Ja, dat was een laadklep. Ik citeer uit een anders stukkie dat t.z.t. moet verschijnen ...
Het was het vreemdste schip waar ik ooit op had gevaren, een nieuwbouw die we uit Noorwegen hadden gehaald en die bestemd was voor de Dominicaanse Republiek. Het was, wat je zou kunnen noemen, een rorolandingsbootcontainertanker, oftewel van alles een beetje, maar vooral van alles niks. Een platte bak van zeventig meter lang en zeventien meter breed, Caterpillargeel geschilderd en van voren wat afgeschuind, het vlak eveneens schuin omhoog lopend om soepel op het strand te kunnen schuiven, met een landingsklep die net breed genoeg was voor een truck met trailer. Een groot, vrij dek voor rollend materieel en voorzien van bevestigingspunten voor containers, en onder dat dek, aan weerszijden van een gang die van de machinekamer naar de boegschroefruimte liep, tanks voor vloeibare lading, wat diesel voor de generatoren van een of ander eiland kon zijn, maar ook eetbare oliën en melasse. Het schip was gebouwd bij een werf die gespecialiseerd was in het fabriceren van accommodaties voor offshore-installaties en dus hadden ze voor dit speciale project een van hun standaard containers voor opslag van mensen enigszins aangepast en achterop die platte bak geplaatst, met erbovenop een klein stuurhuis. De schroef en het roer waren ingebouwd in het vlak zodat die, als bij de landing ook het achterschip de grond zou raken, niet beschadigd werden. Of het zo voorzien was of dat het pas tijdens de proefvaart duidelijk was geworden, weet ik niet, maar het gevolg van deze constructie was dat het schip bij volle kracht meer herrie maakte dan snelheid terwijl dat hele vierkante bouwsel waarin wij gehuisvest waren en moesten navigeren, zo verschrikkelijk trilde dat het vooral op de brug nauwelijks uit te houden was. Trillingen die vanuit het dek door je benen naar boven klommen en je hele lijf op den duur deden jeuken om uiteindelijk zelfs je hersens aan te tasten. Ik overdrijf hier enigszins, maar het was bijzonder onaangenaam en toch wel zo erg dat ik, toen ik eenmaal weer thuis was, nog twee weken lang de kriebels in mijn benen had en dat gedreun in mijn oren.
Die imposante boeggolf stelt niks voor, hoor. Het kreng was niet vooruit te branden. De avond voordat die foto werd gemaakt, kregen we net voor Dover, bij de Falls boei, wind en stroom vol tegen en kwamen op den duur werkelijk niet meer vooruit, maar gingen wel een beetje dwarsuit. Dat had Dover Coast Guard uiteraard in de gaten, maar wat we waren konden ze op de radar niet zien en dus werden we in hun bericht opgenomen als: "vessel not complying with traffic regulations, steering a norheasterly course with a speed of half a knot."
Dus toen riep ik: "Dat ben ik, mevrouw! Ik ga dwarsuit, maar dat wordt straks als de stroom wat afneemt wel weer beter!"
Toen werden we een poosje " a vessel hampered by the weather and not able to comply with regulations. Please give vessel a wide berth."
Zo'n raar schip was dat.
Ach, je maakte nog eens iets mee. Te veel om hier nu te verhalen.

Maar wat dit nou toch in godsnaam met vliegmachines te maken heeft ... al sla je me dood.
