Bij Nedgulf Tankers zat de hwtk 's ochtends ook al te borrelen.
Ik maak mijn eerste reis als 4e stuurman op de Gulf Italian. We bevinden ons in de Rode Zee, tussen Abu Ail en Perim eiland, onderweg naar onze thuishaven Minah al Ahmadi.
12.15 uur, het middagbestek is gemaakt en ik haast me met het noonbrieffie over de kippeloop om het aan de hwtk te overhandigen.
- Klop klop.
- Wat mot je, joh?
- Noonbriefie, mijnheer.
- Je weet toch dat ik geen mijnheer ben, zeg maar Ome Rinus. Ga zitten en pak een kouwe klets van Ome Rinus.
Wat hebben we vandaag gelopen? Niet dat dit me ene moer uitmaakt, het zal mijn tijd wel duren.
- 17,8 knopen gemiddeld mijnheer…. ik bedoel Ome Rinus.
Ome Rinus pakt nog een fikse borrel en begint me het een en ander uit te leggen over het leven in het algemeen en het leven van een hwtk op een Gulftanker die aan zijn pensioen toe is in het bijzonder.
- Of we nou 17,8 mijl lopen of 13,6 het zal mij worst wezen, zit nu 3 maanden aan boord en moet pas na 6 maanden met verlof en dan begint dat gezeik van die wijffe weer; ik heb namelijk ook 2 dochters.
Dus laat mij maar lekker varen, als ik thuis om 11 uur een pot bier pak beginnen ze me al uit te maken voor ouwe zuipschuit. Hier zit ik op rozen, hoef alleen maar aanwezig te zijn, die second regelt het allemaal wel beneden.
Ampat, trouw dus nooit en ga maar lekker op pakkiesbootjes varen, want de tankvaart is niks voor een vrijgezelle jongen.
- Bedankt voor het potje bier Ome Rinus, maar ik moet aan tafel.
- Jij liever dan ik, aan tafel zitten ze ook te zeiken, ik pak nog maar een slaapmutsie.