------------------------
Jos, bedankt voor het lezen en voor het leesrapport. Alleen...
veel 'Sex and Drugs and Rock & Roll'.
in dit boek ging de seks echt “van Jan pak de leuning”.
Zo zie je toch maar weer hoe snel er een verkeerde indruk kan worden gewekt, of - en dat is misschien waarschijnlijker - dat het vooral de seks is die de lezer bijblijft.
Vijf verhalen waarbij in het derde verhaal inderdaad vrij veel seks voorkomt - misschien zou je zelfs kunnen zeggen dat het een essentieel onderdeel van het verhaal is. In het vierde verhaal speelt het alleen bijna aan het eind een bescheiden rol. Daarnaast drie verhalen Waarin helemaal geen seks voorkomt, tenzij je, zoals in het eerste verhaal, de uitroep:
‘We moeten naar Caracas. Vamos, amigo. Geen geneuk maar rapido a la aeropuerto.’, een sterk stukkie seks zou willen noemen.

Het woord 'neuken' komt in het hele boek van bijna 47.000 woorden precies drie keer voor. Nee, dan was 'Ik, Jan Cremer' drieënvijftig jaar geleden heel andere koek, om van 'Lady Chatterley's Lover' van bijna honderd jaar geleden nog maar te zwijgen.

Ik zou hoogstens willen zeggen dat in de boek de seks eenzelfde functie heeft als een beetje Tabasco in bepaalde gerechten.
Maar, beste vrienden, bestel het boek zodra het beschikbaar is, wat misschien nog deze week en anders in de loop van de volgende week zal zijn en oordeel zelf. Elders zal ik een wat duidelijker en meer uitgebreide beschrijving van de inhoud van het boek geven, met telkens ook een paar woorden over de inhoud van elk verhaal.
Wie mij alweer lang geleden hier op dit forum hielp aan de juist Groninger schrijfwijze van 'Neuken als wilde honden', ben ik vergeten, maar speciaal voor hem volgt hieronder de passage uit dat derde verhaal waarin dat voorkomt...
De band begint aan een langzaam nummer, Together Again van Buck Owens. De basgitarist zingt goed en de steelguitar kan zich helemaal uitleven. We slijpen wang tegen wang en buik aan buik over de vloer en ik krijg een erectie die er niet om liegt. Connie leunt met haar hoofd achterover, haar ronde gezicht een en al pretrimpeltjes en drukt zich nog een beetje steviger tegen me aan. Ik herinner me een regel uit The Betsy van Harold Robbins die ik altijd al eens had willen gebruiken en dit lijkt me het geschikte moment. ‘Let’s go someplace and fuck,’ zeg ik.
‘Okay,’ zegt Connie.
Confucius - Connie for short - zei het tweeduizend jaar geleden al: het leven is eenvoudig; we maken het alleen maar moeilijk.
Het leven is niet alleen eenvoudig, het leven is ook goed. Beter dan het in jaren is geweest. We rijden in Connies Pontiac Bonneville van 1965 over US 1 en roken wiet. Het is intussen donderdag, vijf dagen nadat ik mijn van Harold Robbins geleende catchphrase debiteerde en sindsdien hebben we weinig anders gedaan dan datgene wat ik toen voorstelde: fuck.
Neuken.
Ketsen.
Kezen.
Wij begonnen die avond op een matras op de vloer, recht onder de airco, omdat het erg warm was en Connies grote, houten ledikant bovendien verschrikkelijk kraakte en piepte, zo zei ze.
Daarna deden we het verschillende malen per dag overal. Toch maar in het ledikant waarbij dat gekraak en gepiep het spel zelfs nog een extra dimensie gaf. We deden het op de keukentafel die gelukkig sterk genoeg bleek te zijn. We deden het in het bad en op de love seat, in de cosy chair en op de zitzak.
‘Neuk'ng as wilde hon'n,’ zoals een Hoogelandster machinist waar ik verschillende keren mee voer dat zo sappig en vol overtuiging uitdrukte.
Dat is gewoon uit het leven gegrepen. Niks mis mee, dacht ik.
Maar ik kan me voorstellen dat zo'n passage blijft hangen, dat wel.
Memories.
Those were the days, my friends.
------------------------------