Taal en zo...
Re: Oorlogsherinneringen
Prachtig verhaal Gert.
Overigens: op zijn elfendertigst komt ook in de rest van Nederland voor
René
Overigens: op zijn elfendertigst komt ook in de rest van Nederland voor
René
Ik leit m'n tong hier altoid foin ofskrape
-
- Berichten: 390
- Lid geworden op: 23 sep 2007 19:38
- Locatie: Sneek
- Contacteer:
Re: Oorlogsherinneringen
Klopt Rene, die is in Nederland algemeen overgenomen. Ik verwees even met een knipoog naar de oorsprong van de uitdrukking omdat dit stukje van het verhaal juist ook in Friesland speelde. Want als er tweehonderd jaar geleden een besluit in Friesland genomen moest worden, gingen er boodschappen uit naar de 11 steden en de 30 grietenijen (plattelandsgemeenten). Pas nadat die raden allemaal hun eigen besluit genomen hadden kon er ook een gemeenschappelijk besluit genomen worden. En zo kon het nogal even duren voordat er consensus was bereikt, vandaar de uitdrukking "op zijn elfendertigst".
Gert
- Varen is Leven -
- Varen is Leven -
Re: Oorlogsherinneringen
Ik dacht eerder aan "keurig, maar ook langzaam" uit de weverijen. Het genootschap Onze Taal zegt er ook iets over.
Overigens: wat een losse opmerking losmaakt. Past beter op het taal topic....
René
Onze taal:
Op z'n elfendertigst betekent 'langzaam en omslachtig'. Wie iets op z'n elfendertigst doet, laat zich niet opjagen – en dat kan nog weleens irritatie bij anderen wekken.
In het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) staat dat op zijn elfendertigst oorspronkelijk een gunstige betekenis had: 'keurig, netjes'. Het gezegde is eigenlijk een weefterm. De elf-en-dertig was een kam voor het weven van zeer fijn textiel: een kam waardoor 41 (11 en 30) gangen gingen en 4100 draden geschoren konden worden. Zo'n kam was een van de fijnste die er bestonden. Dit weverswerk vereiste precisie, vandaar de originele betekenis 'keurig'. Werken met de elf-en-dertig was ook tijdrovend; daardoor ontstond de latere betekenis 'langzaam en omslachtig'.
F.A. Stoett vermeldt dat men vroeger dacht dat op zijn elfendertigst terugging op de langzame manier waarop de Staten van Friesland, bestaande uit de afgevaardigden van 11 steden en 30 grietenijen, overlegden. Tegenwoordig wordt deze uitleg als onwaarschijnlijk gezien.
Overigens: wat een losse opmerking losmaakt. Past beter op het taal topic....
René
Onze taal:
Op z'n elfendertigst betekent 'langzaam en omslachtig'. Wie iets op z'n elfendertigst doet, laat zich niet opjagen – en dat kan nog weleens irritatie bij anderen wekken.
In het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) staat dat op zijn elfendertigst oorspronkelijk een gunstige betekenis had: 'keurig, netjes'. Het gezegde is eigenlijk een weefterm. De elf-en-dertig was een kam voor het weven van zeer fijn textiel: een kam waardoor 41 (11 en 30) gangen gingen en 4100 draden geschoren konden worden. Zo'n kam was een van de fijnste die er bestonden. Dit weverswerk vereiste precisie, vandaar de originele betekenis 'keurig'. Werken met de elf-en-dertig was ook tijdrovend; daardoor ontstond de latere betekenis 'langzaam en omslachtig'.
F.A. Stoett vermeldt dat men vroeger dacht dat op zijn elfendertigst terugging op de langzame manier waarop de Staten van Friesland, bestaande uit de afgevaardigden van 11 steden en 30 grietenijen, overlegden. Tegenwoordig wordt deze uitleg als onwaarschijnlijk gezien.
Ik leit m'n tong hier altoid foin ofskrape
-
- Berichten: 390
- Lid geworden op: 23 sep 2007 19:38
- Locatie: Sneek
- Contacteer:
Re: Oorlogsherinneringen
Kijk, zo leer ik ook weer wat bij. Geen bezwaar als de moderator dit verplaatst naar een ander onderwerp.
Gert
- Varen is Leven -
- Varen is Leven -
Re: Oorlogsherinneringen
Eigenlijk vind ik dat de mooiste uitleg die ik ooit heb gehoord....e Staten van Friesland, bestaande uit de afgevaardigden van 11 steden en 30 grietenijen
En eveneens bijzonder plausibel....
Denk je eens in: 11 Friese steden, en wel 30 Friese grietenijen, en ieder spreekt z'n eigen versie van het enige 'geave Frysk'....!
Da's een aardige spraakverwarring, en levert geheid een tijdsspanne vertraging op......of spreek je dan van tijds-panne ?
Denk alleen al aan het Hylpers (Hindeloopers) wat enkele kilometers buiten die voormalige gemeente voor 'Zweeds' wordt versleten...
PS Ik ben een halve Fries, en ik voel me een Friese Hindelooper (dat maakt verschil, jawel!), dus ik mag deze zelfbeschouwing maken
Op Delpher kwam ik bij een zoekactie op een stukkie Hylpers van een gemeenteraadslid, die ikzelf in mijn jeugd redelijk kende (zoals iedereen elkaar kent, in Hindeloopen) De man was naast (gerespecteerde) scheepsbouwer en gemeenteraadslid ook heel sociaal bezig: hij was oa de aanzegger in Hindeloopen...Ik zie hem nóg lopen in z'n gitzwarte jas met vele zwarte treslongs, hoge hoed en zwarte handschoenen......
"De Kraai", ten voeten uit !
Ik weet niet of deze verslaggeving fonetisch is weergegeven, het klinkt echt zoals jullie het zouden uitspreken, maar dat zou ik aan m'n zwager (diepFries Hindelooper) moeten vragen
11en30st wordt daar 'op syn ôlventrietichst'
Diezelfde Heer Blom vertelt hier in het Hylpers over zijn jeugd, en hoe het vroeger ging....in deze (Duitse) documentaire
Verder een film van de NCRV over Hindeloopen in 1963, wij woonden er dus toen 3 jaar.
De werf was er al: die wordt ook genoemd en getoond...zelfs m'n vader komt daarbij een paar maal in beeld...
En verder zowat iedereen die in beeld komt....sommige moet ik zwaar nadenken over de naam, maar de meesten lukt nog wel.
Die ouwe man, die vertelt over het vissen op bloemetjes, was -zoals hij genoemd werd- Trillige Wiebe .... een prachtkerel ! Was een ouwe scheepsmaat van m'n pake !.... en uiteraard m'n ouders ook....in de kerk, zelfs (voor pa een zeldzaam verschijnsel)
Deel 1, als het iemand interesseert, vind je hier ..... Deel 2 weer hier .
Oost, west...ook best
Re: Taal en zo...
Opinies over spel- en taalfouten
In 1980 werd de Taalunie opgericht. Haar werkterrein was niet nieuw: dat samenwerking tussen taalkundigen in België en Nederland plaatsvond, wisten we. Vanaf midden 19e eeuw werden er jaarlijks congressen gehouden over dat onderwerp.
Sinds 1980 is de Taalunie doorgegaan met ergernis op te wekken door haar publicaties. Dieptepunt waren de jaren 1996 en 2005. En wel vanwege de spellingvoorschriften in het bekende Groene Boekje. Iedereen herinnert zich nog de doordrammerige wijze waarop de Taalunie de spelling regelde. Er kwamen talloze nodeloos moeilijke regelgevingen aangaande onze spelling, waarop de Taalunie het auteursrecht had.
Vooral de veranderingen heen en terug van bijvoorbeeld kopie naar copie en weer naar kopie, en na jarenlang pannelap, de spelling pannenlap wekten ergernis. Weet een willekeurige taalgebruiker waarom je minutenwijzer naast secondewijzer schrijft? Is het tegenwoordig lokatie of locatie, produkt of product? (Antwoord: voorschrift is nu: locatie, product, maar wél weer 'lokaliseren'). Het gekst was een voorschrift tussen 1996 en 2006: men schreef paardenstal met een tussen-n, maar je moest paardebloem zonder -n schrijven omdat dat een samenstelling is van een dier plus plant. Schrijvers van flora's waren een zenuwinzinking nabij omdat ze niet meer wisten of je paddestoelmug of paddenstoelmug moest schrijven. Net op tijd voor hen werd dit rare spellingvoorschrift opgeheven. Met een zucht van verlichting kon men de paddenstoelmug in de nieuwste uitgave van Heijmans Flora meenemen.
De jongste spellingregeling uit 2015 is een verademing. Er veranderde niets, er werden alleen nieuwe woorden aan het Groene Boekje toegevoegd, terwijl er wat meer woordbeelden in kwamen van latere Engelse leenwoorden. (all-inprijs, drive-inwoning).
Toch nog twee speldenprikjes.
1. Waarom laat het Genootschap Onze Taal weer een alternatieve Witte Spelling verschijnen? Dat daarin 'per se' ook weergegeven wordt als 'persé' is verwarrend, omdat het per se onjuist is.
2. Waarom bazelt de directeur van de Taalunie, de heer Hans Bennis dat hij 'Hun hebben gelijk' goed Nederlands taalgebruik vindt?
In 1980 werd de Taalunie opgericht. Haar werkterrein was niet nieuw: dat samenwerking tussen taalkundigen in België en Nederland plaatsvond, wisten we. Vanaf midden 19e eeuw werden er jaarlijks congressen gehouden over dat onderwerp.
Sinds 1980 is de Taalunie doorgegaan met ergernis op te wekken door haar publicaties. Dieptepunt waren de jaren 1996 en 2005. En wel vanwege de spellingvoorschriften in het bekende Groene Boekje. Iedereen herinnert zich nog de doordrammerige wijze waarop de Taalunie de spelling regelde. Er kwamen talloze nodeloos moeilijke regelgevingen aangaande onze spelling, waarop de Taalunie het auteursrecht had.
Vooral de veranderingen heen en terug van bijvoorbeeld kopie naar copie en weer naar kopie, en na jarenlang pannelap, de spelling pannenlap wekten ergernis. Weet een willekeurige taalgebruiker waarom je minutenwijzer naast secondewijzer schrijft? Is het tegenwoordig lokatie of locatie, produkt of product? (Antwoord: voorschrift is nu: locatie, product, maar wél weer 'lokaliseren'). Het gekst was een voorschrift tussen 1996 en 2006: men schreef paardenstal met een tussen-n, maar je moest paardebloem zonder -n schrijven omdat dat een samenstelling is van een dier plus plant. Schrijvers van flora's waren een zenuwinzinking nabij omdat ze niet meer wisten of je paddestoelmug of paddenstoelmug moest schrijven. Net op tijd voor hen werd dit rare spellingvoorschrift opgeheven. Met een zucht van verlichting kon men de paddenstoelmug in de nieuwste uitgave van Heijmans Flora meenemen.
De jongste spellingregeling uit 2015 is een verademing. Er veranderde niets, er werden alleen nieuwe woorden aan het Groene Boekje toegevoegd, terwijl er wat meer woordbeelden in kwamen van latere Engelse leenwoorden. (all-inprijs, drive-inwoning).
Toch nog twee speldenprikjes.
1. Waarom laat het Genootschap Onze Taal weer een alternatieve Witte Spelling verschijnen? Dat daarin 'per se' ook weergegeven wordt als 'persé' is verwarrend, omdat het per se onjuist is.
2. Waarom bazelt de directeur van de Taalunie, de heer Hans Bennis dat hij 'Hun hebben gelijk' goed Nederlands taalgebruik vindt?
Grtn @Allen
- Drentenier
- Berichten: 2200
- Lid geworden op: 12 mei 2010 14:13
- Locatie: Gasselte
Re: Taal en zo...
Allen,
M.b.t. die taalvraag: als ik het goed onthouden heb is er in secondewijzer geen tussen-n omdat de meervoudsvorm zowel seconden als secondes kan zijn.
Hetzelfde zie je bij groentesoep omdat de meervoudsvorm van groente zowel groentes als groenten kan zijn.
M.b.t. die taalvraag: als ik het goed onthouden heb is er in secondewijzer geen tussen-n omdat de meervoudsvorm zowel seconden als secondes kan zijn.
Hetzelfde zie je bij groentesoep omdat de meervoudsvorm van groente zowel groentes als groenten kan zijn.
Groet,
Hans
Hans
Re: Taal en zo...
Een taal verwerven
Het opnemen van vluchtelingen brengt niet alleen de noodzaak met zich mee om een goede opvangplek voor hen te vinden. Ook is er het vraagstuk van de taalverwerving. Omdat het tegenwoordig gaat om merendeels Arabisch-sprekenden is er de noodzaak om hen te alfabetiseren. Men neemt aan dat dit voor volwassenen moeilijker is dan bijvoorbeeld het leren lezen voor kinderen. Dat is immers een vergelijkbaar proces: ook een schoolkind leert voor hem vreemde tekens te 'ontcijferen'. In groep 3 van de basisschool voltrekt zich steeds weer het wonder dat een kind nog vóór de kerst leesvaardig is. Maar het moeizame proces van het onthouden van onbekende lettertekens en vreemde woorden door volwassen vluchtelingen is de reden waarom vrij veel buitenlanders de moed opgeven Nederlands te leren.
Nieuwe inzichten in hoe het verwerven van een vreemde taal in zijn werk gaat, kunnen goede diensten bewijzen aan het taalonderwijs aan asielzoekers. Met name de Radboud Universiteit Nijmegen ziet wetenschappelijk onderzoek hiernaar als een uitdaging. Een paar opvallende uitkomsten. Allereerst: niet alle wetenschappers omarmen het gegeven dat kinderen sneller een nieuwe taal leren dan volwassenen. 'Nee, die kinderen hebben veel meer tijd voor het bezig zijn met een vreemde taal dan volwassenen, daardoor ontstaat er een verschil in de snelheid van het leerproces' aldus een enkele deskundige.
Iets belangrijker is het inzicht dat je bij het leren van woordjes steeds associaties moet leggen met bekende zaken. Geen volstrekt nieuw inzicht, maar de uitwerking die enkele onderzoekers eraan geven, is wel bijzonder interessant. De kern: om woordjes effectief te leren is volgens een aantal onderzoekers het visualiseren noodzakelijk van plaatsen waar de dingen die in het leerproces worden genoemd zich kunnen bevinden. Die techniek maakt het gemakkelijker om het woord later weer op te roepen. Zo kun je het beeld van een compleet ingericht huis oproepen en in dit fantasiebeeld elk nieuw geleerd woordje een plaats geven in dat huis. De schemerlamp naast de radio, een tafel met vier stoelen, een wit plafond, enzovoorts. Deze techniek van het zich verbeelden van bepaalde ruimtes is uiteraard tot in het oneindige uit te breiden.
Tip: een vrij opzienbarend boek over taalverwerving is: De Taalhacker, Gabriel Wyner, alleen als e-book te koop via Bol.com, 10 euro.
Het opnemen van vluchtelingen brengt niet alleen de noodzaak met zich mee om een goede opvangplek voor hen te vinden. Ook is er het vraagstuk van de taalverwerving. Omdat het tegenwoordig gaat om merendeels Arabisch-sprekenden is er de noodzaak om hen te alfabetiseren. Men neemt aan dat dit voor volwassenen moeilijker is dan bijvoorbeeld het leren lezen voor kinderen. Dat is immers een vergelijkbaar proces: ook een schoolkind leert voor hem vreemde tekens te 'ontcijferen'. In groep 3 van de basisschool voltrekt zich steeds weer het wonder dat een kind nog vóór de kerst leesvaardig is. Maar het moeizame proces van het onthouden van onbekende lettertekens en vreemde woorden door volwassen vluchtelingen is de reden waarom vrij veel buitenlanders de moed opgeven Nederlands te leren.
Nieuwe inzichten in hoe het verwerven van een vreemde taal in zijn werk gaat, kunnen goede diensten bewijzen aan het taalonderwijs aan asielzoekers. Met name de Radboud Universiteit Nijmegen ziet wetenschappelijk onderzoek hiernaar als een uitdaging. Een paar opvallende uitkomsten. Allereerst: niet alle wetenschappers omarmen het gegeven dat kinderen sneller een nieuwe taal leren dan volwassenen. 'Nee, die kinderen hebben veel meer tijd voor het bezig zijn met een vreemde taal dan volwassenen, daardoor ontstaat er een verschil in de snelheid van het leerproces' aldus een enkele deskundige.
Iets belangrijker is het inzicht dat je bij het leren van woordjes steeds associaties moet leggen met bekende zaken. Geen volstrekt nieuw inzicht, maar de uitwerking die enkele onderzoekers eraan geven, is wel bijzonder interessant. De kern: om woordjes effectief te leren is volgens een aantal onderzoekers het visualiseren noodzakelijk van plaatsen waar de dingen die in het leerproces worden genoemd zich kunnen bevinden. Die techniek maakt het gemakkelijker om het woord later weer op te roepen. Zo kun je het beeld van een compleet ingericht huis oproepen en in dit fantasiebeeld elk nieuw geleerd woordje een plaats geven in dat huis. De schemerlamp naast de radio, een tafel met vier stoelen, een wit plafond, enzovoorts. Deze techniek van het zich verbeelden van bepaalde ruimtes is uiteraard tot in het oneindige uit te breiden.
Tip: een vrij opzienbarend boek over taalverwerving is: De Taalhacker, Gabriel Wyner, alleen als e-book te koop via Bol.com, 10 euro.
Grtn @Allen
Re: Taal en zo...
Dat ... is een goeie vraag omdat weinig leestekens zo misbruikt worden als het beletselteken. Het beletselteken geeft een onderbreking aan, een aarzeling, het niet afmaken van een zin of woord of iets dat de lezer zelf moet invullen. Veel mensen denken dat elke rits puntjes achter elkaar goed is en soms hoe meer hoe liever, maar dat is onjuist.Taalvraag - Wat is een beletselteken en welke functie heeft het?
Het beletselteken bestaat uit drie punten, niet minder, maar vooral ook niet meer. En vóór zowel als achter die drie puntjes komt een spatie, behálve als een woord in een zin abrupt wordt afgebroken, dan komt er geen spatie achter dat eerste gedeelte.
- Je zou zo'n gozer toch godver...
- 'Val om mij toch hartstikke ...' begon hij, maar bedacht zich en hield verder zijn mond.
Varen is leuk ... voor anderen.
'Jongens, roepen jullie nou eens allemaal ...' Op dat moment prikte ik.
Parijs is de hoofdstad van ...
Ik bedoel ... eh ... dat we misschien beter ... eh ... morgen terug zouden kunnen komen.
Dus drie puntjes en niet meer dan drie. Meer punten is niet alleen onjuist, maar ook storend bij het lezen, net als meer dan één uitroepteken of vraagteken.
En zo klooien wij vrolijk verder in de taalbrei.
-------------------------------