Op het Bergumermeer, in de betonning van het kanaal, draaien we bakboord uit de Stoppelsoal in. Het staat daar vol met niet al te duidelijk bebakende visnetten waar ik liever bij weg blijf.
Een tegenligger is het daar niet mee eens en kijkt mij uiterst boos aan. Mijn vrouw zegt je bent links georiënteerd, dat mag zo zijn maar ik heb geen zin een netje uit de schroef te moeten halen.
De visvangst zal hier wel goed zijn door het koelwater dat van de Bergumercentrale komt, als die in bedrijf is. Deze centrale is een zogenaamde combi-eenheid en heeft twee aardgas gestookte installaties met elk 332 MW. Het is een piekcentrale die bij gezet wordt als er een piek in de stroomafname is. De gasturbines worden dan bijgezet met elk 25 MW capaciteit. Het is een combinatie van gasturbines en stoomturbines, de uitlaatgassen van de gasturbines worden gebruikt als verbrandingslucht voor de ketels. Het hele spul is nu in handen van GDF SUEZ. Jan de Vos kan dat ongetwijfeld beter vertellen.
De bruggen op dit traject naar Dokkum zijn niet alle beweegbaar, dus je moet even de laagste brughoogte zoeken voor je op pad gaat. Wij kunnen overal onderdoor met een hoogte van ca. 2mtr.40.
We komen op de Kuikhornstervaart en volgen deze tot Zwaagwesteinde. De opgeschoten jongens die, volgens de verhalen, je boot proberen te rocken houden siësta of de vlet is te zwaar, we zien er niet een. Ik kan het klaargelegde afweer gereedschap weer opbergen. Afgeleid door een visser met een zodanig lange hengel dat zijn dobber bij de andere oever ligt, mis ik de invaart naar de passantenhaven. Draaien in het niet al te brede vaarwater, met hier en daar een afgemeerd bootje, levert en nog onvriendelijker kijkende visser op. Je snapt niet dat iemand, die aan de overkant wil vissen, niet gewoon met een kort stokkie aan de overkant gaat zitten, iedereen blij.
De passantenhaven van Zwaagwesteinde is goed georganiseerd en schoon en je mag gebruik maken van de faciliteiten van de aanliggende jachthaven, er zijn zelfs Wiefie en zakjes voor woefie.
Er liggen wat scheepjes met geblesseerde en vermoeide opvarenden, de een heeft zijn been in het verband, een ander zijn arm in een mitella en de derde is zo doof dat ik zelfs met schreeuwen geen contact kan maken. We laten ze verder maar met rust. Bij de jachthaven wordt duidelijk een feestje voorbereid, een tentje wordt opgezet, biervaten veranderen van eigenaar en een wat oudere vrijwilliger hangt vlaggetjes op in het prikkeldraad. Mijn vrouw vindt dat hij dat niet handig doet en loopt naar hem toe, hij legt omstandig uit dat zijn methode snel en handig is. Dat geloof ik ook wel, mits de wind niet draait. De reden voor het feest zo legt hij uit, is dat ze morgen in konvooi met ingescheepte gehandicapten naar Bergum en terug gaan varen, een jaarlijks terugkerend ritueel.
Het hele circus start om 09.00 uur en dan moeten we van de kade vertrokken zijn want het wordt druk, alternatief mogen we mee varen in het konvooi.
Nou hebben we een enorme hekel aan alles wat met konvooi of file te maken heeft dus we bedanken voor de eer. De vriendelijke man vertelt ons waar we goed in de vrije natuur kunnen overnachten, mits we zonder stroom kunnen. Met volle accu's houden we het wel een nachtje uit, ook met de koelkast in bedrijf, dus volgen wij zijn raad op en varen de vaart weer op.
Langs de vaart staan soms verrassend mooie woudboerderijtjes en soms zien we een mooi houten scheepje.
Voor Driesum ligt een mooie Marrekrite steiger met op de wal een verhard wandelpad naar Driesum of een natuurgebied iets verderop.
We maken het spulletje vast en lopen richting het natuurgebied, dit blijkt een vroeger slibdepot achter landgoed Rinsema State nu omgetoverd tot en prachtig recreatie gebied.
Het wordt nu Rinsema-polle genoemd. Samen met Wouterswoude staat Driesum bekend als reformatorische enclave in Friesland. Geloof het of niet, we lopen terug naar de Karakorum en worden opgelopen door een vriendelijke statige heer met alle uiterlijke kenmerken van een prediker. Hij geeft ons wat informatie over Driesum en omgeving en vervolgt zijn tocht langs de vaart, nochtans zonder een enkele poging ons te bekeren.
Bij de brug komt er een blauwe rookwolk en tweetaktstank op ons toe waaien, gevolgd door minstens dertig antieke brommers en dito berijders met lange haren snorren en andere nozemkenmerken.
De brommers hebben merken als Puch, Zundapp, Kreidler, Berini, Mobylete en zelfs Sparta, een enkele Solex moet bijtrappen om het bij te houden. Wij staan echt te genieten als het hele spul de aanloop naar de brug moet nemen, niet alle brommers verkeren in mechanisch goede staat. Na de brug gaat het hele lint brommers, dwars door de weilanden, naar de horizon.
In de avond en nacht is het doodstil op dat plekje, geen verkeer, geen bootjes, geen wandelaars, je hoort je eigen rikketik rammelen.

- DSC02604centrale 1.JPG (544.37 KiB) 842 keer bekeken

- DSC02605jachthaven zwaagwesteinde 2.JPG (575.72 KiB) 842 keer bekeken

- DSC02607campers bij de jachthaven 3.JPG (565.73 KiB) 842 keer bekeken

- DSC02608woudboerderijtje 4.JPG (927.19 KiB) 842 keer bekeken

- DSC02611de vaart bij driesum 6.JPG (684.21 KiB) 842 keer bekeken

- DSC02612marrekrite steiger voor driesum 7.JPG (720.76 KiB) 842 keer bekeken

- DSC02616jachtje voor de kant in driesum 8.JPG (885.8 KiB) 842 keer bekeken