. Dat kán; al schrijvend verzin je maar wat. De resultaten kunnen zeer verrassend zijn. Een goede openingszin is goud waard en een goed verhaal vertelt zichzelf. Zo speel ik – en nu ga ik een groot geheim verklappen – toch al minsten veertig jaar, als het niet langer is, met de volgende, pakkende openingszin van een zeer spannend verhaal: Doeran haatte Chinezen.
That's it. Drie woorden en verder niks. Als iemand hiermee verder wil gaan, dan heeft hij - of zij - mijn zegen. Mij staan de locatie, de figuur Doeran en het verloop van het verdere verhaal vrij aardig voor de geest. Toch betwijfel ik sterk of ik die thriller - want dat zou het moeten worden - ooit nog eens zal schrijven. Een onverbiddelijke bestseller zoals Jan Cremer dat noemde. De mannen in Hollywood zouden vechten om de filmrechten en ik zou in één klap binnen zijn. Ik vrees echter dat het veertig jaar geleden niks zou zijn geworden en nu nog steeds niet, maar wie weet. Nee, ik zou dat puur voor mezelf doen, want ik denk niet dat het iemand ook maar een zak interesseert wie Doeran dan wel was en waarom hij Chinezen haatte. Ik bedoel alleen maar te zeggen dat bij het schrijven van fictie alles mogelijk is. De vraag waar het over gaat, is van secundair belang. Schrijf je echter non-fictie – je doet in een of andere vorm verslag van ware gebeurtenissen – dan wordt het een heel andere zaak. Dan is de vraag waar het over gaat uiterst belangrijk en schrijf je met de bedoeling je schrijfsel te publiceren, dan is de vraag of anderen geïnteresseerd zijn in wat jij te vertellen hebt, van het grootste belang. En nu kom ik waar ik wezen wil; zoals gewoonlijk heeft dat even geduurd.
Zoals wij, oud varensgezellen, mannen van de lang- en de korte omvaart, jongens van de gestampte pot, hier bij elkaar zijn, hebben wij allemaal wel een verhaal te vertellen. Dat dénken wij in elk geval. We vertellen ook telkens een stukje van ons verhaal hier op dit forum - en soms zelfs meerdere malen hetzelfde stukje. Dat wil echter niet zeggen dat wij ons hele verhaal achter elkaar moeten gaan vertellen. Je "memoires" schrijven is géén goed idee. Doe dat gerust, als je dat graag wilt; geneer je niet, ga er voor zitten en rammel het hele verhaal uit de tekstverwerker. Maar verwacht niet dat, als je dat in druk publiceert, ook maar iemand daarin is geïnteresseerd. Ik heb er veertig plus jaren scheepvaart op zitten, maar denk niet dat er ook maar iemand zit te wachten op een boek als: Van potjeschipper tot tankerkapitein - het verslag van een zeemansloopbaan in de 20ste Eeuw, of een andere fraaie titel. Dat interesseert echt geen hond. En zo vergaat ons dat allemaal. Onze verhalen zijn allemaal hetzelfde.
Iets anders is dat je uit die vaartijd, uit alles wat je hebt beleefd en gezien, de mensen die je hebt ontmoet en de landen die je hebt bezocht, als je daar talent voor hebt, vrijwel eindeloos inspiratie kunt putten voor prachtige verhalen, maakt niet uit of dat waar gebeurde zaken zijn of dat je je fantasie de vrije loop laat. Wat had Jan de Hartog nou helemaal gevaren? Helemaal niks. Op zijn vijftiende een vakantiereisje met een schip van Vinke en heel even als lichtmatroos op het hospitaal-kerkschip De Hoop. Daarna ging hij naar de Kweekschool voor de Zeevaart in Amsterdam, maar na drie maanden had hij het bekeken; dat was niks voor hem. Maar dat was alle vaartijd van Jan de Hartog, wat hem niet belette om een van onze beste, zo niet de beste Nederlandse zeeschrijver te worden. Daar zit het hem dus niet in. Als je kunt schrijven, kun je overal inspiratie uit putten.
Onze memoires: nee dus. Wel putten uit onze ervaringen en belevenissen en die op papier proberen te zetten. Één enkele belevenis, een week, vier maanden of misschien maar een uur uit een lange loopbaan, kan stof opleveren voor een lang verhaal of zelfs voor een heel boek. Maar dan moet je wel kunnen schrijven
Wat dat betreft, werd ik een paar weken geleden bijzonder aangenaam verrast. Na deze korte inleiding wil ik daar in een volgend stukkie graag uitgebreid op ingaan, want het is de moeite waard. Even geduld, dus.