Varen in oorlogstijd

Een gezellig, leuk en informatief Scheepvaartforum
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Wie weet ?

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

Dan ga ik daar aan beginnen. Maar zoals gezegd, vergt dat enige tijd. Ik wil het dan maar gelijk goed doen en niet gaan spitten in mijn oude aantekeningen, maar een en ander opnieuw vers halen uit vier kloeke boeken die in de afgelopen vijftien jaar over dit onderwerp verschenen en waarvan ik er drie ook als bron heb gebruikt bij het schrijven van De Prijs. Dat zijn, in volgorde van verschijnen ...

  • Martin Bossenbroek - De Meelstreep - Terugkeer en opvang na de Tweede Wereldoorlog - Uitgeverij Bert Bakker 2001
  • Erik Schaap - Walraven van Hall, Premier van het verzet - Uitgeverij Noord-Holland 2006
  • Johan van der Wal - 'We vieren het pas als iedereen terug is'- Terschelling in de Tweede Wereldoorlog - Uitgeverij Van Wijnen Franeker 2007
  • Van Dissel, Elands, Faber en Stolk - De Nederlandse koopvaardij in oorlogstijd - Uitgeverij Boom 2014
[/b][/color]
Ter toelichting: De Meelstreep - en nu citeer ik van het achterplat - bevat de belangrijkste uitkomsten van het grootschalig historisch onderzoek dat werd uitgevoerd door de Stichting Onderzoek Terugkeer en Opvang (SOTO). Deze stichting werd in 1998 opgericht op uitnodiging van het eerste kabinet-Kok, in reactie op de maatschappelijke commotie over de als kil en bureaucratisch aangeduide opvang van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Einde citaat. Dat gaat dus over veel meer dan alleen maar de zeelieden. Wat de titel betreft, De Meelstreep die is afkomstig van het gegeven dat er, toen koningin Wilhelmina op 13 maart 1945 in het dorpje Eede in Zeeuws-Vlaanderen voor het eerst weer voet op vaderlandse bodem zou zetten, er nergens een pot witte verf te vinden was om de Belgisch-Nederlandse grens die ze zou overschrijden met een streep weer te geven. Maar daarom niet getreurd en bij de plaatselijke bakker snel een paar kilo meel opgehaald waarmee de streep werd getrokken. Dat is een boekje van bijna 700 pagina's die ik niet allemaal ga lezen, maar ook alleen eruit halen wat ik nodig heb, kost aandacht en tijd, dat spreekt.
    • Meelstreep.jpg
      Meelstreep.jpg (52.51 KiB) 6161 keer bekeken
Wie Walraven van Hall was, zal bij velen wel bekend zijn, maar anders lost een snelle Google dat wel op. Voor wat betreft de Koopvaardij is het belangrijk dat hij de man was die de Zeemanspot opzette en beheerde, het fonds waaruit de vrouwen van zeevarenden werden betaald nadat die op last van de Duitse bezetter geen cent meer mochten ontvangen van de rederijen.

'We vieren het pas als iedereen terug is' is het proefschrift waarop Johan van der Wal in 2007 in Groningen promoveerde tot doctor in de Letteren.
Het laatste boek De Nederlandse koopvaardij in oorlogstijd', bevat vooral verhalen van en interviews met mensen die in Nederland achtergebleven, de vrouwen van zeevarenden, maar ook de kinderen. Ik heb daar destijds ook een bijdrage aan geleverd. Daarnaast bevat het ook onderzoeksresultaten van het NIOD en is daarmee de meeste recente bron van informatie.

Het moge duidelijk zijn dat ik even zoet ben. :-D Intussen kan de discussie over het onderwerp uiteraard gewoon doorgaan, zolang het nu maar over zaken gaat die voor wat dit onderwerp betreft ook werkelijk hout snijden, dus geen gissingen, veronderstellingen of "van horen zeggen". Daarmee zouden we de nagedachtenis van degenen waarom het ging geen eer aan doen.

Laat ik besluiten met datgene waarmee ik in De Prijs dit onderwerp afsloot , hoe de mannen die terugkeerden zich ongeveer moeten hebben gevoeld en hoe hun vrouwen die terugkeer moeten hebben ervaren ...
  • ‘Ze wisten niet hoe de ander eruitzag, hoe die was veranderd, welke vrienden en kennissen ze in die jaren hadden gehad of waren kwijtgeraakt. Dat is zonder oorlog al een hap uit je leven, maar als je dan ook nog eens jarenlang onder spanning hebt geleefd, als je leven keer op keer bedreigd werd. hoe breng je dat dan aan de ander over? Moet je überhaupt proberen om een ander duidelijk te maken wat je in die jaren allemaal hebt meegemaakt? Begrijpt iemand die het niet heeft meegemaakt dat wel?'
    Ik zei niets en Jaap de Boo zweeg ook, verwachtte geen antwoord. Het was doodstil. Geen verkeersgeluiden en hier ook geen nachtegaal. Ik dacht terug aan de dagen, de weken na zijn thuiskomst aan het wonder om plotseling een vader te hebben, een man die ik me nog maar vaag van vroeger herinnerde maar die me desondanks niet vreemd was.
    'Ze zijn slecht behandeld,' onderbrak Jaap de Boo mijn gedachtestroom.
    ‘Wie bedoel je, de zeemansvrouwen?'
    Ja, die ook, dat heb je goed begrepen. Maar ik bedoel de mensen van de koopvaardij die na de oorlog terugkeerden. Ze waren van zichzelf al niet zo spraakzaam, maar als ze al probeerden om duidelijk te maken wat ze hadden meegemaakt, luisterde er nauwelijks iemand. In Holland hadden ze onder de bezetting geleefd, Rotterdam was gebombardeerd, de joden waren weggevoerd en vergast, mannen die geen kans hadden gezien om onder te duiken, werden als dwangarbeiders naar Duitsland gevoerd, er waren gijzelaars gefusilleerd en in het laatste jaar van de oorlog stierven ie mensen in het westen van het land van de honger. Dat was dichtbij, dat hadden ze gezien; de oorlog op zee was iets van heel ver weg, daar wisten ze niets van en al die kerels die terugkwamen, zagen er stuk voor stuk welgedaan en goed doorvoed uit, zaten goed in de kleren, rookten als ketters zopen als dragonders, dus zo slecht kon het nooit zijn geweest. Tegenwoordig heeft iedereen de mond vol van traumaverwerking, maar zij mochten het allemaal zelf opvreten. Ze zijn in de steek gelaten.' Hij stond op en begon fles en glazen op te ruimen. 'Tijd om te gaan snurken. Morgenochtend om acht uur is er ontbijt.'
Ten slotte: mocht Jos van mening zijn dat dit onderwerp beter past in het topic Varen in oorlogstijd, dan lijkt me een verhuizing snel geregeld, maar dat laat ik graag aan de bevoegde autoriteit over. Er komt dus nog een forse lap ... als ik het bij één aflevering kan houden. :shock:
Mocht er plotseling een nieuwe vertaalklus komen, dan gaat het allemaal wat langer duren, vrees ik, maar dat zien we dan wel.

Gebruikersavatar
Harry G. Hogeboom
Berichten: 14378
Lid geworden op: 22 jul 2004 02:07
Locatie: Canada

Re: Varen in oorlogstijd

Bericht door Harry G. Hogeboom »

Dan ga ik daar aan beginnen.
He he...dat geslenter op de straat tussen de Griekse ezeltjes door en dan weer dat eindeloze zwart gestookte ouzo zuipen daar tegen Macedonie an, moet ook nodig eens afgelopen zijn. :lol: :roll:
MVG HGH.
"Don't sweat the small stuff"
Gebruikersavatar
Knisten
Berichten: 455
Lid geworden op: 24 mar 2005 15:57
Locatie: Abbeville, LA, USA

Re: Varen in oorlogstijd

Bericht door Knisten »

"Vol verwachting klopt ons hart..." om maar een beetje bij de tijd te blijven. Alhoewel ik van na de oorlog ben blijft het een fascinerend onderwerp en het begin klinkt al goed en nodigt uit tot het volgen van dit topic. Alvast succes met het vele werk wat dit met zich meebrengt. Thanks in advance.

Vriendelijke groeten,
Dirk
Old sailors never die, they just fade (or drive) away...
73 Knisten
Gebruikersavatar
proet
Berichten: 1873
Lid geworden op: 26 sep 2006 19:20
Locatie: Ruurlo
Contacteer:

Re: Wie weet ?

Bericht door proet »

Dan ga ik daar aan beginnen. Maar zoals gezegd, vergt dat enige tijd. Ik wil het dan maar gelijk goed doen en niet gaan spitten in mijn oude aantekeningen, maar een en ander opnieuw vers halen uit vier kloeke boeken die in de afgelopen vijftien jaar over dit onderwerp verschenen en waarvan ik er drie ook als bron heb gebruikt bij het schrijven van De Prijs. Dat zijn, in volgorde van verschijnen ...

  • Martin Bossenbroek - De Meelstreep - Terugkeer en opvang na de Tweede Wereldoorlog - Uitgeverij Bert Bakker 2001
  • Erik Schaap - Walraven van Hall, Premier van het verzet - Uitgeverij Noord-Holland 2006
  • Johan van der Wal - 'We vieren het pas als iedereen terug is'- Terschelling in de Tweede Wereldoorlog - Uitgeverij Van Wijnen Franeker 2007
  • Van Dissel, Elands, Faber en Stolk - De Nederlandse koopvaardij in oorlogstijd - Uitgeverij Boom 2014
[/b][/color]

Theo ik ben in het bezit van de boeken "Geschiedenis van de Nederlandse Koopvaardij in de tweede wereldoorlog" geschreven door K.W.L. Bezemer.

Het zijn 2 lijvige boeken ( 2 X bijna 800 pagina's).

Mocht je belangstelling hebben dan wil ik die gaarne aan je afstaan.

Groet,

Proet
Weet u iets over of van de sleepboten van Bureau Wijsmuller ? Neem dan eens contact op met info@bureau-wijsmuller.nl
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Varen in oorlogstijd

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

--------------------
Dat is een heel mooi aanbod, Proet, maar de boeken van Bezemer heb ik al in de boekenkast staan sinds de verschijning in 1987, plus het derde deel, het supplement dat in 1990 verscheen. Bezemer deed een mooi stuk werk, beter dan Von Münching die al in 1978 kwam met zijn geschiedschrijving van de Koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog. Het punt is echter dat die boeken relatief weinig aandacht schenken aan het onderwerp dat we hier nu bij de kop hebben gepakt: de terugkeer van de zeevarenden, de financiële afwikkeling, de pensioenen, ook de invaliditeitspensioenen en uiteraard de vele weduwe- en wezenpensioenen.

Komt nog bij dat de historici die zich later in deze materie hebben verdiept, mensen die na de oorlog geboren waren, in veel gevallen beter en degelijker onderzoek deden dan zij die het zelf hadden meegemaakt. Die waren soms lang niet objectief genoeg. Het beste voorbeeld daarvan is Lou de Jong, de man die meer dan dertig jaar directeur was van het RIOD, her Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, het tegenwoordige NIOD. De Jong wijdde zijn leven aan het in opdracht van de regering schrijven van Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog dat, toen het uiteindelijk voltooid was, twaalf delen in zesentwintig banden omvatte.

-----------------------------Afbeelding

Het is lang beschouwd als het standaardwerk over de Tweede Wereldoorlog in Nederland en Indië. tot er andere onderzoekers kwamen die een en ander vanuit een heel ander perspectief bekeken en een veel frissere kijk op de zaak hadden. Lou de Jong kende maar twee soorten mensen uit die tijd: zij die "goed" waren geweest en zij die "fout" waren geweest. Tot de historicus Chris van der Heijden - geboren in 1954 - in 2001 een grote baksteen in die stille vijver wierp met zijn boek: Grijs Verleden - Nederland en de Tweede wereldoorlog. Een heel goed boek. Om daar hier nu verder op in te gaan, voert te ver, maar wie geïnteresseerd is in de geschiedenis van Nederland tijdens de oorlog, kan niet om dit boek heen.

Hetzelfde zie je nu gebeuren met de geschiedschrijving over ons koloniale verleden, de koloniale oorlogen die zo niet genoemd mochten worden en die we daarom zelfs nu nog kennen als "politionele acties". Zelfs nu nog wordt iemand die ook maar iets durft te zeggen over "onze jongens die in Indië dienden", nog harder verketterd en nog meer met de dood bedreigd dan iemand die voorzichtig oppert dat we misschien eens van Zwarte Piet af moeten. Om de waarheid boven tafel te brengen en geaccepteerd te krijgen - zij het zeer moeizaam - heb je onderzoekers nodig, historici, die deze tijd zelf niet hebben meegemaakt, maar zich puur wetenschappelijk in het onderwerp verdiepen. Voor wat betreft onze koloniale oorlogen na de Tweede Wereldoorlog is daar nu Nederlands-Zwitserse historicus Rémy Limpach bij gekomen met zijn boek De brandende kampongs van generaal Spoor. Die maakt korte metten met ons heldhaftige Indische verleden en die lieden die slecht of totaal niet voorbereide en nog slechter uitgeruste jonge mensen naar Indië stuurden om daar voor koningin en vaderland de terechte opstand van de Indonesische bevolking neer te slaan. Wij - en opnieuw spreek ik van "wij", want ook wij dragen de last mee van datgene wat er vóór onze tijd is gebeurd - wij hebben heel vuile, met bloed besmeurde handen en moeten daarom heel goed oppassen met het oordelen over anderen.

Maar ik dwaal af. Zoals gewoonlijk, zou ik zeggen. :wink: Ook voor zo'n relatief eenvoudig onderdeel van onze geschiedenis als de ontvangst van terugkerende zeelieden die vijf jaar lang hun leven hadden gewaagd en de financiële afwikkeling van hun achterstallige gages, hun pensioenen en de zorg voor hun nagelaten betrekkingen, kun je beter putten uit recent onderzoek. Dat is gedaan, heel veel zelfs. Behalve de vier boeken die ik noemde, zijn er ook andere, vaak proefschriften van jonge historici zoals bijvoorbeeld Anne-Marie Smit die in 1991 promoveerde op Varen, vechten of berechten - Nederlandse maritieme rechtspraak op het grondgebied van Groot-Brittannië gedurende de Tweede Wereldoorlog.

Geschiedenis is interessant, zelfs als je, zoals ik, als amateur maar wat aan de randen van onze geschiedenis knabbelt. Je leert relativeren en ook milder oordelen over anderen, over vroegere "vijanden" zoals bijvoorbeeld Duitse duikbootcommandanten. Ook dat is niet zonder gevaar.
Ik ga weer verder. Ik lees en maak aantekeningen. Uiteindelijk gaat dat hopelijk een leesbaar stukkie opleveren. :wink:
Gebruikersavatar
Harry G. Hogeboom
Berichten: 14378
Lid geworden op: 22 jul 2004 02:07
Locatie: Canada

Re: Varen in oorlogstijd

Bericht door Harry G. Hogeboom »

Uiteindelijk gaat dat hopelijk een leesbaar stukkie op gaan leveren.
Laaat ik daar nou best wel vertrouwen in hebben! :lol: :roll:
MVG HGH.
"Don't sweat the small stuff"
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Varen in oorlogstijd

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

gaat dat hopelijk een leesbaar stukkie op gaan leveren.
Maar dan niet met zulke fouten! :oops:
ArieE
Berichten: 138
Lid geworden op: 22 dec 2010 13:36

Re: Varen in oorlogstijd

Bericht door ArieE »

Wat betreft ons koloniale verleden is het volgende boek wel interessant:
"Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd" van Charles den Tex. (ISBN: 9789044536089)
In dit op waarheid gebaseerde verhaal speelt de latere generaal Spoor ook een tamelijk dubieuze rol, toen het KNIL vanuit Australie opereerde.
Groeten Arie Eijgenraam
Theo Horsten (R.I.P.)

Re: Varen in oorlogstijd

Bericht door Theo Horsten (R.I.P.) »

---------------------------------------Afbeelding

-------------------------------------------------------------Na de oorlog

---------------------------------------------------------------------Inleiding

Wij Nederlanders zijn een volkje van Calvinistische krentenwegers. Dat zijn we altijd al geweest en dat zal ook altijd wel zo blijven. Alles moet altijd op een koopje. Wij betalen geen kwartje als het ook voor drieëntwintig cent kan. In plaats van een wapen met leeuwen en de leus Je Maintiendrai, zouden we beter het logo van Zeeuws Meisje margarine kunnen gebruiken met de passende leus: Geen cent te veel, misschien met aan de ene kant een dominee en aan de andere kant een kruidenier, beiden met het typisch Hollandse opgestoken vingertje. Wij willen het nogal eens graag doen voorkomen alsof we een tolerant, gastvrij volk zijn waar de mens in nood op een warm welkom kan rekenen, maar dat is helemaal niet zo en is ook nooit zo geweest. Wij zijn ook niet zo erg goed in ruimhartige gebaren. Ik wil daar hier nu niet te diep op ingaan, op de vluchtelingencrisis waar we nu mee te maken hebben, of zoiets als het kinderpardon. Vooral dit laatste is een sprekend voorbeeld hoe kleinhartig Nederlanders kunnen zijn. Liever wil ik me hier beperken tot wat er direct na de oorlog gebeurde. Hoe Nederland omging met zijn terugkerende oorlogsslachtoffers, waarbij we dat begrip “oorlogsslachtoffer” breed moeten zien. Dat mensen die in een concentratiekamp hadden gezeten of een vernietigingskamp hadden overleefd, kampen waarin ze afschuwelijke dingen hadden gezien en meegemaakt, dat zij oorlogsslachtoffers waren, zal niemand ontkennen of bestrijden, maar er waren ook nog anderen. Wie als dwangarbeider in Duitsland had gewerkt, maar het daar toch relatief goed had gehad en veilig terugkeerde, mocht dan misschien de indruk hebben gemaakt dit alles goed te hebben doorstaan, ook hij had mogelijk dingen gezien en meegemaakt waar hij misschien niet direct over zou willen praten, maar die hij nooit meer zou kunnen vergeten en die hem mogelijk ernstig hadden beschadigd zonder dat dat direct merkbaar was.

Ditzelfde gold voor de terugkerende zeevarenden.Wie vijf of zes jaar van huis was geweest en in die jaren in konvooi had gevaren, bombardementen en torpederingen had meegemaakt, mensen had zien omkomen of mensen hulpeloos in zee had moeten achterlaten, of per ongeluk in de Blitz van Londen terecht was gekomen, kwam als een beschadigd mens terug. Ook zonder zelf te zijn getorpedeerd of gebombardeerd. Hoe groot die schade in zo’n geval was, zal van mens tot mens verschillen, maar onbeschadigd komt niemand daar uit, ook al zullen de gevolgen mogelijk pas veel later kenbaar worden. We mogen dus zonder meer stellen dat ook al die zeevarenden die na mei 1945 in Nederland terugkeerden, oorlogsslachtoffers waren en als zodanig behandeld en vooral ontvangen hadden moeten worden. Dat werden ze niet. Wie niet, zoals mijn oom Willem, lichamelijk verminkt was, was géén oorlogsslachtoffer. Toen nog niet; die erkenning kwam pas veel later. En wie wel lichamelijk verminkt was en dus wél als oorlogsslachtoffer werd erkend, moest door een ambtelijke molen en lang wachten op een kleine uitkering.

Dat wil niet zeggen dat er door de overheid niets werd gedaan, want dat werd er wél. Alleen werd het te secuur, te ambtelijk en te traag aangepakt. En ook verkeerd. Het heeft meer dan dertig jaar geduurd voordat de erkenning kwam dat het allemaal niet zo fraai was gegaan en in 1983 ontstond er nogal wat commotie over wat de “kille ontvangst” van de oorlogsslachtoffers werd genoemd. In de dertig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog werden een aantal “oorlogswetten” opgesteld waarin de zorg voor oorlogsslachtoffers geregeld werd. Daarmee was al in 1944 in Engeland een begin gemaakt, een bewijs dat het geen onverschilligheid of laksheid van de kant van de overheid was die de oorzaak zou hebben gevormd van het gegeven dat het allemaal niet zo fraai verliep. Ik wil dit hier nu niet te ver uitspinnen, dat zou veel te ver voeren en is me, eerlijk gezegd, ook te veel werk terwijl er mogelijk maar weinig belangstelling voor zal bestaan. Wie er meer van wil weten, kan alles relatief gemakkelijk vinden, op het internet, maar vooral in de boeken die ik in een voorgaand bericht als mijn voornaamste bronnen noemde, eerst voor het schrijven van De Prijs en nu voor deze bijdragen aan dit topic Die boeken zijn in elke Openbare Bibliotheek voorhanden en hebben ze ze niet, dan kunnen ze ze zo uit de Centrale Bibliotheek laten komen. Ik wil me in deze inleiding beperken tot de eindconclusie die goed werd weergegeven door de andragoloog – dat is een geleerde in een speciale tak van de sociale wetenschappen – F.A. Begemann, destijds werkzaam bij de Strichting ICODO - Informatie- en Coördinatieorgaan Dienstverlening Oorlogsgetroffenen – die in 1985 stelde dat de hulp en steun aan oorlogsslachtoffers veel te veel in verschillende catagorieën waren onderverdeeld en ondergebracht, in – geloof het of niet – rangen en standen. Begemann betoogde dat er een ‘hiërarchie van het leed’ was ontstaan. Alsof de mate waarin iemand geleden had tientallen jaren na dat , gemakkelijk meetbaar was en zodoende kon worden omgerekend naar een schadevergoeding.

Volgens Begemann had het – en daar ben ik het na alles wat ik nu van het onderwerp weet volkomen mee eens - en nu citeer ik:
  • … ontbroken aan een ‘sociale matrix’ voor de oorlogsslachtoffers, oftewel een maatschappelijke beschermingslaag, een warm welkom, een luisterend oor, begripvolle gebaren en bijzondere rechten.
Toen de overheid eind tachtiger jaren probeerde alsnog verbetering in deze situatie te brengen, bleek het onmogelijk om nog iets aan dat ingewikkelde, bureaucratisch stelsel van oorlogswetten te veranderen. Een grondige herziening van het stelsel zou de oorlogsslachtoffers vijfenveertig jaar na dato “tot in het diepst van hun ziel hebben geraakt”, zo werd dar geformuleerd. Er was geen weg terug meer, zei eerdergenoemde Begemann. In andere buurlanden van Duitsland – België, Frankrijk, Polen – was na de oorlog gekozen voor een ruimhartige benadering ten behoeve van degenen die daar als slachtoffer waren erkend, de ruimhartigheid waar het ons in Nederland altijd aan ontbroken heeft en nóg ontbreekt. Was in die landen iemand eenmaal als oorlogsslachtoffer geregistreerd, dan kwam hij of zij in aanmerking voor een bescheiden pensioen, voor gratis medische zorg, belastingvoordelen en kortingen op het openbaar vervoer. Dat mag zo op het eerste gezicht weinig lijken, maar het was een erkenning, een teken dat de achtergeblevenen dankbaar waren voor de bijdrage die zij aan de oorlog hadden geleverd het offer dat velen hadden gebracht, ongeacht de grootte van die bijdrage of het offer, het leed dat ze hadden geleden. Daarin bestonden geen gradaties, geen rangen en standen. En daar ontbrak het in dit land van dominees en krentenwegers ten enenmale aan, aan die ruimhartige benadering, dat ruimhartige gebaar. Papieren en formulieren die door traag draaiende molens werden vermalen, meer was er in Nederland niet.

Zeelieden als oorlogsslachtoffers. Mijn oom Willem die in de Jappenkampen had gezeten, kwam lichamelijk en geestelijk verminkt terug. Hij is er nooit meer overheen gekomen en aan de drank gestorven. Begin negentiger jaren, ik dacht in 1993, net voordat we naar Griekenland verhuisden, kreeg ik weer contact met zijn zoons. Zij oordeelden kei- en keihard over hun vader. Volgens hun was die oorlogservaring geen oorzaak van, maar alleen maar een excuus voor zijn gezuip. Ik kon daar toen niet tegenin gaan, ik had hem in die jaren niet meegemaakt, had hem voor het laatst gezien bij het overlijden van mijn vader in 1967. Ook toen was hij ontzettend dronken, maar wel kalm en zijn tranen waren werkelijk geen jenevertranen. Verder weet ik niets. Toch staat het voor mij vast dat die oorlogservaring de oorzaak van alle ellende was. Door de Rotterdamsche Lloyd was hij heel goed behandeld. Daar had hij moeten blijven, maar dat deed hij niet. Hij kwam in 1951 als machinist aan boord bij mijn neef Jaap. Dat werd geen succes, Oorzaak: drank. Nadat we in oktober 1955 op de stenen waren gelopen en enige maanden moesten repareren, gaf dat mijn neef Jaap een aanvaardbaar excuus om hem te ontslaan, net als de rest van de bemanning. Wat hij daarna allemaal nog gesjouwd heeft, weet ik niet, maar hij ging ten onder. Hij overleed in 1971, nog geen zestig jaar oud.

Mijn vader leek onbeschadigd, maar was dat niet. Die leed aan nachtmerries en hoofdpijnen die hem bij tijden bijna krankzinnig maakten, dat was in elk geval zijn eigen grote angst. De man die vroeger in ketels en carters, in tanks en door dubbele bodems moest kruipen, kon niet meer tegen afgesloten ruimtes. In een glazen telefooncel moest hij de deur half open hebben en in een Nederlandse huiskamer, vroeger, in de winter, met zowel voor als achter de zware overgordijnen dicht, kreeg hij het ook Spaans benauwd. Dan moest er iets open: de deur naar buiten of aan één kant de gordijnen. Na de oorlog ging hij bij Philips werken en ging dan op de fiets naar zijn werk, net als nog duizenden anderen in Eindhoven. Als het dan 's morgens vroeg nog donker was en hij zat in die stroom fietsers, dan kreeg hij het benauwd van al die rode achterlichtjes die hem deden terugdenken aan de rode lampjes op de zwemvesten van de mensen die na een torpedering in het water lagen te gillen en te fluiten terwijl het konvooi doorvoer. Dan moest hij snel een zijstraat in en fietste later langs een andere route helemaal buitenom, om die lichtjes maar niet te hoeven zien. Wat zou hij verder allemaal nog voor angsten en fobieën aan die rotoorlog hebben overgehouden? Ik weet het niet, maar dat hij ernstig beschadigd was - en dus een oorlogsslachtoffer - staat voor mij vast. Het maakte mij tot een tweedegeneratieslachtoffer, ook dat lijdt geen enkele twijfel.
Hoeveel waren er zoals hij:uiterlijk onbeschadigd, maar van binnen in meer of mindere mate getraumatiseerd? Heel wat. Ik denk eerder dat zij die niet getraumatiseerd waren, tot de uitzonderingen behoord moeten hebben.

Hier wil ik het voor wat betreft de inleiding eerst bij laten. In een volgende aflevering wil ik de financiële afhandeling pensioenen belichten.


-------------------------------------------------Afbeelding
Gebruikersavatar
jdbvos
Berichten: 10556
Lid geworden op: 22 apr 2006 16:17
Locatie: Groningen
Contacteer:

Re: Varen in oorlogstijd

Bericht door jdbvos »

Vooraleerst dan bedankt, Theo...
Ik vind het weer grote klasse zoals je je mening -die ik persoonlijk geheel deel !- weet uit te drukken. Bewonderingswaardig...da's het juiste woord !
Ik wacht geduldig het vervolg af.....
Oost, west...ook best


Plaats reactie