Een verrassing ...

Alles over boeken, schrijven, uitgevers etc.
Theo Horsten (R.I.P.)

Een verrassing ...

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

-----------------------------------------------------------Afbeelding

-----------------------------------------------------------Een aangename verrassing

-------------------------------------------------------------------------------Inleiding

Veel mensen schrijven graag. Vertel me wat; ik denk dat ik nog geen zestien jaar oud was toen ik serieus begon met pogingen om mijn gedachten en fantasieën op papier te zetten. Hoe dat daarna verderging, is een verhaal apart. Daar zal ik nu niet op doorgaan omdat ik me niet op al te veel zijpaden wil begeven. Dat zou afbreuk doen aan datgene wat de aanleiding vormde voor dit stukkie – ik blijf het maar stukkies noemen omdat ik eigenlijk geen ander goed woord weet – maar die aanleiding dus: dat was die aangename verrassing en dat meen ik en daar gaat dit over. Dat neemt niet weg dat we het voor een goed begrip eerst even over schrijven moeten hebben, een onderwerp dat nogal eens gauw een beetje wil uitlopen. Dit bij wijze van waarschuwing dat dit wel weer eens een lang verhaal zou kunnen worden. Ik kan het ook niet helpen. Schrijven, dus. Daarbij rijzen onmiddellijk drie vragen. Waarom? Voor wie? Waarover?

Waarom schrijf je? En voor wie schrijf je? Misschien schrijf je puur voor jezelf. Misschien heb je geen andere bedoeling dan bepaalde zaken eens op papier te zetten. Dat is een heel goede reden. Schrijven dwingt je om je gedachten te ordenen, de zaken op een rijtje te zetten, wat buitengewoon verhelderend kan werken. Je kunt iets ook, zoals dat heet, "van je af schrijven". Ook dat is een goede reden om te schrijven.
Misschien – en dat zal meestal het geval zijn – schrijf je voor anderen; om anderen iets te vertellen. Ook prima, vooropgesteld dat je ook echt iets te melden hebt dat voor anderen de moeite waard is. Ik kom daar straks, aan het eind van deze inleiding, op terug.

Het beste is een combinatie van de twee redenen om te schrijven die ik hierboven aanhaalde: schrijf voor jezelf, maar dan zo dat het ook voor anderen interessant is – of gewoon leuk. Wie wil leren schrijven, moet vooral veel lezen en proberen anderen de kunst af te kijken. Zo probeer ik telkens weer te leren van Elmore Leonard, de beste misdaadschrijver van Amerika. Ik vertaalde verschillende boeken van hem en heb hem nooit op een fout kunnen betrappen. Zijn dialogen zijn weergaloos, evenals zijn stijl. Zelf spreekt hij niet van stijl, maar van zijn "sound". De klank van zijn verhalen. Dat is een prima uitdrukking. Hij schrijft zo beeldend dat er voor de verfilming van zijn boeken nauwelijks een script hoeft te worden geschreven. Zijn Ten Rules of Writing moet iedere beginnende schrijver lezen. Klik op het plaatje voor meer informatie.

----------------------------------------------------------------------Afbeelding

Op de vraag hoe het volgens hem kwam dat zijn boeken zo'n succes waren, antwoordde Elmore Leonard …
  • My purpose is to entertain and please myself. I feel that if I am entertained, then there will be enough other readers who will be entertained too.
Schrijven om jezelf te vermaken. Ik kan me daar helemaal in vinden. Schrijven voor het plezier van het schrijven, het creëren. Het scheppen van niet bestaande figuren die, als het goed is, tijdens het schrijven geleidelijk aan tot leven komen. Dat is een even geheimzinnig als verrassend proces dat je, als het verhaal echt goed loopt, nauwelijks in de hand hebt. Dar gebeurt eenvoudigweg. Ben je een jaar of langer met een boek bezig, dan lééf je met die verzonnen, maar door jouw toedoen tot leven gewekte figuren. Dan is het op den duur of je ze werkelijk hebt gekend. Dat is een geweldige vorm van entertainment en vandaar dat ik Elmore Leonards uitspraak zo goed begrijp. Maar ik dwaal af, hoe kan het ook anders.

Nu we de vragen waarom je schrijft en voor wie je schrijft even hebben aangeroerd – niet behandeld, laat staan beantwoord, dat vergt iets meer tijd en woorden – rijst onmiddellijk de bepaald niet onbelangrijke vraag waarover je dan wel gaat schrijven. Dat is natuurlijk wel een voorwaarde als je een nieuwe pagina in je tekstverwerker opent en je vingers boven het toetsenbord zweven. Schrijf je fictie – dus een verzonnen verhaal – dan is het zeer wel mogelijk dat je niet meer dan de openingszin in je hoofd hebt en daarnaast een vage voorstelling van hoe de rest van het verhaal gaat lopen. Dat kán; al schrijvend verzin je maar wat. De resultaten kunnen zeer verrassend zijn. Een goede openingszin is goud waard en een goed verhaal vertelt zichzelf. Zo speel ik – en nu ga ik een groot geheim verklappen – toch al minsten veertig jaar, als het niet langer is, met de volgende, pakkende openingszin van een zeer spannend verhaal: Doeran haatte Chinezen.

That's it. Drie woorden en verder niks. Als iemand hiermee verder wil gaan, dan heeft hij - of zij - mijn zegen. Mij staan de locatie, de figuur Doeran en het verloop van het verdere verhaal vrij aardig voor de geest. Toch betwijfel ik sterk of ik die thriller - want dat zou het moeten worden - ooit nog eens zal schrijven. Een onverbiddelijke bestseller zoals Jan Cremer dat noemde. De mannen in Hollywood zouden vechten om de filmrechten en ik zou in één klap binnen zijn. Ik vrees echter dat het veertig jaar geleden niks zou zijn geworden en nu nog steeds niet, maar wie weet. Nee, ik zou dat puur voor mezelf doen, want ik denk niet dat het iemand ook maar een zak interesseert wie Doeran dan wel was en waarom hij Chinezen haatte. Ik bedoel alleen maar te zeggen dat bij het schrijven van fictie alles mogelijk is. De vraag waar het over gaat, is van secundair belang. Schrijf je echter non-fictie – je doet in een of andere vorm verslag van ware gebeurtenissen – dan wordt het een heel andere zaak. Dan is de vraag waar het over gaat uiterst belangrijk en schrijf je met de bedoeling je schrijfsel te publiceren, dan is de vraag of anderen geïnteresseerd zijn in wat jij te vertellen hebt, van het grootste belang. En nu kom ik waar ik wezen wil; zoals gewoonlijk heeft dat even geduurd.

Zoals wij, oud varensgezellen, mannen van de lang- en de korte omvaart, jongens van de gestampte pot, hier bij elkaar zijn, hebben wij allemaal wel een verhaal te vertellen. Dat dénken wij in elk geval. We vertellen ook telkens een stukje van ons verhaal hier op dit forum - en soms zelfs meerdere malen hetzelfde stukje. Dat wil echter niet zeggen dat wij ons hele verhaal achter elkaar moeten gaan vertellen. Je "memoires" schrijven is géén goed idee. Doe dat gerust, als je dat graag wilt; geneer je niet, ga er voor zitten en rammel het hele verhaal uit de tekstverwerker. Maar verwacht niet dat, als je dat in druk publiceert, ook maar iemand daarin is geïnteresseerd. Ik heb er veertig plus jaren scheepvaart op zitten, maar denk niet dat er ook maar iemand zit te wachten op een boek als: Van potjeschipper tot tankerkapitein - het verslag van een zeemansloopbaan in de 20ste Eeuw, of een andere fraaie titel. Dat interesseert echt geen hond. En zo vergaat ons dat allemaal. Onze verhalen zijn allemaal hetzelfde.

Iets anders is dat je uit die vaartijd, uit alles wat je hebt beleefd en gezien, de mensen die je hebt ontmoet en de landen die je hebt bezocht, als je daar talent voor hebt, vrijwel eindeloos inspiratie kunt putten voor prachtige verhalen, maakt niet uit of dat waar gebeurde zaken zijn of dat je je fantasie de vrije loop laat. Wat had Jan de Hartog nou helemaal gevaren? Helemaal niks. Op zijn vijftiende een vakantiereisje met een schip van Vinke en heel even als lichtmatroos op het hospitaal-kerkschip De Hoop. Daarna ging hij naar de Kweekschool voor de Zeevaart in Amsterdam, maar na drie maanden had hij het bekeken; dat was niks voor hem. Maar dat was alle vaartijd van Jan de Hartog, wat hem niet belette om een van onze beste, zo niet de beste Nederlandse zeeschrijver te worden. Daar zit het hem dus niet in. Als je kunt schrijven, kun je overal inspiratie uit putten.

Onze memoires: nee dus. Wel putten uit onze ervaringen en belevenissen en die op papier proberen te zetten. Één enkele belevenis, een week, vier maanden of misschien maar een uur uit een lange loopbaan, kan stof opleveren voor een lang verhaal of zelfs voor een heel boek. Maar dan moet je wel kunnen schrijven

Wat dat betreft, werd ik een paar weken geleden bijzonder aangenaam verrast. Na deze korte inleiding wil ik daar in een volgend stukkie graag uitgebreid op ingaan, want het is de moeite waard. Even geduld, dus. :wink:

Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Een verrassing ...

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

-----------------------------------------------------------Afbeelding

------------------------------------------------------------Een aangename verrassing

--------------------------------------------------------------------------------- – 2 –
Ik schreef: Één enkele belevenis, een week, vier maanden of misschien maar een uur uit een lange loopbaan, kan stof opleveren voor een lang verhaal of zelfs voor een heel boek. Maar dan moet je wel kunnen schrijven …
… en schrijven kun je leren. Zoals je alles kunt leren. Als ik volgende week naar de kunstacademie ga en ik leer daar de verschillende schildertechnieken - gewoon hoe je dat moet doen met dat doek en die verf en alles wat daarbij komt, dus puur het handwerk, de techniek - dan leer ik dat. Dat kan iedereen leren. Als ik, nadat ik me de basistechnieken eenmaal eigen heb gemaakt, vervolgens vier jaar lang zes dagen in de week acht uur per dag ga schilderen, schilderen en nog eens schilderen, alleen maar oefenen, dan ben ik na die vier jaar een zeer verdienstelijk schilder. Misschien wel een uitzonderlijk goed schilder. Ik heb dan - reken het maar even uit - tienduizend uur geschilderd en geschilderd en nog eens geschilderd.

In tienduizend uur kun je álles leren. Niet alleen schilderen, maar ook vioolspelen, basketballen, kunstrijden op de schaats, neurochirurgie, je kunt het zo gek niet opnoemen of na tienduizend uur oefenen, heb je de top bereikt. Dat geldt ook voor schrijven.
Die wijsheid, die 10.000-uurregel, heb ik niet van mezelf. Dat is haarfijn uitgevogeld door geleerden zoals de Zweedse psycholoog K. Anders Ericsson en de Amerikaanse neuroloog Daniel Joseph Levitin die zelf ook eerst tienduizend uur hadden geoefend en daarna vlijtijg waren doorgegaan met oefenen. Die tienduizend-urenregel werd pas echt bekend door de Canadese auteur Malcolm Gladwell. Voor de Nederlandse versie klik HIER. Malcolm Gladwell kan het mooi vertellen en Malcolm heeft met zijn boeken over dit en aanverwante onderwerpen erg veel geld verdiend, maar zijn bewering dat iedereen door oefening in tienduizend uur een topniveau kan bereiken en dat talent daarbij van ondergeschikt belang is, wordt toch door velen, ook door mij, met een stevig korreltje zout genomen.
Genoeg hierover. Wie er alles van wil weten, hoeft alleen maar te googelen op "tienduizend uren regel". Ik wil alleen maar zeggen dat je schrijven kunt leren. Het is geen gave, maar een vak dat geleerd kan worden.

Als je serieus wilt gaan schrijven en publiceren, zul je dat ook moeten leren. Verwacht niet dat er zomaar vanzelf paarlen van volzinnen en haarscherpe dialogen uit je toetsenbord zullen rollen. Maar schrijven is wél gewoon beginnen en zien wat er komt, met daarna zeer kritisch lezen wát je hebt geschreven en dan veel schrappen en vooral veel weggooien. Het is niet beter uit te leggen dan zoals Sean Connery dat deed in de prachtige film Finding Forrester. Het is zo'n treffende, zo'n wáre scène dat ik exact dat stukje op YouTube terugvond. Ik was duidelijk niet de enige die dit was opgevallen.

Leren schrijven betekent …
  • Zorgen dat je de taal waarin je schrijft volledig beheerst zodat de spelling en de grammatica van dat wat je geschreven hebt foutloos of nagenoeg foutloos zijn.
  • Leren hoe je een verhaal opbouwt, componeert
  • Een lopend verhaal schrijven is heel iets anders dan het schrijven van een krantenartikel, maar toch ga je niet snel de fout in als je ook hier de drie "W''s in acht neem't: Wie, Wat, Waar, Wanneer en Waarom. "Vrijdagavond is op de Hogelandsterweg een beschonken schipper met zijn fiets in het water gereden." Dat is het hele verhaal; de rest zijn details.
  • Leren hoe je je verhaal logisch indeelt in alinea's. Alinea's moeten de lezer houvast geven; door het verhaal loodsen.
  • Het juiste gebruik van leestekens, vooral van het moeilijkste leesteken: de komma. Maar ook van de dubbele punt en de puntkomma. Aanhalingstekens en het verschil tussen een komma of een punt binnen of buiten het tweede aanhalingsteken. Het gedachtestreepje -– dat langer is en iets anders is dan een koppelteken - en heel iets anders dan het beletselteken … de drie puntjes met een spatie ervoor en erachter. Meer dan drie puntjes is onjuist en storend. Net als meer dan één uitroepteken of vraagteken.
  • Je moet het verschil leren en begrijpen tussen wat en dat, tussen ieder en elk, waarom en waardoor, tegoed en te goed en meer van dit soort zaken.
Maar dat is allemaal techniek, dat zijn regels en regeltjes die je in acht moet nemen en die je daarom moet leren. Zo goed moet leren dat je er op den duur niet meer bij na hoeft te denken. Dat leer je al doende en hoe beter je dat leert, hoe minder correctiewerk je hebt als je je schrijfsel gereed maakt om te publiceren of alleen maar ter beoordeling aan iemand wilt voorleggen. Die Forrester uit die eerder genoemde film, zei het heel juist: "Niet nadenken, maar schrijven. De eerste versie schrijf je vanuit je hart, de tweede versie vanuit je hoofd."
Eerst schrijven, daarna verbeteren. De eerste versie is nooit, maar dan ook helemaal nooit de versie die voor publicatie geschikt is. De vierde of de vijfde versie misschien wel. Wees niet te snel tevreden. Blijf kritisch. Wees niet bang om te schrappen – schrappen is vaak beter dan toevoegen.
Zo kan ik nog wel een poosje doorgaan en misschien doe ik dat later ook nog wel, hier of ergens anders. Wat ik alleen maar bedoel te zeggen, is dat je de techniek van het schrijven kunt leren en ook móét leren als je er serieus werk van wilt maken.

Zo nu en dan stuurt iemand mij een schrijfsel toe; of ik dat eens wil lezen en dan vertellen wat ik ervan vind. Ik doe dat met plezier. Dat kost veel tijd, want ik maak daar altijd serieus werk van, maar dat heb ik er graag voor over. Ik weet uit eigen ervaring hoe belangrijk het is om het oordeel te horen van iemand die er kijk op heeft. Want daarom stuurt iemand dat naar mij: omdat hij klaarblijkelijk denkt dat ik er kijk op heb. Nu heb ik dat ook wel. Ik verbeeld me niks, maar na al die jaren schrijven en vertalen, plus nog een poosje werken bij een krant, waar ik erg veel heb opgestoken, durf ik ook te zeggen dat ik er enige kijk op heb. Mijn kennis van de Nederlandse taal is uitstekend en ik kan beoordelen of een verhaal – maakt niet uit wat het is, een kort verhaal, een heel boek of een rapport over de toestand van de slootkanten op het Hoogeland – goed geschreven is, goed gecomponeerd, goed in elkaar zit. Of het niet alleen mij maar ook anderen zal boeien. Misschien boeit het mij absoluut niet, maar zullen er waarschijnlijk anderen zijn die het werkelijk zullen vréten. Dat soort dingen kan ik beoordelen. Heel aardig beoordelen. Beter dan de gemiddelde lezer, laat ik het zo zeggen.

Daarom is mijn oordeel en mening waardevol voor de schrijver. Niet alleenzaligmakend, absoluut niet. Iemand anders zal er mogelijk heel anders naar kijken, het heel anders lezen en een totaal andere mening hebben dan ik. Maar de schrijver kan van één ding verzekerd zijn: mijn mening en mijn oordeel zijn volkomen eerlijk. Als ik zeg dat het goed is, dan bén ik ook van mening dat het goed is. Misschien denkt iemand anders daar heel anders over, dat is zeer wel mogelijk, maar als iemand het vervolgens afkraakt, kan ik je verzekeren dat dat géén eerlijk oordeel is. Als ik zeg dat het in opzet goed is, maar dat er nog heel wat werk in zit om het geschikt te maken voor publicatie, dan is dat ook zo.
En als ik zeg dat het slecht is, dan is het ook slecht en dan moet iemand van goeden huize komen om mij ervan te overtuigen dat het niet slecht is. Hoe je dat dan tegen iemand zegt, dat het slecht is, is een andere zaak. Dat moet je heel zorgvuldig inkleden. Maar ga niet zeggen dat het heel aardig is, als je van mening bent de de honden er geen brood van vreten. Daar heeft niemand iets aan. Dat maakt je oordeel waardeloos.

Een gunstig oordeel wordt altijd in dank aanvaard; een minder gunstig oordeel lang niet altijd. Ik heb daar een paar heel onaangename ervaringen mee. In eerste instantie denk ik dan: krijg toch mooi het lazarus. Bekijk het even, wil je? Stuur me alsjeblieft nooit meer wat. Maar dat gaat wel weer over. Zoals ik al zei, vergt goed lezen en beoordelen van een manuscript veel tijd. Erg veel tijd. Minstens een dag per zesduizend woorden, dat zijn vijftien pagina's tekst op A4 met anderhalve regelafstand. Vijftigduizend woorden is in druk een boekje van ongeveer 120 pagina's, dus met een dergelijk manuscript heb ik dan toch mooi ruim een week werk. Daar kan ik dan ook alleen maar aan beginnen als ik direct zie dat het best wel eens iets goeds zou kunnen zijn. Lijkt het niks dan vertel ik iemand dat heel beleefd. Is het in opzet goed, maar heeft het nog veel werk nodig, dan geef ik goede raad hoe het te verbeteren, waar op te letten.
Maar soms krijg je dan iets toegestuurd waarvan je al na het lezen van de eerste pagina's denkt: dit is goed! Als het dan ook verder goed blijkt te zijn, als je het met plezier leest en geboeid raakt, dan geeft dat een goed gevoel.

Dat gebeurde nu alweer ruim twee weken geleden. Iemand die me voor de tweede keer iets stuurde. De eerste keer was, meen ik, alweer twee jaar geleden. Dat was toen een heel lang verhaal. Lang niet slecht, maar voor heel veel verbetering vatbaar. Ik ben daar toen lang mee bezig geweest, maar dat is verder niets geworden.
Nu stuurde dezelfde schrijver me een manuscript van zesenveertigduizend woorden met de vraag of ik dat eens wilde bekijken. Na drie pagina's te hebben gelezen wist ik het al; dit was meer dan alleen maar leuk. Dit was goed! Kijk, dat is dan een aangename verrassing die je die paar slechte ervaringen doen vergeten. In het derde en tevens laatste deel van deze bijdrage aan ons forum kom ik daar uitgebreid op terug.

En als de schrijver dit leest: geen zorg; ik ga niets verklappen en je identiteit niet bekend maken. Ik ben alleen maar dermate enthousiast over je verhaal dat ik anderen graag wil laten weten hoe plezierig een dergelijke ervaring is. Vooral ook de redenen waarom ik het zo goed vind. Dat alles in het licht van wat ik hierboven heb geschreven over schrijven, over leren schrijven en over het opbouwen, het componeren van een verhaal. Als het tevens een klein zetje kan zijn om je te doen besluiten hier echt verder mee te gaan, is dat mooi meegenomen. :wink:
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Een verrassing ...

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

---------------------------------------------------------Afbeelding

---------------------------------------------------------------Een aangename verrassing

-------------------------------------------------------------------------------- – Slot –


Wie gevaren heeft, herinnert zich zijn eerste reis. Wie, als oud-zeeman, op het onzalige idee zou komen om zijn memoires op schrift te stellen, zou dat hoogstwaarschijnlijk chronologisch doen en bij die allereerste reis beginnen. Dat ligt nogal voor de hand. Maar dan rijst onmiddellijk de vraag hóé je dat dan wel gaat doen. Maak je daar een reisverslag van? Een soort uitgebreid scheepsjournaal, met plaats en tijd, weer en wind en dat dan pagina na pagina? Dat is niet te vreten, mensen. Dat wordt niks. Het hele schrijven van die memoires wordt niks. Verloren tijd en moeite.

Weet je wat knap is? Die eerste reis vertellen in 46.000 woorden; pakweg, 120 pagina’s in druk en dan zó, dat je je lezer vanaf de eerste zinnen onmiddellijk pakt en niet meer loslaat tot het allerlaatste, het zesenveertigduizend drieëndertigste woord.
Als je in de eerste twee alinea’s in exact negentig woorden al direct antwoord geeft op die vijf belangrijke vragen, die vijf “W”’s die ik in de vorige aflevering noemde en waarmee je nooit de fout in kunt gaan: Wie, Wat, Waar, Wanneer en Waarom.
In die negentig woorden vertelt hij wanneer het was, wie hij is, welk schip het is en wat voor een schip dat is en waar de reis heen gaat. Dat is knap, mensen. Wie me niet gelooft en denkt dat dat vast niet zo moeilijk is, moet maar eens proberen om zijn eerste reis in minder dan honderd woorden zó weer te geven dat die vijf vragen dan al zijn beantwoord. Op een manier die uitnodigt tot verder lezen, want dat moet je als schrijver proberen: je lezer pakken en niet meer loslaten. Vandaar dat ik, als iemand me zoiets stuurt, al na de allereerste pagina weet: dit is iets. Dit is niet zomaar een schrijfsel; dit kon wel eens góéd zijn.
Ik werd niet teleurgesteld; het wás – het is – goed. Ik ben er, zoals ik zei, dagen mee bezig geweest, maar dat was geen corvee. Dat gaf me nergens het gevoel van: ik wou dat ik klaar was. Ik heb nu eenmaal beloofd dat ik het aandachtig zou lezen en mijn oordeel zou geven, maar wat een klus, zeg.
Nergens kreeg ik ook maar een moment dat gevoel. Ik heb genoten. Ik heb zo nu en dan hard zitten lachen. Gelukkig probeert de schrijver niet geforceerd grappig te zijn, integendeel. De humor is eerder een tikje onderkoeld en ook dat is een kunst. Op een ander moment, ver in het verhaal, werd ik zonder meer geroerd door een beschrijving. Ik corrigeerde intussen wat tik- en spelfouten, verbeterde de interpunctie en de verdeling in alinea’s – schrijver begint te vaak op een nieuwe regel – maar iets van redactie wilde ik in dit stadium niet doen. Komt nog bij dat dit verhaal maar heel weinig redactie nodig heeft en ook dat is uitzonderlijk. Vandaar mijn enthousiasme. Ik heb het achter elkaar gelezen, zij het wat traag vanwege het controleren en corrigeren, maar als dat klaar is en dat beetje redactie is ook nog gedaan, dan loopt dit verhaal als een trein. Dan struikelt de lezer nergens over een woord of een kromme zin. Nu al, zonder enige redactie, staat het verhaal als een huis en nogmaals: dat is knap en dat is uitzonderlijk.

En toch zo''n simpel gegeven, maar dat is meestal het geval met een goed verhaal. De schrijver vertelt ons over zijn eerste reis als vijftienjarige, in 1960, met een stoomschip van tienduizend ton met de bemanning die daar in die jaren bij hoorde. Hij doet dat zonder die bemanning op te sommen, vermeldt alleen de mensen waar hij als bakszeuntje mee te maken heeft, maar waardoor we toch weten dat het een grote bemanning is, omdat hij het over een bootsman heeft, een kabelgast, een lampenist en een baas-timmerman. De reis gaat van Amsterdam naar Bremen en Hamburg en vervolgens de reis op, naar Zuid-Amerika. Hij zet mensen neer die je vóór je ziet, mensen die léven, mensen die praten zoals dat soort mensen in 1960 praatte. Hij tekent de omgeving zodat je die ook duidelijk voor je ziet. Dat noemen we schrijven. Het verhaal is prachtig opgebouwd, goed verdeeld in hoofdstukken en zo ergens halverwege, krijg je geleidelijk aan het gevoel dat de schrijver bezig is naar een climax toe te werken. Hoe waar blijkt dat later ook te zijn. Het knappe is dan dat hij dat uitstelt tot werkelijk het allerlaatste. Nou ja, niet helemaal het allerlaatste, maar wel zo dat je als lezer iets krijgt van: schiet nou op, man! Laat ons niet langer in spanning! Wordt het nog wat of wordt het niks? Het wordt wat.

De auteur schrijft in de onvoltooid tegenwoordige tijd. Zijn openingszin – die de eerste twee “W”’s bevat: wanneer en wie – is:
Het is zomer1960 en ik mag, als vijftienjarige lichtmatroos - oftewel ketelbinkie of zeuntje - mijn eerste zeereis maken met het ss …
Dat is een mooie stijl waarmee je vaart in een verhaal kunt brengen. De lezer gaat immers mee in die tegenwoordige tijd, beleeft het verhaal tegelijk met de schrijver. Maar het is geen gemakkelijke stijl; die moet je dan wel beheersen en dat doet hij. Dialoog schrijven is een kunst en ook die beheerst hij. Zijn dialogen zijn uit het leven gegrepen en - wat heel belangrijk is - uit het leven aan boord van een Nederlands grote-vaartschip begin zestiger jaren van de vorige eeuw. Probeer het maar eens. Dan moet je als schrijver echt weer teruggaan naar de handeling, na dik vijftig jaar opnieuw beleven wat je toen als vijftienjarige beleefde. Hij doet dat heel goed.

In eenvoudige taal schrijft hij bijzonder beeldend en ook dat is knap. Er zit een beschrijving in, een belevenis die niets met schepen of de zee te maken heeft, die zó beeldend is dat ik daar bewondering voor heb en dat zeg ik niet zomaar. Ik liet hem dat ook al tijdens het lezen en corrigeren weten. Het toont aan dat hij schrijven kan. Schrijver loopt intussen al naast twee paar van zijn schoenen door alle lof die ik hem heb toegezwaaid, maar die lof is terecht, óprecht en verdiend. Laat ik nog eens herhalen wat ik in de vorige aflevering zei, want het is belangrijk …
  • Als ik zeg dat het goed is, dan bén ik ook van mening dat het goed is. Misschien denkt iemand anders daar heel anders over, dat is zeer wel mogelijk, maar als iemand het vervolgens afkraakt, kan ik je verzekeren dat dat géén eerlijk oordeel is. Als ik zeg dat het in opzet goed is, maar dat er nog heel wat werk in zit om het geschikt te maken voor publicatie, dan is dat ook zo.
    En als ik zeg dat het slecht is, dan is het ook slecht en dan moet iemand van goeden huize komen om mij ervan te overtuigen dat het niet slecht is. Hoe je dat dan tegen iemand zegt, dat het slecht is, is een andere zaak. Dat moet je heel zorgvuldig inkleden. Maar ga niet zeggen dat het heel aardig is, als je van mening bent de de honden er geen brood van vreten. Daar heeft niemand iets aan. Dat maakt je oordeel waardeloos.
Dit is goed. Is het perfect? Nee. Dat is het nooit. Het behoeft nog wat werk, wat redactie die ik, in nauw overleg met de schrijver, graag zou willen doen. Is het daarna dan perfect? Nee, ook nog niet, maar dat hoeft ook niet. Het is een verhaal dat ver boven het gemiddelde uitsteekt en dat het waard is om door een breed publiek te worden gelezen. Publiceren, dus.
Blijft de vraag waar en door wie. Met deze omvang van zesenveertigduizend woorden is het wat te kort voor een reguliere uitgever. Ik ben bang dat de productiekosten dan net te hoog zijn. Als de schrijver nóg zo'n verhaal van dezelfde kwaliteit zou kunnen leveren, zou het een prachtig boekje zijn, waar mogelijk wel een reguliere uitgever voor te vinden is. We moeten het daar nog eens over hebben. Ik heb dit hele stuk, deze drie stukken, geschreven met eigenlijk maar één doel voor ogen: de schrijver ervan overtuigen dat hij móét publiceren. Daarnaast hoop ik andere aspirant schrijvers zo hier en daar wat tips te hebben gegeven. Maar voor mij was dit dus die aangename verrassing. Graag had ik hier een paar mooie passages geplaatst, maar omdat hij nog aarzelt wat hij met dit verhaal wil doen, doe ik dat niet.

Tot slot van deze drie bijdragen wil ik mijn menig over dit verhaal in één woord samenvatten: Chapeau!
Dat is Frans voor: "Ïk neem mijn groen uitgeslagen schipperspetje voor je af."

Theo Horsten
Bob R.I.P.
Berichten: 3142
Lid geworden op: 19 sep 2008 18:00
Locatie: Langedijk

Re: Een verrassing ...

Bericht door Bob R.I.P. »

Theo leuk dat je hier ook de 5 "W's" aanhaalt. Een hobby van mij is filmen en daar geldt dezelfde regel. Wie, Wat, Waar, Waarom en Wanneer. Elke serieuze filmer kent deze regel maar slechts weinigen passen de regel goed toe. Je kunt een W weg laten, misschien twee stuks maar dan wordt het moeilijk. Regelmatig zie ik films waarbij slechts 1 W is toegepast. De W van waarom is deze film gemaakt. De kunst is dan om de maker te vertellen dat hij de film beter thuis had kunnen laten.
't Leven is niet altoid roist met krente, 't is ok welders gortepap die skift is.
Jos Komen (R.I.P)

Re: Een verrassing ...

Bericht door Jos Komen (R.I.P) »

Leuk dat jij een aangename verrassing hebt ontvangen, Theo. :)
Maar wij blijven hier natuurlijk met de vragen zitten.
Waard om door een breed publiek gelezen te worden,
Hoe breed zou dat publiek zijn?

Dat interesseert echt geen hond. En zo vergaat ons dat allemaal. Onze verhalen zijn allemaal hetzelfde.

Op Kombuispraat en scheepspraat zijn de afgelopen 15 jaar heel wat verhalen geplaatst, maar om nu te zeggen dat ze allemaal hetzelfde zijn......
Nee, gelukkig niet. :)

Maar we zullen ongetwijfeld meer horen over deze aangename verrassing, hopelijk kunnen we hier ook meegenieten. :wink:
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Een verrassing ...

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

Op Kombuispraat en scheepspraat zijn de afgelopen 15 jaar heel wat verhalen geplaatst, maar om nu te zeggen dat ze allemaal hetzelfde zijn ... Nee, gelukkig niet.
Ik schreef met opzet en op die, een tikje grove manier dat echt geen hond geïnteresseerd is in onze memoires omdat onze verhalen allemaal hetzelfde zijn. Ik betrok dat ook onmiddellijk op mijn eigen schrijverij. Maar nu til jij alleen die laatste zin uit die veel langere passage en betrekt die op de verhalen die in de loop der jaren op Kombuispraat zijn geschreven. Dat is niet juist en geeft misverstanden. Dat geeft niet, want ik probeerde juist ergens een gevoelige snaar te raken en reacties uit te lokken. Dat valt de laatste tijd niet mee, hoor. :wink:

Laat ik die hele gewraakte passage hier nog eens weergeven, dan hoeft niemand omhoog te scrollen ...
Zoals wij, oud varensgezellen, mannen van de lang- en de korte omvaart, jongens van de gestampte pot, hier bij elkaar zijn, hebben wij allemaal wel een verhaal te vertellen. Dat dénken wij in elk geval. We vertellen ook telkens een stukje van ons verhaal hier op dit forum - en soms zelfs meerdere malen hetzelfde stukje. Dat wil echter niet zeggen dat wij ons hele verhaal achter elkaar moeten gaan vertellen. Je "memoires" schrijven is géén goed idee. Doe dat gerust, als je dat graag wilt; geneer je niet, ga er voor zitten en rammel het hele verhaal uit de tekstverwerker. Maar verwacht niet dat, als je dat in druk publiceert, ook maar iemand daarin is geïnteresseerd. Ik heb er veertig plus jaren scheepvaart op zitten, maar denk niet dat er ook maar iemand zit te wachten op een boek als: Van potjeschipper tot tankerkapitein - het verslag van een zeemansloopbaan in de 20ste Eeuw, of een andere fraaie titel. Dat interesseert echt geen hond. En zo vergaat ons dat allemaal. Onze verhalen zijn allemaal hetzelfde.

Iets anders is dat je uit die vaartijd, uit alles wat je hebt beleefd en gezien, de mensen die je hebt ontmoet en de landen die je hebt bezocht, als je daar talent voor hebt, vrijwel eindeloos inspiratie kunt putten voor prachtige verhalen, maakt niet uit of dat waar gebeurde zaken zijn of dat je je fantasie de vrije loop laat.
Ik kreeg ook een paar reacties via e-mail en in antwoord op een van die reacties schreef ik dat een verhaal op Kombuispraat plaatsen heel iets anders is dan een boek schrijven of een lang verhaal publiceren met de bedoeling dat het breed gelezen gaat worden. Ik herhaal - en deze keer met klem - dat als ik mijn "memoires"zou gaan schrijven, een begrip dat ik niet voor niets tussen aanhalingstekens zet, mijn hele leven in de scheepvaart van begin tot eind, dat dat volkomen onleesbaar zou zijn en echt helemaal niemand ook maar ene moer zou kunnen schelen. Zoiets is echt niet te vreten. Wie doet dat tegenwoordig ook nog? Niemand immers?

Maar probeer nu eens één aspect uit dat alles te pikken, één reis, één bepaalde gebeurtenis of periode en schrijf daar geen stukkie over op Kombuispraat, maar een verhaal van 50.000 woorden - 120 getikte pagina's A4 op anderhalve regelafstand - of zelfs een heel boek. Dat is heel iets anders. En dat heeft de man gedaan waar dit over gaat. Als je dat goed doet - en dat heeft hij gedaan - zal dat ook buiten die alsmaar kleiner wordende kring van mensen die in scheepvaart geïnteresseerd zijn graag worden gelezen.

Voorbeelden van een heel boek schrijven over één enkele reis of één beperkte periode uit een heel leven zijn er in overvloed. En zodra je je niet langer verplicht voelt om waargebeurde verhalen te schrijven, maar je aan fictie gaat wagen, zijn er geen grenzen meer. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan een mengsel van beide: feiten aangevuld met fictie. Fictie gebaseerd op een enkel feit. Mijn eerste boek, "De kim etc. etc." kwam voort uit drie dingen die ik zelf had meegemaakt. Was er destijds - opa komt nu te spreken van 1975 of daaromtrent - zoiets geweest als Kombuispraat, dan was het misschien best leuk geweest om elk van die gebeurtenissen afzonderlijk te vertellen, maar dat zou ook toen toch maar een beperkt aantal mensen hebben aangesproken. Maar voeg die drie gebeurtenissen - die echt helemaal niets met elkaar te maken hadden - bij elkaar, voeg ze aaneen met een mooi mengsel van fictie en je hebt een boeiend verhaal. Zo boeiend dat er vlot vierduizend exemplaren van over de toonbank gingen en het boek ook vandaag nog door de bibliotheken wordt uitgeleend.

De man die dat lange verhaal schreef waar ik het hier over heb, dat kleine boekje, zou dat ook kunnen, ik weet het zeker. Die heb ik in twee jaar of zo een enorme sprong voorwaarts zien maken en dat is een heel plezierige ervaring. Anderen aanzetten tot schrijven, mensen waarvan je vermoedt of bijna zeker weet dat ze het in zich hebben, geeft een grote voldoening.
Bob R.I.P.
Berichten: 3142
Lid geworden op: 19 sep 2008 18:00
Locatie: Langedijk

Re: Een verrassing ...

Bericht door Bob R.I.P. »

Maar voeg die drie gebeurtenissen - die echt helemaal niets met elkaar te maken hadden - bij elkaar, voeg ze aaneen met een mooi mengsel van fictie en je hebt een boeiend verhaal

Carmiggelt, Kronkel dus, deed niets anders. Hij observeerde, noteerde de vaak kleine gebeurtenissen en reeg ze aan elkaar tot een mooi verhaal.
't Leven is niet altoid roist met krente, 't is ok welders gortepap die skift is.
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Een verrassing ...

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

Ja, zo doe je dat. :-D
Het punt is - het kunstje - dat je de verbanden moet zien, maakt niet uit of dat bestaande verbanden zijn of dat je die verzint. Verbanden die er mogelijk zouden kunnen zijn. Het vreemde, maar ook het mooie is, dat datgene wat je dacht te hebben verzonnen, dan soms werkelijkheid blijkt te zijn, of de werkelijkheid toch op zijn minst griezelig dicht benaderde.
Het vermengen van fictie met feiten geeft de lezer bij die fictie een gevoel van realiteit, noem het om mij authenticiteit. Je kunt de figuren die in je verhaal een rol spelen zonder bezwaar baseren op bestaande personen, maar dan aanpassen aan jouw verhaal. De personen die in "De kim ..." voorkomen, waren voor iedereen die de Groninger kustvaart uit de zeventiger jaren kende, duidelijk herkenbaar. Wel gebruikte ik één schip en één kapitein en dat werkte voor hen die de figuren meenden te herkennen enigszins verwarrend. Als die herkenning juist was, hadden het twee schepen moeten zijn met twee kapiteins. Ook dat was weer een kwestie van op de juiste manier samenvoegen - in elkaar schuiven. Dat maakt het schrijven interessant werk. Dat maakt een verhaal leesbaar.

Ik liep al vele jaren rond met het plan om het leven van mijn vader tijdens de Tweede Wereldoorlog als machinist op de Koopvaardij te reconstrueren en op papier te zetten. Zou ik dat "sec" hebben gedaan - de schepen waarop hij in die ruim vijf jaar voer, de konvooien waarin die schepen zaten en hoe het die konvooien verging, dan zou dat veel werk zijn geweest, wat helemaal niet erg zou zijn geweest - zoals ik het nu heb gedaan was nog veel meer werk - maar wie zou dat eigenlijk hebben geïnteresseerd? Meer dan een halve eeuw na dato? Niemand immers? Dat zijn de belevenissen en ervaring van één persoon, terwijl er nog eens twaalfduizend waren die precies hetzelfde overkwam. En daarmee hun vrouwen en hun kinderen. En dat is wél interessant. Daar kun je ook een eeuw na dato nog interessante verhalen op baseren.

Vandaar dat ik de vorm koos die ik gekozen heb; ik gebruikte het leven van mijn vader als basis voor het leven en de belevenissen van een fictief persoon. Geen machinist, maar een stuurman van de koopvaardij. Dat schreef om verschillende redenen ook makkelijker, dat maakte het meer plooibaar. Daar voegde ik een deel van mijn eigen leven bij in. Dat moest, want dat wat mijn vader overkwam, had grote gevolgen voor mijn leven, gevolgen die pas dertig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog duidelijk werden. Ik betaalde prijs voor wat mijn ouders tussen 1939 en 1945 overkwam en met mij moeten duizenden anderen eenzelfde prijs hebben betaald. Daar zit wél een boeiend verhaal in. Niet één, maar vele.
Gert Schouwstra
Berichten: 390
Lid geworden op: 23 sep 2007 19:38
Locatie: Sneek
Contacteer:

Re: Een verrassing ...

Bericht door Gert Schouwstra »

Theo Horsten schreef:, want dat wat mijn vader overkwam, had grote gevolgen voor mijn leven, gevolgen die pas dertig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog duidelijk werden. Ik betaalde prijs voor wat mijn ouders tussen 1939 en 1945 overkwam en met mij moeten duizenden anderen eenzelfde prijs hebben betaald. Daar zit wél een boeiend verhaal in. Niet één, maar vele.
De formulering van deze drie zinnen maken dat ik recht overeind ga zitten, want dit zou zomaar de intro van je boek kunnen zijn, Theo. Wat je schrijft is heel herkenbaar: Mijn vader overleed dit voorjaar, 89 jaar oud, en een paar jaar geleden heeft hij al zijn herinneringen als Rijnschipper opgeschreven. Die besloegen een periode van 1927 tot 1987 en mijn vader schreef erg accuraat. Die inspanning leverde een soort tijdscapsule op, vanaf de tijd dat er op motorschepen nog zonder elektriciteit aan boord gevaren werd, tot aan de moderne Rijnvaart met autopiloot en satellietnavigatie.

Reis voor reis, belevenis na belevenis, werden opgeschreven met alle bijbehorende data en zijn commentaren. Het manuscript bevatte twee delen: Eerst 147 op de schrijfmachine getypte A4-tjes over de periode 1960-1987 waarin mijn vader als zelfstandig schipper, samen met mijn moeder, voer. Daarna nog 180 handgeschreven A4 tjes over de periode 1927-1960, waarin mijn vader samen met zijn ouders voer. Prachtig, maar ook best moeilijk leesbaar omdat er veel te veel feiten achter elkaar waren gezet en er weinig "gevoel" in zat. Mijn vader had slechts drie jaar lagere school gehad en schreef desondanks bijna foutloos Nederlands, maar aan stijlvorming was hij nooit toegekomen. Ik heb de manuscripten nadat ze af waren voorgelegd aan Harry de Groot omdat ze zo ontzettend informatief waren. Die werd na lezing zo enthousiast dat hij het materiaal heeft omgewerkt tot een van zijn boeken. "Te berg, te dal." Hij had fotomateriaal genoeg bij deze verhalen. Maar, zoals je zegt: schrijven houdt vooral ook schrappen in.

Wat me persoonlijk aanspreekt is hoe je zegt dat de oorlog jouw leven heeft gevormd. Ik ben veel jonger (bouwjaar 1961), maar ik kan op mijn manier hetzelfde zeggen. Elke plek langs de rivier had zijn eigen verhaal en mijn vader was een goede verhalenverteller. Wat hij en zijn leeftijdgenoten hebben meegemaakt, heeft hij op voor mij boeiende wijze doorgegeven. Ik ben daardoor ook gevormd en ik meen nog dagelijks de verschillen met mijn leeftijdgenoten te merken.
Ik wacht nu vol spanning af hoe dit topic zich gaat ontwikkelen..............
Gert
- Varen is Leven -
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Een verrassing ...

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

Gert, een reactie hierop vergt wat tijd. Geen dag, maar uren, bedoel ik dan.
Even geduld dus; ik wilde je alleen maar even laten weten dat ik het gelezen heb.

Helaas .... wordt het vandaag toch niks. Morgen dan maar.


Plaats reactie